Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 juni 2013, 121467-104582-VGP, houdende vaststelling van de Warenwetregeling invoer kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (Warenwetregeling kiemgroenten)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op:

  • Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2013, L 68);

  • Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de certificeringvoorschriften voor de invoer in de Unie van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PbEU 2013, L 68);

  • artikel 2, derde lid, en 4, onder c, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen;

  • artikel 10 van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder verordening (EU) 211/2013: Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de certificeringvoorschriften voor de invoer in de Unie van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PbEU 2013, L 68);

Artikel 2

Overtreding van artikel 3 van verordening (EU) 211/2013 is een strafbaar feit.

Artikel 3

Het certificaat, bedoeld in artikel 3, eerste lid, van verordening (EU) 211/2013, mag worden opgesteld of vergezeld gaan van een eensluidende vertaling in de Engelse taal.

Artikel 4

Artikel 4, eerste lid, van de Warenwetregeling procedures registratie en erkenning van levensmiddelenbedrijven wordt als volgt gewijzigd:

A

In onderdeel c vervalt ‘of’.

B

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door ‘; of’, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • d. de NVWA, voor zover het een erkenning betreft op grond van Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2013, L 68).

Artikel 5

Deze regeling wordt aangehaald als: Warenwetregeling kiemgroenten.

Artikel 6

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

  • 2. In afwijking van het eerste lid treden de artikelen 3 en 4 in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.

TOELICHTING

Algemeen

Op 12 maart 2013 zijn gepubliceerd:

  • 1. Verordening (EU) nr. 210/2013 van de Commissie van 11 maart betreffende de erkenning van inrichtingen die kiemgroenten produceren overeenkomstig Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2013, L 68), verder te noemen: verordening (EU) 210/2013;

  • 2. Verordening (EU) nr. 211/2013 van de Commissie van 11 maart 2013 betreffende de certificeringvoorschriften voor de invoer in de Unie van kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden (PbEU 2013, L 68), verder te noemen: verordening (EU) 211/2013.

Administratieve lasten en bedrijfseffecten

Deze regeling heeft gevolgen voor de administratieve lasten voor het bedrijfsleven die direct voortvloeien uit een EU-verordening. Artikel 3 van verordening (EU) 211/2013 vereist een certificaat. Dit is een administratieve last. Om de administratieve lasten te beperken is bepaald dat het certificaat ook in de Engelse taal mag worden opgesteld of vergezeld gaan van een eensluidende vertaling in de Engelse taal.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

Van het besluit van het kabinet inzake vaste verandermomenten van regelgeving wordt voor deze regeling (met uitzondering van de artikelen 3 en 4) afgeweken aangezien het hier Europese regelgeving betreft.

Artikelen 1, 2 en 3

Artikel 3 van verordening (EU) 211/2013 bepaalt dat zendingen kiemgroenten en voor de productie van kiemgroenten bestemde zaden die in de Unie worden ingevoerd en afkomstig zijn of verzonden worden uit derde landen vergezeld gaan van een certificaat overeenkomstig het in de bijlage bij die verordening vastgestelde model.

Verordening (EU) 211/2013 is een bindend EG-besluit als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder a, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen. Op grond van artikel 2, derde lid, van het Warenwetbesluit Invoer levensmiddelen uit derde landen is het verboden te handelen in strijd met een bepaling uit een bindend EG-besluit, voor zover:

  • a. het een verordening betreft; en

  • b. overtreding van die bepaling door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is aangeduid als strafbaar feit.

Deze regeling bepaalt dat overtreding van artikel 3 van verordening (EU) 211/2013 een strafbaar feit is. Op grond van artikel 3, eerste lid, tweede alinea, eerste zin, van verordening (EU) 211/2013 moet het certificaat, indien Nederland het land is waar de invoer in de EU plaatsvindt, worden opgesteld in de Nederlandse taal of vergezeld gaan van een Nederlandse vertaling. Lidstaten kunnen instemmen met het gebruik van een andere officiële taal van de Unie dan de eigen taal. Nederland maakt hiervan gebruik. Artikel 3 van deze regeling bepaalt dat het certificaat mag worden opgesteld of vergezeld gaan van een eensluidende vertaling in de Engelse taal.

Artikel 4

Artikel 2 van verordening (EU) 210/2013 bepaalt dat inrichtingen die kiemgroenten produceren door de bevoegde autoriteit worden erkend overeenkomstig artikel 6 van Verordening (EG) 852/20041.

Artikel 4 van deze regeling zorgt ervoor dat de exploitant van een levensmiddelenbedrijf die een erkenning wil voor een door hem beheerde inrichting die kiemgroenten produceert daarvoor een verzoek kan indienen bij de NVWA. De exploitant van een levensmiddelbedrijf is voor een erkenning een retributie verschuldigd aan de NVWA (artikel 4, derde lid, Warenwetbesluit retributies levensmiddelen juncto artikel 6, eerste lid, van de Warenwetregeling vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008).

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers.


X Noot
1

Verordening (EG) nr. 852/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake levensmiddelenhygiëne (PbEG 2004, L 139).

Naar boven