ARTIKEL I
De Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
2. Onderdeel c wordt geletterd b.
B
In de artikelen 4 en 17 vervallen telkens het tweede lid alsmede de aanduiding ‘1.’
voor het eerste lid.
C
De bijlage wordt vervangen door bijlage I bij deze regeling.
ARTIKEL II
De Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen wordt als volgt
gewijzigd:
A
Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage II bij deze regeling.
B
Bijlage 4 wordt vervangen door bijlage III bij deze regeling.
ARTIKEL III
De Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage IV bij deze regeling.
B
In bijlage 2 wordt voor artikel 2 een nieuw artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 1 Bewaartermijn opleidingsdossiers
De werkgever bewaart de dossiers, bedoeld in de randnummers 1.3.3 en 1.10.2.4 van
bijlage 1, gedurende de arbeidsrelatie met de werknemer die de opleiding heeft genoten.
C
In bijlage 2, na artikel 3, vervalt
‘Artikel 4.1.3.3 en 1.10.2.4 bewaartermijn opleidingsdossiers.
De werkgever bewaart de dossiers, bedoeld in randnummers 1.3.3 en 1.10.2.4 van bijlage
1 gedurende de arbeidsrelatie met de werknemer, die de opleiding heeft genoten.’
D
In bijlage 2, artikel 3, onder 1.9.5.1 NE, wordt in onderdeel 2 ‘randnummer 1.10.5’
vervangen door: de randnummers 1.10.3.1.2 en 1.10.3.1.3.
E
Bijlage 3 wordt vervangen door bijlage V bij deze regeling.
ARTIKEL IV
De Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen wordt als volgt gewijzigd:
A
Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage VI bij deze regeling.
B
In bijlage 2, hoofdstuk I, artikel 1 vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding
‘1.’ voor het eerste lid.
C
Bijlage 2, hoofdstuk I, artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Na ‘5.1.2.1/5.2.1 N’ wordt ingevoegd: /5.5.3.4.1/5.5.3.6.2.
2. In onderdeel 8.2.1. N, onderdeel b, onder 1°, worden de woorden ‘Besluit brandweerpersoneel’
vervangen door: Besluit personeel veiligheidsrisico’s’.
D
Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 1, tweede lid, komt te luiden:
-
2. Dit hoofdstuk is niet van toepassing op het vervoer dat plaatsvindt overeenkomstig
randnummer 1.1.3 en de hoofdstukken 3.4 en 3.5 van bijlage 1, behoudens de in de artikelen 4 tot en met 7 van die bijlage genoemde uitzonderingen
voor vuurwerk met de UN-nummers 0336 en 0337 met een totale netto explosieve massa
van meer dan 20 kilogram.
E
Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 3, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen h en i worden geletterd i en j.
2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
F
Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt na ‘klasse 1’ ingevoegd: wordt met voorrang op de pont toegelaten
boven andere voertuigen of personen.
3. De onderdelen c tot en met e worden geletterd b tot en met d.
G
Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 9 vervalt.
H
Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel vervalt ‘en tankcontainers’.
2. Het eerste lid komt te luiden:
-
1. In Nederland geregistreerde, ingevolge deze regeling keuringsplichtige voertuigen
als bedoeld in randnummer 9.1.3.1 van bijlage 1, kunnen overeenkomstig hun bestemming
worden gebruikt, indien zij zijn goedgekeurd door de Dienst Wegverkeer.
3. In het tweede, vierde, vijfde, zesde en zevende lid wordt ‘transportmiddel’ telkens
vervangen door: voertuig.
4. In het derde lid wordt ‘transportmiddelen’ telkens vervangen door: voertuigen.
I
Bijlage 3 wordt vervangen door bijlage VII bij deze regeling.
ARTIKEL V
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013.
TOELICHTING
Hoofdstuk 1. Inleiding
Deze regeling strekt in de eerste plaats tot wijziging van vier ministeriële regelingen
in verband met de implementatie van de tweejaarlijkse revisie van de internationale
voorschriften inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR), over de
binnenwateren (ADN) en over de spoorweg (RID).
Het gaat om de Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen (VLG), de Regeling
vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen (VBG), de Regeling vervoer over
de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) en de Regeling erkende instanties vervoer
gevaarlijke stoffen.
De onderhavige regeling strekt daarnaast tot implementatie van richtlijn nr. 2012/45/EU
van de Europese Commissie van 3 december 2012 tot tweede aanpassing aan de wetenschappelijke
en technische vooruitgang van de bijlagen bij richtlijn 2008/68/EG van het Europees
Parlement en de Raad betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land (PbEU
L 332/18).
Deze regeling strekt ten slotte tot herstel van een gebrek in de Regeling erkende
instanties vervoer gevaarlijke stoffen.
Hoofdstuk 2. Hoofdlijnen regeling en verhouding tot bestaande regelgeving
§ 2.1 Algemeen
De wijzigingen van de hiervoor genoemde regelingen houden onder meer verband met de
per december 2012 vastgestelde wijzigingen van de mondiale VN-aanbevelingen voor het
vervoer van gevaarlijke stoffen. Hiermee wordt een harmonisatie van voorschriften
voor de verschillende transportmodaliteiten bereikt.
De beveiligingsvoorschriften voor bepaalde bronnen met radioactieve stoffen zijn aangescherpt
vanwege het potentieel hoge gevaar.
Nieuwe ontwikkelingen bij het gebruik van gevaarlijke stoffen, zoals het verspuiten
van chemische stoffen (bijv. verf) onder druk, hebben tot aangepaste voorschriften
geleid, waardoor het vervoer praktisch mogelijk wordt, zonder verlies van veiligheid.
Regels voor het vervoer van buiten klinieken te reinigen of te repareren besmette
medische instrumenten worden aangepast waardoor ze meer op de praktijk aansluiten.
De snelle ontwikkelingen op het gebied van batterijen, zoals in elektrische auto’s
en fietsen, hebben geleid tot voorschriften waardoor, als gevolg van daarbij gestelde
voorwaarden, een veilig vervoer van deze batterijen praktisch mogelijk wordt.
Voorschriften voor zogeheten bergingsdrukhouders zijn opgenomen, waarmee helder wordt
op welke wijze beschadigde of lekkende drukhouders met deze bergingsdrukhouders kunnen
worden vervoerd.
Ter voorkoming van ongevallen door verstikkingsgevaar zijn speciale voorschriften
opgesteld voor het gebruik van koelmiddelen, zoals droogijs, stikstof en argon in
verpakkingen, voertuigen en containers. Het betreft met name de communicatie over
dit potentiële gevaar.
Gezien de omvang van de wijzigingen van de technische voorschriften zoals opgenomen
in de bijlagen II, IV en VI bij deze regeling is er voor gekozen deze niet in de Staatscourant
te publiceren. Bekendmaking vindt plaats door terinzagelegging in de bibliotheek van
de Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken van het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu, Koningskade 4, 2500 EX Den Haag. Ook is de bijlage te raadplegen via de
internetsite www. rijksoverheid.nl.
§ 2.2 Regeling vervoer over de binnenwateren van gevaarlijke stoffen
Naar aanleiding van een ongeval in Duitsland, waarbij een schip gekapseisd is, zijn
de voorschriften ten aanzien van de stabiliteit van binnenvaartschepen aangescherpt.
Ieder binnenvaartschip moet worden uitgerust met een computer waarmee bij belading
kan worden vastgesteld of het schip voldoende stabiel is. Ook moet de bemanning een
opleiding volgen over stabiliteit van binnenvaartschepen.
De vervoersvoorwaarden voor zware stookolie zijn gewijzigd. Op grond van de huidige
regelgeving kan zware stookolie nu worden vervoerd in een type N-open schip. Voor
het vervoer wordt een type-C schip (het meest veilige type) vereist, tenzij de dampdruk
van de te vervoeren stookolie lager is dat 1kPa. Bij deze lagere dampdruk is het risico
op de vorming van ladingdampen kleiner, wat een lager risico met zich meebrengt voor
bemanning en milieu. In dat geval is ook een type N-gesloten dubbelwandig schip toegestaan.
§ 2.3 Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen
Naar aanleiding van frequent voorkomende (druppel)lekkages van reservoirwagens op
het spoor moeten de lader en losser van deze wagens concrete procedures vaststellen
om de lekdichtheid van de tanks te verzekeren, voor en na het laden en lossen van
de tanks. Voor dit doel zijn door de industrie checklists opgesteld. Hierdoor kunnen
gevaarlijke situaties, die bijvoorbeeld kunnen leiden tot evacuatie van stations,
zo veel mogelijk worden voorkomen.
§ 2.4 Regeling vervoer over land van gevaarlijke stoffen
Het vervoer van (gebruikte) brandstoftanks met gas voor motorvoertuigen is op een
eenduidige en praktische wijze geregeld. Tevens zijn de voorschriften voor de markering
op afneembare tanks aangescherpt, zodat het onder meer duidelijk is dat het om een
afneembare tank gaat en verkeerd gebruik wordt voorkomen. Grotere transporteenheden
wordt verboden om, vanaf een bepaalde hoeveelheidsgrens en met bepaalde gevaarlijke
stoffen door tunnels te gaan van de categorie E (de categorie met de meeste restricties),
ook als de afzonderlijke verpakkingen gelimiteerde hoeveelheden gevaarlijke stoffen
bevatten.
Hoofdstuk 3. Gevolgen
De wijzigingen in de VBG, de VLG, de VSG en de Regeling erkende instanties vervoer
gevaarlijke stoffen houden verband met de wijzigingen van de internationale voorschriften
inzake het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze wijzigingen vinden tweejaarlijks
plaats. In die tweejaarlijkse periode komen de wijzigingen tot stand in internationaal
verband en in nauwe samenwerking met de verschillende vervoersbranches. In internationaal
verband wordt in algemene termen de handhaafbaarheid, veiligheid en haalbaarheid van
de verschillende wijzigingen onderzocht en voorgelegd aan de partijen. Deze bevindingen
worden meegenomen in de totstandkoming van de wijzigingen. De branches zijn daarmee
op de hoogte van de eventuele gevolgen die de wijzigingen voor de afzonderlijke sectoren
met zich meebrengen en hebben daarmee ook ingestemd. Met de wijzigingen wordt voldaan
aan de verplichte implementatie die op grond van de afzonderlijke verdragen is voorgeschreven.
Gezien de omvang van de wijzigingen is het niet mogelijk om voor iedere wijziging
afzonderlijk te specificeren wat de precieze gevolgen daar van zijn. In algemene zin
kan worden opgemerkt dat de wijzigingen geen nieuwe informatieverplichtingen met zich
meebrengen zodat de lasten daarvan niet toenemen of tenminste gelijk zullen blijven.
Met de wijzigingen worden zowel versoepelingen aangebracht naar aanleiding van in
de praktijk gesignaleerde problemen door vervoerders in de toepassing van de regels.
Anderzijds heeft het op een aantal onderwerpen geleid tot een aanscherping. Zoals
hiervoor aangegeven, zijn die in overleg met de branches tot stand gekomen.
Hoofdstuk 4. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt met ingang van 1 april 2013 in werking. Hiermee zijn de vaste
verandermomenten in acht genomen.
Hoofdstuk 5. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I, onder A en B
De tabellen in de bij de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen behorende
bijlage zijn eveneens aangepast aan de tweejaarlijkse revisie van de internationale
voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg (ADR), over de
binnenwateren (ADN) en over de spoorweg (RID).
Daarnaast is de hiervoor bedoelde regeling aangepast vanwege het corrigeren van een
gebrek. Op grond van artikel 4 van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke
stoffen kan een erkenning alleen worden verleend aan een onderneming met privaatrechtelijke
rechtspersoonlijkheid als bedoeld in artikel 5 van de Handelsregisterwet. Er is op
grond van deze regeling tot nu toe geen erkenning aan een onderneming verleend voor
de uitvoering van de in artikel 2, tweede lid, onder b, opgenomen handelingen en de
daarbij behorende randnummers. Tot nu toe komt alleen TNO voor deze erkenning in aanmerking.
De reden waarom TNO als enige hiervoor aanmerking komt is dat in de internationale
regelgeving, in geval er sprake is van ontplofbare stoffen of voorwerpen en vergelijkbare
reactieve stoffen, een uitzondering wordt gemaakt op de regel dat het classificeren
van nieuwe gevaarlijke stoffen aan de producent wordt overgelaten. Marktwerking en
economische motieven mogen daarop geen invloed hebben. Daarnaast is voor deze groep
stoffen zeer specialistische kennis en ervaring vereist. Besloten is TNO als enige
erkende instantie voor deze stoffen aan te wijzen omdat deze organisatie over de benodigde
specialistische kennis beschikt. Echter, TNO is een publiekrechtelijke rechtspersoon
en geen onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, en komt op grond
daarvan niet voor een erkenning in de zin van de Regeling erkende instanties vervoer
gevaarlijke stoffen in aanmerking. Daarom is in de regeling artikel 2, tweede lid,
onder b, met de daarbij behorende randnummers geschrapt. TNO is echter wel als erkende
instantie voor bepaalde randnummers aangewezen in de VLG, de VBG en de VSG. De bijlage
bij de VLG, de VBG en de VSG waarin de erkende instanties zijn aangewezen, is – voor
zover het TNO betreft – uitgebreid met de randnummers die voorheen waren gekoppeld
aan artikel 2, tweede lid, onder b, van de Regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke
stoffen. Als gevolg hiervan zijn alle randnummers waarvoor TNO de erkende instantie
is thans opgenomen in een bijlage bij de VLG, de VBG en de VSG.
De wijzigingen in onderdeel B houden verband met het laten vervallen van artikel 2,
tweede lid, onderdeel b.
Artikel IV, onder E
Aan de in Bijlage 2, hoofdstuk II, artikel 3, tweede lid, van de VLG opgenomen lijst
van tunnels waarvoor beperkingen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gelden wordt
de nieuwe, naar verwachting medio 2013 in gebruik te nemen, Michiel de Ruijtertunnel
onder het IJ in Amsterdam toegevoegd. Daarmee is het tunnelregime onmiddellijk van
kracht op het tijdstip van daadwerkelijke ingebruikname en behoeft de regeling niet
tussentijds wederom aangepast te worden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld