Logo Best Verkeersbesluit verkeersmaatregelen Eindhovenseweg-Zuid gedeelte gelegen buiten de bebouwde kom

INT12-4527

Burgemeester en wethouders van de gemeente Best

Overwegingen ten aanzien van het besluit

dat de Eindhovenseweg-Zuid is gelegen aan de oostzijde van Best;

dat de Eindhovenseweg-Zuid een belangrijke ontsluitings- / verbindingsfunctie vervult tussen Best en Eindhoven;

dat in juli 2011 is gestart met de reconstructie van de Eindhovenseweg-Zuid;

dat in het kader van deze reconstructie de bebouwde komgrens is ingesteld direct ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en direct ten westen van de westelijke toe- en afrit (afrit 28) van de rijksweg A2 middels het besluit van 21 maart 2011;

dat de Eindhovenseweg-Zuid is heringericht volgens het principe Duurzaam veilig;

dat de grondbeginselen van Duurzaam Veilig de volgende zijn:

het voorkomen van onbedoeld gebruik van de weg;

het voorkomen van grote snelheids- en richtingsverschillen;

het voorkomen van onzeker gedrag bij de gebruikers van de weg;

dat in het Gemeentelijk Verkeers- en VervoersPlan van de gemeente Best, vastgesteld in de raadsvergadering van december 2008, de Eindhovenseweg-Zuid is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg;

dat gebiedsontsluitingsweg voorziet in zowel het laten doorstromen als uitwisselen van het verkeer, maar dit naar plaats wordt gescheiden;

dat op het gedeelte van de Eindhovenseweg-Zuid gelegen buiten de bebouwde kom de maximum snelheid van 80 km/uur wordt gehandhaafd;

dat op de wegvakken de doorstroming van het verkeer centraal staat en op uitwisseling van het verkeer op de kruispunten plaatsvindt;

dat om de doorstroming op de wegvakken te garanderen en grote verschillen in massa en snelheid te voorkomen het langzaam verkeer en bestemmingsverkeer wordt gescheiden van het doorgaande gemotoriseerd verkeer;

dat ten noorden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze geen percelen worden ontsloten op de Eindhovenseweg-Zuid;

dat ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze verschillende percelen worden ontsloten op de Eindhovenseweg-Zuid;

dat de Eindhovenseweg-Zuid een voorrangsweg betreft en op de Eindhovenseweg-Zuid direct ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en direct ten noorden en zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat het bord B1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna RVV 1990) wordt geplaatst;

Kruisingen

dat de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat wordt geregeld middels verkeerslichten;

dat in het geval de verkeerslichtenregeling buiten werking is er een voorrangsregeling van kracht is, waarbij de Eindhovenseweg-Zuid een voorrangsweg betreft;

dat deze voorrangsregeling de verkeersveiligheid van het verkeer en doorstroming van het verkeer moet waarborgen;

dat verkeer komende vanaf de Ploegstraat voorrang moet verlenen aan het verkeer op de Eindhovenseweg-Zuid;

dat de voorrangsweg wordt aangegeven middels de borden B1 van het RVV 1990;

dat op de Ploegstraat de borden B6 van het RVV 1990 en haaientanden, zoals bedoeld in artikel 12 van het Besluit Administratieve Bepalingen Wegverkeer (hierna BABW), worden aangebracht;

dat alle aansluitingen op deze kruising voorzien zijn van een middeneiland om de rijrichtingen te scheiden;

dat het noodzakelijk is een gebod in te stellen voor alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

dat dit gebod wordt ingesteld door op de middeneilanden op de aansluitingen Eindhovenseweg-Zuid en Ploegstraat het bord D2 van het RVV 1990 te plaatsen;

dat de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

Parallelstructuur

dat er in totaal 15 percelen worden ontsloten op de Eindhovenseweg-Zuid;

dat het gemotoriseerde verkeer wat een van deze percelen als bestemming heeft wordt gescheiden van het doorgaande gemotoriseerd verkeer middels parallelwegen;

dat uitsluitend bestemmingsverkeer van de parallelwegen gebruik maakt;

dat de Patrijslaan wordt aangesloten op de parallelweg;

dat gezien het aantal uitritten en ligging van de Patrijslaan een zeer beperkt aantal voertuigen van de parallelstructuur gebruik maakt;

dat met de aanleg van de parallelwegen grote snelheids-, richtingsverschillen en onzeker gedrag bij de weggebruikers op de hoofdrijbaan worden voorkomen;

