Regeling registratie en verstrekking gegevens militaire luchthavens

6 juni 2013

Nr. BS2013016696

De Minister van Defensie

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op de artikelen 10.34, 10.35, 10.36 en 10.43 van de Wet luchtvaart;

Besluit:

Paragraaf 1. Militaire luchthavens met luchthavenbesluit

Artikel 1

Ten behoeve van het bepalen van de geluidsbelasting registreert de Minister van Defensie op jaarbasis de gegevens omtrent het feitelijk gebruik door het militaire luchthavenluchtverkeer van militaire luchthavens waarvoor een luchthavenbesluit is vereist.

Artikel 2

De houder van een vergunning voor burgermedegebruik die is afgegeven voor het commercieel burgerluchthavenluchtverkeer onder vaststelling van een grenswaarde voor de geluidsbelasting anders dan in de vorm van een maximum aantal vliegtuigbewegingen per jaar:

  • a. verstrekt omtrent het verwachte burgerluchthavenluchtverkeer voorafgaand aan ieder kalenderjaar, verdeeld per kwartaal, aan de commandant van de luchthaven de gegevens, genoemd in bijlage 1, onderdeel A, onder c, j, k, en o alsmede het verwachte aantal starts en landingen;

  • b. registreert de in bijlage 1, onderdeel A, genoemde gegevens omtrent het feitelijk gebruik door het burgerluchthavenluchtverkeer;

  • c. voert binnen de periode van een kalenderjaar per kwartaal, telkens cumulerend met het voorafgaande kwartaal onderscheidenlijk de voorafgaande kwartalen uit dat kalenderjaar, de berekening van de geluidsbelasting uit overeenkomstig de in bijlage 1, onderdeel B, onder a en c, opgenomen voorschriften, en verstrekt het resultaat van die berekening in de vorm van een kaart met een 35 Ke geluidscontour binnen twee maanden na afloop van het kwartaal aan de commandant van de luchthaven;

  • d. verstrekt op jaarbasis de in onderdeel b van dit artikel bedoelde gegevens binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan de commandant van de luchthaven;

  • e. voert de berekening van de geluidsbelasting per kalenderjaar uit overeenkomstig de in bijlage 1, onderdeel B, onder a, b en c opgenomen voorschriften, en verstrekt het resultaat van die berekening in de vorm van een kaart met een 35 Ke geluidscontour binnen twee maanden na afloop van dat kalenderjaar aan de commandant van de luchthaven;

  • f. verstrekt gegevens omtrent de maatregelen die zijn getroffen om te bewerkstelligen dat de grenswaarde niet wordt overschreden, direct na het treffen van een zodanige maatregel aan de commandant van de luchthaven.

Artikel 3

De houder van een vergunning voor burgermedegebruik die is afgegeven voor het burgerluchtverkeer onder vaststelling van een grenswaarde voor de geluidsbelasting in de vorm van een maximum aantal vliegtuigbewegingen per jaar:

  • a. registreert per kwartaal de in bijlage 2 genoemde gegevens omtrent het feitelijk gebruik door het burgerluchthavenluchtverkeer;

  • b. verstrekt per kwartaal de in onderdeel a bedoelde gegevens binnen twee weken na afloop van dat kwartaal aan de commandant van de luchthaven;

  • c. verstrekt gegevens omtrent de maatregelen die zijn getroffen om te bewerkstelligen dat de grenswaarde niet wordt overschreden, direct na het treffen van een zodanige maatregel aan de commandant van de luchthaven.

Artikel 4

De Minister van Defensie:

  • a. voert de berekening van de geluidsbelasting door het luchthavenluchtverkeer per kalenderjaar uit overeenkomstig de in bijlage 1, onderdeel B, opgenomen voorschriften;

  • b. maakt het resultaat van de berekening in de vorm van een kaart met geluidscontouren die de actuele geluidsbelasting weergeven van het luchthavenluchtverkeer van een militaire luchthaven waarvoor een luchthavenbesluit is vereist, binnen vier maanden na afloop van dat kalenderjaar openbaar en biedt het resultaat van de berekening tezamen met gegevens omtrent het feitelijk gebruik door het burgerluchthavenluchtverkeer jaarlijks aan de voor die luchthaven ingestelde commissie, bedoeld in artikel 10.25 van de Wet luchtvaart, aan. Voorts plaatst de Minister van Defensie de kaart met geluidscontouren en de gegevens omtrent het feitelijk gebruik door het burgerluchthavenluchtverkeer jaarlijks op de website van het Ministerie van Defensie.

Paragraaf 2. Militaire luchthavens met luchthavenregeling

Artikel 5

De Minister van Defensie:

  • a. registreert op basis van aantal oefenweken en kerngegevens en ervaringscijfers inzake starts en landingen gegevens van het feitelijk gebruik van een militaire luchthaven waarvoor een luchthavenregeling is vereist;

  • b. plaatst de gegevens van het feitelijk gebruik van een militaire luchthaven waarvoor een luchthavenregeling is vereist, jaarlijks op de website van het Ministerie van Defensie.

Paragraaf 3. Slotbepalingen

Artikel 6

De Regeling registratie gegevens militaire luchthavens met luchthavenregeling wordt ingetrokken.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 17 juni 2013.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling registratie en verstrekking gegevens militaire luchthavens.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

´s-Gravenhage, 6 juni 2013

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert.

BIJLAGE 1

  • A. Door de houder van een vergunning voor burgermedegebruik die is afgegeven voor het commercieel burgerluchthavenluchtverkeer onder vaststelling van een grenswaarde voor de geluidsbelasting anders dan in de vorm van een maximum aantal vliegtuigbewegingen per jaar, te registreren gegevens inzake feitelijke uitgevoerde vliegtuigbewegingen door het commercieel burgerluchthavenluchtverkeer:

    • a. datum waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

    • b. tijdstip (lokale tijd) waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

    • c. vluchtsoort (vertrek, nadering, circuit);

    • d. gebruikte start- of landingsbaan;

    • e. aantal circuitvluchten (touch and go);

    • f. bij nadering: luchthaven van herkomst volgens ICAO-doc 7910;

    • g. bij tussenlanding: luchthaven van herkomst dan wel eindbestemming;

    • h. bij vertrek: luchthaven van bestemming volgens ICAO-doc 7910;

    • i. bij vertrek dan wel aankomst: SID-of STAR-aanduiding;

    • j. type luchtvaartuig volgens ICAO-doc 8463;

    • k. soort luchtvaartuig volgens ICAO-descriptor (heli, jet, prop, enz.);

    • l. registratienummer van het luchtvaartuig;

    • m. vliegtuigmaatschappij volgens drielettercode volgens ICAO-doc 8585;

    • n. code met aard van de vlucht (bijv. vrachtvlucht);

    • o. maximum startgewicht (in tonnen of kg);

    • p. actueel startgewicht (in tonnen of kg);

    • q. uitvoering vliegtuigbeweging volgens VFR- of IFR-condities;

    • r. afwijking van gebruikelijke vliegprocedures.

  • B. Voorschriften voor de berekening van de geluidsbelasting:

    • a. de berekening wordt uitgevoerd overeenkomstig de Regeling berekening geluidsbelasting militaire luchthavens in Kosteneenheden;

    • b. de berekening beslaat de gegevens vanaf 1 januari tot en met 31 december van het betrokken kalenderjaar;

    • c. de berekening wordt neergelegd in een kaart met een geluidscontour van 35 Ke, schaal 1 : 50.000 op topografische achtergrond.

    • d. de berekening wordt neergelegd in een kaart met geluidscontouren in stappen van 5 Ke vanaf 35 Ke, met in ieder geval de waarden 35 Ke, 40 Ke, 45 Ke, 55 Ke en 65 Ke, schaal 1 : 50.000 op topografische achtergrond.

BIJLAGE 2

Door de in artikel 3 bedoelde houder van een vergunning voor burgermedegebruik met een grenswaarde voor geluidsbelasting in de vorm van een maximum aantal vliegtuigbewegingen per jaar te registreren gegevens inzake feitelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen door het burgerluchthavenluchtverkeer:

  • a. datum waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

  • b. tijdstip (lokale tijd) waarop de vliegtuigbeweging heeft plaatsgevonden;

  • c. vluchtsoort (vertrek, nadering, circuit);

  • d. gebruikte start- of landingsbaan;

  • e. aantal circuitvluchten (touch and go);

  • f. type luchtvaartuig volgens ICAO-doc 8463;

  • g. soort luchtvaartuig volgens ICAO-descriptor (heli, jet, prop, enz);

  • h. registratienummer van het luchtvaartuig;

  • i. code met aard van de vlucht (bijv. rondvlucht);

  • j. maximum startgewicht (in tonnen of kg).

De gegevens in onderdeel j behoeven niet te worden geregistreerd ten aanzien van luchtvaartuigen voor de recreatieve luchtvaart.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling geeft uitvoering aan een aantal bepalingen van de Wet luchtvaart dat gaat over het registreren en verstrekken van gegevens inzake het gebruik dat wordt gemaakt van militaire luchthavens. Doel daarvan is om inzicht te geven in het gebruik van die luchthavens en om de ter zake van het gebruik gestelde regels en voorschriften te kunnen handhaven. De regeling betreft zowel militaire luchthavens die hun regeling vinden in een luchthavenbesluit als militaire luchthavens met een luchthavenregeling (helikopterlandingsplaatsen).

Militaire luchthavens met luchthavenbesluit

De houder van de vergunning voor burgermedegebruik en de Minister van Defensie bewerkstelligen dat de geluidsbelasting vanwege het luchthavenluchtverkeer een in de vergunning voor het burgermedegebruik opgenomen grenswaarde niet overschrijdt (artikel 10.29 van de Wet luchtvaart). De houder dient daartoe gegevens over de daadwerkelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen van het luchthavenluchtverkeer van de burgerluchtvaart te registreren en te verstrekken aan de commandant van de luchthaven (artikelen 2 en 3).

Indien de vergunning voor burgermedegebruik een grenswaarde voor de geluidsbelasting in de vorm van een afzonderlijke geluidsruimte voor het burgerluchtverkeer bevat, dient de houder van de vergunning de gegevens tevens te gebruiken voor de berekening van de geluidsbelasting door het burgerluchtverkeer in Kosteneenheden. Deze berekening dient te worden uitgevoerd per kalenderjaar (1 januari tot en met 31 december). In verband met het tijdig signaleren van een dreigende overschrijding van de geluidsruimte dienen – naast de opgave omtrent het verwachte verbruik – voorts per kwartaal berekeningen te worden uitgevoerd van de geluidsbelasting door het burgerluchtverkeer in Kosteneenheden waarbij telkens het voorafgaande kwartaal cq de voorafgaande kwartalen van het betrokken kalenderjaar worden betrokken. De gegevens omtrent het gebruik en de resultaten van de berekeningen in de vorm van een kaart met een 35 Ke geluidscontour dient de houder te verstrekken aan de commandant van de luchthaven.

Artikel 3 omvat zowel de vergunning voor beperkt commercieel burgermedegebruik als de vergunning voor recreatief medegebruik, waarbij voor het recreatieve medegebruik kan worden volstaan met het registreren van minder gegevens.

Ingevolge artikel 1 registreert de commandant van de luchthaven gegevens omtrent het feitelijk gebruik van de luchthaven door het luchthavenluchtverkeer dat door en ten behoeve van het Ministerie van Defensie wordt uitgevoerd. Deze verplichting vormt onderdeel van het geven van invulling aan artikel 10.23 van de Wet luchtvaart. De gegevens van het luchthavenluchtverkeer van de militaire luchtvaart van een militaire luchthaven waarvoor een luchthavenbesluit is vereist worden jaarlijks herleid tot contouren die de actuele geluidsbelasting voor dat verkeer in dat jaar weergeven. In geval van burgermedegebruik worden deze gegevens door de commandant van de luchthaven samengevoegd met de door de houder van de vergunning voor burgermedegebruik verstrekte gegevens over de daadwerkelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen van het luchthavenluchtverkeer van de burgerluchtvaart. Deze gezamenlijke gegevens worden ingevolge artikel 4 herleid tot contouren die de actuele geluidsbelasting door het militaire en burgerluchtverkeer in Kosteneenheden in dat jaar weergeven. Indien geen sprake is van burgermedegebruik, dan is de reikwijdte van artikel 4 uiteraard beperkt tot het militaire luchthavenluchtverkeer. De contourenkaarten zijn ingevolge artikel 10.23 van de Wet luchtvaart openbaar en worden aangeboden aan de commissie van overleg en voorlichting milieu van de betrokken luchthaven. Voorts worden de contourenkaarten en de op de burgerluchtvaart betrekking hebbende gegevens geplaatst op de website van het Ministerie van Defensie.

Militaire luchthavens met luchthavenregeling

De in artikel 5 neergelegde regeling is ongewijzigd overgenomen uit de Regeling registratie gegevens militaire luchthavens met luchthavenregeling, die met de onderhavige regeling wordt ingetrokken. Het artikel geeft uitvoering aan artikel 10.43 van de Wet luchtvaart, dat gaat over het registreren en openbaar maken van gegevens inzake het gebruik dat wordt gemaakt van militaire luchthavens die gestalte krijgen bij een luchthavenregeling als bedoeld in artikel 10.39 van die wet. Doel daarvan is om inzicht te geven in het gebruik van die luchthavens en om de ter zake van het gebruik gestelde regels en voorschriften te kunnen handhaven. Het gaat bij deze luchthavens om helilandingsplaatsen op kazernes en op oefenterreinen.

Het bijhouden van gegevens van individuele helikopterbewegingen op een militaire luchthaven waarvoor een luchthavenregeling is vereist, is praktisch niet realiseerbaar. Voor de handhaving van het luchthavenluchtverkeer zal worden uitgegaan van het daadwerkelijke aantal oefenweken alsmede kerngegevens en ervaringscijfers omtrent het aantal starts en landingen per oefenweek. Het openbaar maken van de gegevens geschiedt door plaatsing daarvan op de website van het Ministerie van Defensie.

Administratieve lasten

Zoals in de memorie van toelichting bij de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake de vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) is uiteengezet (kamerstukken II, 2005–2006, 30 452, nr. 3, blz. 69), leidt de in de onderhavige regeling voorziene registratieverplichting niet tot een verzwaring van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven. Ook onder het tot nu toe geldende regime van de Luchtvaartwet moet de burgermedegebruiker immers gegevens aanleveren aan de Minister van Defensie, die als handhavende instantie is belast met het handhaven van de geluidszone en het berekenen van de uiteindelijke jaarcontour. Ook recreatieve vliegclubs registreren onder het totnutoe geldende systeem reeds gegevens over uitgevoerde vluchten.

Inwerkingtreding

Artikel 7 bepaalt dat de regeling in werking treedt met ingang van 17 juni 2013. Deze datum is ontleend aan de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Leeuwarden in relatie tot de mogelijkheid een op het aantal vliegtuigbewegingen gebaseerde vergunning tot burgermedegebruik door de recreatieve luchtvaart af te geven. Het totstandkomen van dat besluit leidt er toe dat het regime van de Wet luchtvaart en dus ook de onderhavige regeling op die luchthaven van toepassing wordt. Als gevolg hiervan kan niet worden aangesloten bij de vaste verandermomenten. Dit stuit evenwel niet op bezwaar omdat – zoals hiervoor is toegelicht – er ook in het tot nu toe geldende systeem reeds registratieverplichtingen gelden.

Naar boven