Regeling van de Minister van Economische Zaken van 28 mei 2013, nr. AT-EZ/6813019, tot wijziging van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2013 ter aanpassing van het tarief voor randapparaten

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 5 van het Besluit vergoedingen Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2013 wordt gewijzigd als volgt:

A

De eerste zin van artikel 5, tweede lid, komt te luiden:

Voor de verlenging of wijziging van een vergunning of het verlenen van toestemming tot overdracht van een vergunning is een vergoeding verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, voor de categorieën en subcategorieën I.A.4, I.A.5, I.B.16, I.C en I.F, genoemd in bijlage I.

B

In subcategorie II.C.1 van Bijlage I, behorende bij artikel 2, eerste lid, wordt ‘€ 0,016’ vervangen door: € 0,014.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 28 mei 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Artikel I, onderdeel A

Bij vaststelling van de Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2013 (hierna: de regeling) is in artikel 5, tweede lid, abusievelijk opgenomen dat voor (onder andere) de wijziging tenaamstelling van een vergunning een vergoeding is verschuldigd die wordt vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, voor de in dit lid opgenomen (sub)categorieën. De betreffende vergoeding, vastgesteld op grond van de uurtarieven, bedoeld in bijlage II, voor de in dit lid opgenomen (sub)categorieën is echter verschuldigd voor wijziging van een vergunning en niet voor de wijziging van de tenaamstelling van een vergunning. De verschrijving wordt met deze wijziging gecorrigeerd.

Artikel I, onderdeel B

Het huidige tarief voor randapparaten wordt met 10% verlaagd. Het in de regeling opgenomen tarief per toegekend nummer is berekend op basis van de begrote kosten voor 2013 en de geschatte hoeveelheid nummers in 2013. De schatting van de hoeveelheid nummers en de daaruit voortvloeiende berekening van het tarief van € 0,016 vond echter op een relatief vroeg moment plaats (augustus 2012). Op 1 november 2012 werd bekend welke hoeveelheid nummers er daadwerkelijk in totaliteit door OPTA zijn toegewezen. Er bleek een toename van 13 miljoen nummers te zijn ten opzichte van 2012 en ook meer nummers dan waar bij de voorbereiding van de huidige regeling vanuit is gegaan. Na het bekend worden van deze gegevens is besloten dat de regeling op dit punt aangepast moet worden en dat de reeds verdisconteerde (begrote) verlaging van het tarief met 10% dus niet voldoende is. Daarom wordt het tarief nogmaals met 10% verlaagd tot € 0,014 per toegekend nummer. Voor zover reeds betalingen op grond van de hogere tarieven hebben plaatsgevonden zal het teveel betaalde worden gerestitueerd.

Artikel II

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk twee maanden voor inwerkingtreding. Deze wijzigingsregeling treedt echter in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze afwijkende bekendmaking en inwerkingtreding houden verband met het feit dat de in deze wijzigingsregeling opgenomen bepalingen dienen ter reparatie van enkele artikelen en ter verlaging van een tarief dat met terugwerkende kracht zal gaan gelden.

De terugwerkende kracht van de regeling wordt ingegeven door het feit dat de wijzigingen van de regeling niet belastend is. In de praktijk is de verschrijving in artikel 5, tweede lid, namelijk opgevangen door het ‘restartikel’ 6 als grondslag te gebruiken voor het in rekening brengen van het juiste tarief. Het uitgangspunt ten aanzien van de tarieven is dat zij gelden voor de periode van 1 januari tot en met 31 december en bovendien betreft de wijziging een verlaging.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp.

Naar boven