dat hiermee de veiligheid op de weg wordt verzekerd, weggebruikers en passagiers worden beschermd, de weg in stand wordt gehouden, de bruikbaarheid van de weg wordt gewaarborgd en de vrijheid van het verkeer zoveel mogelijk wordt gewaarborgd;

dat vanwege de verhouding tussen het fietsverkeer en gemotoriseerd verkeer de parallelwegen worden uitgevoerd als fietsstraat;

dat de fietsstraten worden vormgegeven met een totale bruikbare rijbreedte van 4,20 meter;

dat de fietsstraat is vormgegeven met een rode rijloper met aan weerszijden een zwarte rabatstrook;

dat uit het rapport ‘Onderbouwing verkeersbesluit fietsstraat Eindhovenseweg-Zuid Best’ opgesteld door Goudappel Coffeng, welke onderdeel uitmaakt van dit verkeersbesluit, blijkt dat de toepassing van een fietsstraat goed aansluit bij de functie en intensiteitenverhoudingen van deze parallelwegen;

dat de verplichte fietspaden aan beide zijden van de Eindhovenseweg-Zuid tussen de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat worden opgeheven, waarmee de parallelwegen worden opengesteld voor al het verkeer;

dat deze (brom)fietspaden worden opgeheven door het plaatsen van bord G12b van het RVV 1990;

dat op de locatie waar de verplichte (brom)fietspaden worden opgeheven in tegengestelde richting deze worden ingesteld;

dat weggebruikers worden geattendeerd op de fietsstraat middels het plaatsen van borden, waarop wordt aangegeven dat gemotoriseerd verkeer te gast is;

dat de fietsstraten aan beide zijden van de Eindhovenseweg-Zuid buiten de bebouwde kom zijn gelegen;

dat met het inrichten van de parallelweg als fietsstraat het ongewenst is een snelheidslimiet van 60 of 80 km/uur in te stellen, aangezien het snelheidsverschil tussen gemotoriseerd verkeer en langzaam verkeer te groot is;

dat volgens het principe Duurzaam Veilig onbedoeld gebruik van de weg, het voorkomen van grote snelheids- en richtingsverschillen en onzeker gedrag bij de gebruikers van de weg moet worden voorkomen;

dat daarom de maximum snelheid op de fietsstraten wordt teruggebracht naar 30 km/uur om de verkeersveiligheid te waarborgen;

dat op de parallelwegen voor het gemotoriseerd verkeer dezelfde rijrichting gewenst is als op de hoofdrijbaan;

dat hiermee wordt voorkomen dat het gemotoriseerd verkeer in de verkeerde richting de hoofdrijbaan oprijdt;

dat op de parallelweg gelegen aan de westzijde een eenrichtingsregime met een uitzondering voor (brom)fietsers van noord naar zuid wordt ingesteld middels het plaatsen van borden C2 en C3 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst “uitgezonderd <fietssymbool> <bromfietssymbool>”;

dat ter hoogte van de aansluiting met de Patrijslaan een bord C4 van RVV 1990 met een onderbord met de tekst “uitgezonderd <fietssymbool> <bromfietssymbool>” wordt geplaatst om verkeer komende vanuit de wijk Villawijk / Koekoeksbos te attenderen op het eenrichtingsregime met de uitzondering voor (brom)fietsers;

dat het gewenst is tweerichtingen verkeer voor (brom)fietsers toe te staan, zodat het omrijden voor (brom)fietsers wordt voorkomen;

dat op de parallelweg gelegen aan de oostzijde een eenrichtingsregime met een uitzondering voor (brom)fietsers van zuid naar noord wordt ingesteld middels het plaatsen van borden C2 en C3 van het RVV 1990 met een onderbord met de tekst “uitgezonderd <fietssymbool> <bromfietssymbool>”;

dat gemotoriseerd verkeer komende vanaf de hoofdrijbaan van de Eindhovenseweg-Zuid dat de parallelweg moet oprijden voorrang moet verlenen aan het (brom)fietsverkeer rijdend op de fietsstraten;

dat hiervoor haaientanden, zoals bedoeld in artikel 12 van het BABW, en het bord B6 van het RVV 1990 worden aangebracht op de uitvoegstroken richting de parallelwegen;

dat het gewenst is op de parallelrijbanen aan beiden zijden van de rijbaan een parkeerverbod in te stellen, waardoor wordt voorkomen dat voertuigen op de fietsstraat parkeren;

dat het ongewenst is dat voertuigen op de fietsstraat worden geparkeerd, aangezien dit de doorstroming voor fietsers negatief beïnvloedt en gemotoriseerde voertuigen elkaar (geparkeerd voertuig tegenover rijdend voertuig) lastig kunnen passeren;

dat het instellen van parkeerverboden aan beide zijden van de parallelwegen gewenst is om de verkeersveiligheid van de fietsers te waarborgen;

dat hierdoor onveilige inhaalmanoeuvres worden voorkomen, waarbij twee fietsers elkaar moeten passeren ter hoogte van op de fietsstraat geparkeerde voertuigen;

dat dit wordt bewerkstelligd middels het plaatsen van borden E1 van het RVV 1990 aan beide zijden van beide parallelwegen;

de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren, het beschermen van weggebruikers en passagiers en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

Doorsteken hoofdrijbaan

dat het doorgaande gemotoriseerd verkeer en gemotoriseerd bestemmingsverkeer wordt gescheiden middels de parallelstructuur;

dat het uitwisseling, zoals afslaande bewegingen in oostelijke of westelijke richting op de hoofdrijbaan ongewenst is;

dat afslaand verkeer in het principe Duurzaam Veilig ongewenst is, aangezien uitwisseling van verkeer op kruispunten plaats dient te vinden;

dat ter hoogte van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Patrijslaan voor fietsverkeer een doorsteek in de middenberm tussen de hoofdrijbanen is gelegen;

dat aan zowel de oost- als westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid een verplicht tweerichtingen (brom)fietspad is ingesteld;

dat hierdoor de nut en noodzaak van deze doorsteek is komen te vervallen en fietsverkeer dat aan de overzijde moet zijn op de met verkeerslichten geregelde kruisingen Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat kan oversteken;

dat ter hoogte van de percelen Eindhovenseweg-Zuid 75 en 140 en Eindhovenseweg-Zuid 73 doorsteken zijn gelegen in de middenberm tussen de hoofdrijbanen, waarvan uitsluitend voertuigen met een lengte korter dan vijf meter gebruik van mogen maken;

dat dit middels de borden D4 en onderbord met de tekst “voertuigen langer dan 5m” wordt aangegeven;

dat deze doorsteken in het principe Duurzaam Veilig ongewenst zijn, aangezien hierdoor uitwisseling van verkeer op wegvakken plaatsvindt;

dat om de verkeersveiligheid te waarborgen deze doorsteken worden opgeheven;

dat de nut en noodzaak van de doorsteken is komen te vervallen, aangezien bestemmingsverkeer kan keren op de kruisingen Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat;

de bovenvermelde maatregelen worden genomen op basis van artikel 2 van de WVW 1994 om de veiligheid op de weg te verzekeren en het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

dat op 13 juli 2012 het ontwerp verkeersbesluit aangaande de verkeersmaatregelen gelegen tussen de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en de gemeentegrens met Eindhoven is genomen;

dat op 17 juli 2012 het ontwerp verkeersbesluit is bekendgemaakt op de gemeentepagina in het weekblad ‘Groeiend Best’, waarna deze zes weken ter inzage heeft gelegen en de mogelijkheid bestond om zienswijzen in te dienen;

dat binnen de inzagetermijn vier zienswijzen zijn ingediend;

dat in de ‘Consultatienota ontwerp verkeersbesluit “Verkeersmaatregelen op de Eindhovenseweg-Zuid tussen het Wilhelminakanaal en de gemeentegrens Eindhoven”’ wordt gereageerd op de zienswijzen;

dat de ingediende zienswijzen geen aanleiding geven om de ontwerp verkeersbesluiten te wijzigen;

dat overleg met de Regiopolitie Brabant Zuid-Oost, afdeling B.O.S., is gevoerd;

dat de bovengenoemde weg in eigendom, onderhoud en beheer is bij de gemeente;

BESLUIT

gelet op de artikelen 15 en 18, eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet en de artikelen 12 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer en de ‘Consultatienota ontwerp verkeersbesluit “Verkeersmaatregelen op de Eindhovenseweg-Zuid tussen het Wilhelminakanaal en de gemeentegrens Eindhoven”;

1) door middel van het plaatsen van borden B1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 direct ten zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze de Eindhovenseweg-Zuid als voorrangsweg aan te merken;

 

2) door middel van het plaatsen van borden B1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 direct ten noorden en zuiden van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat de Eindhovenseweg-Zuid als voorrangsweg aan te merken;

 

3) door middel van het plaatsen van borden nummer B6 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 en het aanbrengen van haaientanden zoals bedoeld in artikel 12 van het BABW op de Ploegstraat op de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat een voorrangsregeling in te stellen waarbij verkeer komende vanaf de Ploegstraat voorrang moet verlenen aan het verkeer op de Eindhovenseweg-Zuid;

 

4) door middel van het plaatsen van borden nummer D2 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 op de middeneilanden op de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat een

gebod in te stellen dat alle bestuurders het bord voorbij te gaan aan de zijde die de pijl aangeeft;

 

5) door middel van het plaatsen van de borden G12b van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de verplichte (brom)fietspaden aan de oost- en westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid gelegen tussen kruisingen Eindhoveseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en Eindhovenseweg-Zuid/ Ploegstraat op te heffen en dit wegvak open te stellen voor alle categorieën weggebruikers;

 

6) door middel van het plaatsen van borden nummer A1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een maximum snelheid van 30 km/uur in te stellen op de parallelwegen aan de oost- en westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid tussen de kruisingen Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en Eindhovenseweg-Zuid / De Dieze;

  

7) door middel van het plaatsen van borden, nummer C2 en C4 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met daaronder het onderbord “uitgezonderd <fietssymbool> <bromfietssymbool>” op de parallelweg aan de oostzijde van de Eindhovenseweg-Zuid een eenrichtingsregime van zuid naar noord in te stellen met een uitzondering voor (brom)fietsers;

 

8) door middel van het plaatsen van borden, nummer C2, C3 en C4 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 met daaronder de onderborden “uitgezonderd <fietssymbool> <bromfietssymbool> een eenrichtingsregime van noord naar zuid in te stellen op de parallelweg aan de westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid met een uitzondering voor (brom)fietsers;

 

9) door middel van het plaatsen van de borden G12a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een verplicht (brom)fietspad, die in tweerichtingen mag worden bereden in te stellen aan de oostzijde van de Eindhovenseweg-Zuid op circa 70 meter van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze;

 

10) door middel van het plaatsen van de borden G12a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een verplicht (brom)fietspad, die in tweerichtingen mag worden bereden in te stellen aan de westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid op circa 40 meter van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze;

 

11) door middel van het plaatsen van de borden G12a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een verplicht (brom)fietspad, die in tweerichtingen mag worden bereden in te stellen aan de oostzijde van de Eindhovenseweg-Zuid op circa 50 meter van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat;

 

12) door middel van het plaatsen van de borden G12a van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 een verplicht (brom)fietspad, die in tweerichtingen mag worden bereden in te stellen aan de westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid op circa 70 meter van de kruising Eindhovenseweg-Zuid / Ploegstraat;

 

13) door middel van het plaatsen van borden nummer E1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 aan beide zijden van de parallelwegen gelegen aan de oost- en westzijde van de Eindhovenseweg-Zuid tussen de kruisingen Eindhovenseweg-Zuid / Terraweg / De Dieze en Eindhovenseweg-Zuid / De Dieze een parkeerverbod in te stellen;

 

 14) door middel van het verwijderen van de verharding in de middenberm gelegen tussen de hoofdrijbanen ter hoogte van de Patrijslaan de doorsteek voor het fietsverkeer op te heffen;

 

15) door middel van het verwijderen van de borden D4 met het onderbord met de tekst “voertuigen langer dan 5m’ en het verwijderen van de verharding in de middenberm gelegen tussen de hoofdrijbanen ter hoogte van de percelen Eindhovenseweg-Zuid 75 en 140 de doorsteek op te heffen;

 

16) door middel van het verwijderen van de borden D4 met het onderbord met de tekst “voertuigen langer dan 5m’ en het verwijderen van de verharding in de middenberm gelegen tussen de hoofdrijbanen ter hoogte van de percelen Eindhovenseweg-Zuid 73 de doorsteek op te heffen;

 

 

Zoals het een en ander is aangegeven op de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte tekeningen 9111020-N-UO-M&B-E (versie 7), 9111020-N-UO-M&B-G (versie 7), 9111020-N-UO-M&B-H (versie 7) en 9111020-N-UO-M&B-I (versie 7).

Best, 7 januari 2013

MEDEDELINGEN

Beroepsclausule

Dit verkeersbesluit ligt gedurende zes weken na deze publicatie voor één ieder ter inzage bij de receptie gedurende de openingstijden van het gemeentehuis te Best.

Tegen dit verkeersbesluit kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na deze publicatie een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank in ‘s-Hertogenbosch. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Hiervoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Het indienen van beroep heeft geen schorsende werking. Hiertoe kan bij de Voorzieningenrechter van de Rechtbank, sector Bestuursrecht te 's-Hertogenbosch (Postbus 90.125  5200 MA 's-Hertogenbosch) een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend. U kunt ook digitaal een verzoek om een voorlopige voorziening indienen via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Hiervoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.

Naar boven