Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken, van 31 mei 2013, nr. 13097320, houdende tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden ter bestrijding van onkruiden in de teelt van schorseneren (Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van schorseneren tegen onkruid 2013)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309);

BESLUIT:

Artikel 1

Tijdelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 53 van Verordening (EG) 1107/2009 wordt verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Lentagran WP (toelatingsnummer 12915N) ter bescherming van de teelt van schorseneren tegen onkruid.

Artikel 2

De vrijstelling is slechts van toepassing indien de gebruiksvoorschriften in de bijlage bij dit besluit worden nageleefd.

Artikel 3

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 30 juli 2013.

Artikel 4

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke vrijstelling ter bescherming van de teelt van schorseneren tegen onkruid 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA Directeur-Generaal Agro

Een belanghebbende kan, binnen zes weken na de datum van publicatie in de Staatscourant, tegen dit besluit of een onderdeel daarvan een met redenen omkleed bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, ter attentie van Dienst Regelingen, Afdeling Rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag.

BIJLAGE

A. WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT

Toegestaan is uitsluitend het gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de teelt van schorseneren.

Veiligheidstermijn

De termijn tussen de laatste toepassing en de oogst mag niet korter zijn dan:

8 weken voor schorseneren.

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing in de teelt van schorseneren uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 m vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van minimaal 75% driftreducerende spuitdoppen.

Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is de toepassing in de teelt van schorseneren uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 m van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen.

Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.

B. GEBRUIKSAANWIJZING

Algemeen

Lentagran WP is een bladherbicide met contactwerking. Het bestrijdt eenjarige tweezaadlobbige onkruiden (inclusief triazine-resistente) zoals zwarte nachtschade, melganzevoet, muur, klein kruiskruid en kleine brandnetel.

Kamille wordt alleen in het kiembladstadium bestreden. Hanepoot is alleen in een zeer jong stadium gevoelig. Bloedgierst, akkerviooltje en veelknopigen zoals zwaluwtong en perzikkruid worden niet bestreden.

Het middel dient op jonge, goed groeiende onkruiden te worden toegepast.

Tijdens de bespuiting moeten gewas en onkruiden droog zijn. Neerslag binnen enkele uren na toepassing is nadelig voor de werking.

Hoeveelheid spuitvloeistof: 200 tot 400 liter per hectare.

Toepassingen

Schorseneren, ter bestrijding van éénjarige tweezaadlobbige onkruiden

Vanaf het 4 bladstadium van het gewas, 2 tot 3 bespuitingen uitvoeren. Om een optimale werking te verkrijgen kan het aanbeveling verdienen om, voorafgaand aan de toepassing van Lentagran WP, na het zaaien van het gewas, maar voor opkomst een daartoe toegelaten bodemherbicide toe te passen.

Dosering: 0,5 kg middel per hectare per bespuiting.

TOELICHTING VOOR DE STAATSCOURANT

Algemeen

Artikel 53 van de Verordening (EG) 1107/2009 van het Europese Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de Richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PbEU 2009, L 309) (hierna: Verordening (EG) 1107/2009) en artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb) maken het mogelijk in bijzondere omstandigheden vrijstelling te verlenen van het verbod om een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel binnen Nederland te brengen, op de markt te brengen, voorhanden te hebben of te gebruiken.

Vrijstelling kan worden verleend als een maatregel nodig blijkt voor een gecontroleerd en beperkt gebruik ter beheersing van een gevaar dat op geen enkele andere redelijke manier te beheersen is.

Met dit besluit wordt tijdelijk vrijstelling verleend voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Lentagran WP (toelatingsnummer 12915N) ter bescherming van de teelt van schorseneren tegen onkruid.

Bijzondere omstandigheden

Voor het middel Lentagran WP is in 2013 een NL-KUG (uitbreidingsaanvraag kleine toepassingen gewasbeschermingsmiddelen, uitsluitend in Nederland) aangevraagd voor de toepassing in schorseneren. Hiermee ontstaat perspectief op een toelating van Lentagran WP in schorseneren. Een kortstondig noodverband is daarmee gerechtvaardigd.

Gevaar voor de teelt

Door het niet beschikbaar hebben van voldoende herbiciden in de teelt van schorseneren is de onkruidbeheersing in deze teelt en het produceren van een schoon eindproduct moeilijk. Doordat schorseneer gedurende de hele teelt een open gewas blijft, is onkruid tijdens het hele teeltseizoen een probleem. De beginontwikkeling van schorseneren is langzamer dan de ontwikkeling van veel onkruiden, waardoor deze de schorseneren kunnen overwoekeren. Vandaar dat in schorseneren altijd rekening gehouden moet worden met opbrengstverlies door de aanwezigheid van onkruiden. Veel telers zullen de bewuste keuze maken om niet met de teelt van schorseneren te starten en zullen overgaan op gewassen die makkelijker geteeld kunnen worden, waarvoor een breder middelen- en maatregelenpakket beschikbaar is.

Het directe gevolg is dat het areaal aan schorseneren onder druk staat en dat de continuïteit van de teelt in Nederland snel in het geding kan komen, wat weer direct een invloed zou kunnen hebben op de verwerkende en conserven industrie.

Dit zal ook nog eens versterkt kunnen worden door concurrentie met landen als Frankrijk en België, waar het telen van schorseneren gemakkelijker is, doordat er meer middelen beschikbaar zijn.

Lentagran WP is een contactherbicide met een eigen specifieke werking en een eigen specifieke toepassingsperiode in de teelt, waardoor het veel van de resterende onkruidproblemen kan aanpakken. Een technisch doelmatig geïntegreerde teelt van schorseneren is zonder Lentagran WP in veel gevallen niet mogelijk.

Alternatieven

Voor de bestrijding van onkruid in de teelt van schorseneren zijn middelen en maatregelen beschikbaar die niet toereikend zijn voor een effectieve bestrijding van éénjarige breedbladige onkruiden. Mechanische onkruidbestrijding door middel van schoffelen kan in deze teelten een aanvulling zijn tussen de rijen. In de rijen is het echter geen alternatief, omdat het te veel schade geeft aan het gewas. Daarnaast is de effectiviteit van mechanische onkruidbestrijding sterk afhankelijk van factoren, zoals de stuifgevoeligheid van de grond en de weersomstandigheden. Het handmatig bestrijden van onkruiden is effectief, maar economisch niet rendabel. Daarnaast zijn er nog diverse teelttechnische maatregelen (zoals vruchtwisseling, bedrijfshygiëne, enz.) mogelijk om de onkruiddruk te verlagen, maar deze zullen het probleem niet weg kunnen nemen. De effectiviteit van deze maatregelen is ook sterk afhankelijk van de onkruiddruk, de weersomstandigheden en de grondsoort.

Eerder verleende vrijstelling

Op 11 april 2012 is eveneens op grond van artikel 38 Wgb vrijstelling verleend voor het gebruik van Lentagran WP tegen onkruid in de teelt van schorseneren.

Advies College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden

Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) adviseert de vrijstelling niet te verlenen vanwege het overschrijden van de norm voor uitspoeling naar grondwater door een metaboliet. Vanwege dit risico voor uitspoeling is in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift het beperkende voorschrift opgenomen:

Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden.

Verder zijn de volgende risicoreducerende maatregelen noodzakelijk om risico’s voor aquatische organismen en niet doelwit terrestrische planten aan de eisen te laten voldoen:

Om in het water levende organismen te beschermen is de toepassing in de teelt van schorseneren uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 meter vanaf de insteek van de sloot gebruik wordt gemaakt van minimaal 75 procent driftreducerende spuitdoppen.

Om niet tot de doelsoorten behorende terrestrische planten te beschermen is de toepassing in de teelt van schorseneren uitsluitend toegestaan wanneer in perceelstroken die niet grenzen aan oppervlaktewater in de eerste 14 meter van het gewas, gemeten vanaf het midden van de laatste gewasrij of de laatste plant in de rij gebruik wordt gemaakt van driftarme spuitdoppen.

Deze maatregelen zijn opgenomen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift.

De overwegingen

Hoewel op basis van de huidige beoordeling van het Ctgb een risico op uitspoeling naar grondwater is gesignaleerd, is een technisch doelmatige geïntegreerde teelt van schorseneren zonder de vrijstelling van het middel Lentagran WP niet mogelijk. Een hernieuwde vrijstelling van Lentagran WP is noodzakelijk omdat eenjarige tweezaadlobbige onkruiden een bedreiging vormen voor de teelt van schorseneren. Er is perspectief op een toelating van Lentagran WP in de teelt van schorseneren, waardoor een kortstondig noodverband gerechtvaardigd is.

De toepassingsrisico’s worden zo veel mogelijk beperkt door de door het Ctgb geadviseerde toepassingsvoorschriften op te nemen in het Wettelijk Gebruiksvoorschrift.

In overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, heb ik besloten om op grond van artikel 38 van de Wgb vrijstelling te verlenen voor het gebruik van het gewasbeschermingsmiddel WP (toelatingsnummer 12915N) ter bescherming van de teelt van schorseneren tegen onkruid.

Deze vrijstelling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 30 juli 2013.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: J.P. Hoogeveen MPA Directeur-Generaal Agro

Naar boven