De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht;
BESLUIT:
ARTIKEL I
De Regeling omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:
Onder vernummering van de onderdelen 2° tot en met 4° tot de onderdelen 1° tot en
met 3°, vervalt onderdeel 1° van artikel 4.1, eerste lid, onder f.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld
TOELICHTING
In artikel 1.1, tweede lid, onder b en c, van de Wet milieubeheer is de verruimde
reikwijdte opgenomen. Onder b. is bepaald dat onder de gevolgen voor het milieu in
ieder geval wordt verstaan de gevolgen die verband houden met een doelmatig beheer
van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, de gevolgen die verband houden
met het verbruik van energie en grondstoffen alsmede gevolgen die verband houden met
het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting. Onder c. is opgenomen
dat onder de bescherming van het milieu mede wordt verstaan de zorg voor een doelmatig
beheer van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, de zorg voor een zuinig
verbruik van energie en grondstoffen alsmede de zorg voor een beperking van de nadelige
gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting.
In de praktijk bleek echter dat het invullen van de onderwerpen van de verruimde reikwijdte
niet voor alle thema's goed mogelijk was. Het thema ‘afvalpreventie’, als onderdeel
van het ‘doelmatig beheer van afvalstoffen’, bleek dermate specifiek te zijn dat in
veel gevallen nader onderzoek en maatwerk was vereist. Dit leidde tot het opleggen
van analyses en inventarisaties, ook zonder dat zich vooraf enig perspectief op rendement
aftekende.
Na overleg met het bedrijfsleven en het bevoegd gezag is met het oog op administratieve
lastenbeperking besloten de mogelijkheden voor het opleggen van onderzoeken en het
stellen van nadere eisen voor de verschillende onderwerpen uit de verruimde reikwijdte
drastisch te verminderen. In 2008 is besloten geen algemene voorschriften voor afvalpreventie
op te nemen in het Activiteitenbesluit.
Deze benadering is ook van toepassing op de indieningsvereisten voor een aanvraag
om een omgevingsvergunning voor het oprichten of in werking hebben van een inrichting.
Het vooraf vragen van gegevens over afvalpreventie binnen de inrichting leidt tot
een verhoogde administratieve belasting. Om die reden is door de onderhavige regeling
de bepaling in artikel 4.1, eerste lid, onder f, onderdeel 1°, komen te vervallen.
In de plaats daarvan zal het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor de betreffende
inrichting in de omgevingsvergunning toegesneden bepalingen opnemen met betrekking
tot afvalpreventie voor zover dat relevant is in relatie tot het specifieke bedrijfsproces.
In die gevallen zal de administratieve lastenverlichting in mindere mate opgaan. Mogelijk
dat de aan te leveren informatie meer specifiek en daarmee beperkter van aard kan
zijn.
Bij de inwerkingtreding van de regeling wordt het beleid inzake de vaste verandermomenten
van wetgeving niet volledig in acht genomen. De regeling treedt wel op een vast verandermoment
in werking, 1 juli 2014, maar er wordt geen invoeringstermijn van ten minste twee
maanden tussen de publicatie van de regeling en de inwerkingtreding daarvan, in acht
genomen. Eén van de mogelijke uitzonderingsgronden op het beleid inzake de vaste verandertermijnen
doet zich voor indien doelgroepen gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding. Met de
onderhavige wijziging van de regeling vervalt de verplichting om bij een vergunningaanvraag
informatie aan te leveren over de maatregelen en voorzieningen ten behoeve van het
voorkomen en beperken van afval. Hiermee worden de administratieve lasten voor de
doelgroep verlaagd. Op grond hiervan is dan ook besloten af te wijken van deze minimale
invoeringstermijn. Daarbij is eveneens in aanmerking genomen dat per 1 juli 2013 het
Omgevingsloket ook in deze zin wordt aangepast en er vanaf dat moment geen vragen
meer zijn opgenomen die zien op afvalpreventieonderzoek of afvalpreventiemaatregelen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld