Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 17 juni 2013, nr. IENM/BSK-2013/111358, tot wijziging van de Regeling omgevingsrecht (schrappen informatieplicht afvalpreventie)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 4.4, eerste lid, van het Besluit omgevingsrecht;

BESLUIT:

ARTIKEL I

De Regeling omgevingsrecht wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van de onderdelen 2° tot en met 4° tot de onderdelen 1° tot en met 3°, vervalt onderdeel 1° van artikel 4.1, eerste lid, onder f.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

TOELICHTING

In artikel 1.1, tweede lid, onder b en c, van de Wet milieubeheer is de verruimde reikwijdte opgenomen. Onder b. is bepaald dat onder de gevolgen voor het milieu in ieder geval wordt verstaan de gevolgen die verband houden met een doelmatig beheer van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, de gevolgen die verband houden met het verbruik van energie en grondstoffen alsmede gevolgen die verband houden met het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting. Onder c. is opgenomen dat onder de bescherming van het milieu mede wordt verstaan de zorg voor een doelmatig beheer van afvalstoffen of een doelmatig beheer van afvalwater, de zorg voor een zuinig verbruik van energie en grondstoffen alsmede de zorg voor een beperking van de nadelige gevolgen voor het milieu van het verkeer van personen of goederen van en naar de inrichting.

In de praktijk bleek echter dat het invullen van de onderwerpen van de verruimde reikwijdte niet voor alle thema's goed mogelijk was. Het thema ‘afvalpreventie’, als onderdeel van het ‘doelmatig beheer van afvalstoffen’, bleek dermate specifiek te zijn dat in veel gevallen nader onderzoek en maatwerk was vereist. Dit leidde tot het opleggen van analyses en inventarisaties, ook zonder dat zich vooraf enig perspectief op rendement aftekende.

Na overleg met het bedrijfsleven en het bevoegd gezag is met het oog op administratieve lastenbeperking besloten de mogelijkheden voor het opleggen van onderzoeken en het stellen van nadere eisen voor de verschillende onderwerpen uit de verruimde reikwijdte drastisch te verminderen. In 2008 is besloten geen algemene voorschriften voor afvalpreventie op te nemen in het Activiteitenbesluit.

Deze benadering is ook van toepassing op de indieningsvereisten voor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het oprichten of in werking hebben van een inrichting. Het vooraf vragen van gegevens over afvalpreventie binnen de inrichting leidt tot een verhoogde administratieve belasting. Om die reden is door de onderhavige regeling de bepaling in artikel 4.1, eerste lid, onder f, onderdeel 1°, komen te vervallen. In de plaats daarvan zal het bevoegd gezag voor de omgevingsvergunning voor de betreffende inrichting in de omgevingsvergunning toegesneden bepalingen opnemen met betrekking tot afvalpreventie voor zover dat relevant is in relatie tot het specifieke bedrijfsproces. In die gevallen zal de administratieve lastenverlichting in mindere mate opgaan. Mogelijk dat de aan te leveren informatie meer specifiek en daarmee beperkter van aard kan zijn.

Bij de inwerkingtreding van de regeling wordt het beleid inzake de vaste verandermomenten van wetgeving niet volledig in acht genomen. De regeling treedt wel op een vast verandermoment in werking, 1 juli 2014, maar er wordt geen invoeringstermijn van ten minste twee maanden tussen de publicatie van de regeling en de inwerkingtreding daarvan, in acht genomen. Eén van de mogelijke uitzonderingsgronden op het beleid inzake de vaste verandertermijnen doet zich voor indien doelgroepen gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding. Met de onderhavige wijziging van de regeling vervalt de verplichting om bij een vergunningaanvraag informatie aan te leveren over de maatregelen en voorzieningen ten behoeve van het voorkomen en beperken van afval. Hiermee worden de administratieve lasten voor de doelgroep verlaagd. Op grond hiervan is dan ook besloten af te wijken van deze minimale invoeringstermijn. Daarbij is eveneens in aanmerking genomen dat per 1 juli 2013 het Omgevingsloket ook in deze zin wordt aangepast en er vanaf dat moment geen vragen meer zijn opgenomen die zien op afvalpreventieonderzoek of afvalpreventiemaatregelen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

Naar boven