Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 23 mei 2013, nr. IENM/BSK-2013/78623, tot wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000 in verband met aanpassing van de geschikheidseisen bij ADHD

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op de artikelen 111, vierde lid, en 134, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

ARTIKEL I

Paragraaf 8.10 van de bijlage bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 komt te luiden:

8.10 ADHD (inclusief subtypen)

Bij de eerste beoordeling door het CBR van personen met ADHD moet een onderzoek plaatsvinden door een onafhankelijk specialist met kennis en ervaring op het gebied van ADHD bij volwassenen aan de hand van een checklist met risicofactoren.

Personen met ADHD zijn onbeperkt geschikt voor rijbewijzen van groep 1 en 2 als voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • er is geen sprake van misbruik van psychoactieve middelen (zie paragraaf 8.8);

  • er is sprake van ziekte-inzicht en therapietrouw;

  • er is geen sprake van rijgevaarlijke bijwerkingen van de medicatie.

Tevens geldt dat indien sprake is van risicofactoren zoals angststoornissen, depressieve stoornissen of persoonlijkheidsstoornissen, dient te zijn gebleken dat deze voldoende onder controle zijn. Als daarbij rijgevaarlijke medicatie wordt gebruikt gelden tevens de desbetreffende paragrafen van hoofdstuk 10.

In twijfelgevallen kan de specialist het CBR een termijnbeperking adviseren van drie of vijf jaar, waarna, evenals bij de eerste keuring, een keuring door een specialist met kennis en ervaring op het gebied van ADHD bij volwassenen moet plaatsvinden, waarbij de bovenstaande voorwaarden van toepassing zijn.

Bij een eerste aanvraag van een rijbewijs van groep 1 of 2 dient bij de beoordeling een rijtest met een deskundige op het gebied van de praktische geschiktheid van het CBR plaats te vinden. Het CBR heeft hiervoor een uitvoerig protocol.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Inleiding

De onderhavige wijziging van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (hierna: de regeling) heeft betrekking op een wijziging van de voorwaarden die worden gesteld aan personen met de aandoening ADHD alvorens zij een verklaring van geschiktheid van het (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (hierna: CBR) kunnen verkrijgen.

ADHD

Sinds 2003 zijn de inzichten met betrekking tot personen met ADHD in relatie tot de geschiktheid tot het besturen van motorrijtuigen meermalen gewijzigd. Tot 2003 werden personen met ADHD die psychostimulantia gebruikten ongeschikt verklaard voor het krijgen van een rijbewijs. In 2003 is op verzoek van het CBR het advies van de Commissie Buitelaar uitgebracht.1 Op grond van dat advies is de regeling destijds aangepast met als gevolg dat deze personen geschikt werden geacht voor het besturen van motorrijtuigen op voorwaarde van een periodieke keuring. Voor rijbewijzen van groep 1 om de drie jaar en voor rijbewijzen van groep 2 om het jaar. Tevens vond bij de eerste beoordeling een rijtest plaats met een deskundige op het gebied van de praktische rijgeschiktheid van het CBR.

Vanaf 2011 kwamen er signalen vanuit de maatschappij en de wetenschap dat ADHD een stabiele, niet-progressieve aandoening is en dat geregelde herkeuringen weinig zinvol leken te zijn. Om die reden heb ik in juli 2012 advies gevraagd aan de Gezondheidsraad met als centrale vraag te kijken naar de nut en noodzaak van de periodieke herkeuringen van personen met ADHD. De Gezondheidsraad heeft op 12 maart 2013 een advies uitgebracht.2 De Gezondheidsraad concludeert in dat advies dat er veel argumenten zijn om de huidige keuringseis bij de eerste aanvraag, inclusief een rijtest, in stand te houden. Ten aanzien van de herkeuringen concludeert de Gezondheidsraad evenwel dat er geen wetenschappelijk onderbouwing in de literatuur te vinden is die erop wijst dat het verloop van ADHD leidt tot een mindere rijgeschiktheid. Om die reden adviseert de Gezondheidsraad tot het afschaffen van herkeuringen. Wel geeft de Gezondheidsraad aan indien er bij een (eerste) keuring sprake is van ‘voordeel van de twijfel’ (in die zin dat het alternatief zou zijn afkeuring), de keurend specialist de mogelijkheid dient te behouden om het CBR gemotiveerd te adviseren om een herkeuring na drie of vijf te laten uitvoeren.

De onderhavige wijziging van de regeling heeft tot doel de regeling aan te passen aan het advies van de Gezondheidsraad. De hierboven beschreven aanbevelingen zijn dan ook overgenomen. Dit betekent dat ADHD-patiënten die voor het eerst een aanvraag voor een rijbewijs doen een keuring dienen te ondergaan bij een onafhankelijk specialist met kennis van ADHD bij volwassenen en tevens een rijtest. Indien zij aan de in paragraaf 8.10 genoemde voorwaarden voldoen, kunnen zij een onbeperkte verklaring van geschiktheid ontvangen. Op grond hiervan zullen zij een onbeperkt rijbewijs ontvangen. Bij verlenging van een groep 1 rijbewijs hoeft dan ook geen nieuwe eigen verklaring te worden ingevuld. Voor groep 2 geldt dat bij elke aanvraag een eigen verklaring moet worden ingevuld, inclusief screening door de bedrijfsarts. Bij onbeperkte geschiktheid wegens ADHD moeten zij dus wel een eigen verklaring insturen, maar hoeft er geen keuring door de ADHD-specialist plaats te vinden.

In twijfelgevallen kan de keurende specialist het CBR adviseren tot een beperking tot een geschiktheid voor drie of vijf jaar. Bij vernieuwing van dat rijbewijs zal opnieuw een keuring door de specialist moeten plaatsvinden.

Voor de ADHD-patiënten die thans reeds beschikken over een in termijn beperkt rijbewijs geldt dat zij opnieuw een eigen verklaring dienen in te sturen voor een rijbewijs. Het hangt echter af van het advies van de specialist bij de vorige aanvraag of zij opnieuw verwezen zullen worden voor een keuring door de specialist. Was het advies bij de vorige keuring al dat de persoon onbeperkt geschikt is, maar kon dat vanwege het dwingend karakter van de Regeling eisen geschiktheid 2000 (namelijk de daarin opgenomen termijnbeperking van één en drie jaar) niet worden overgenomen, dan is een keuring door een specialist niet meer nodig. Personen die in het verleden ongeschikt zijn bevonden en een nieuwe aanvraag doen door middel van het invullen van een eigen verklaring zullen natuurlijk altijd naar een keuring moeten.

De onderhavige wijziging van de regeling versoepelt het regime in het kader van ADHD. Niet langer geldt er een maximale geschiktheid voor een periode van drie jaar (rijbewijzen van groep 1) of van één jaar (rijbewijzen van groep 2), maar is er de mogelijkheid dat men een onbeperkt rijbewijs kan krijgen. Er wordt overigens niet langer een onderscheid gemaakt tussen de rijbewijzen van groep 1 en groep 2. Daarnaast zijn de beperkingen in tijd verlengd tot drie of vijf jaar (voor beide groepen rijbewijzen). Dit betekent voor een grote groep ADHD-patiënten dat zij slechts eenmalig hoeft te worden gekeurd en een rijtest moet ondergaan om vervolgens een onbeperkt rijbewijs te krijgen. Voor de groep twijfelgevallen geldt in ieder geval niet langer een jaarlijkse herkeuring of driejaarlijkse herkeuring, maar driejaarlijks of vijfjaarlijks. Dit levert een vermindering in administratieve lasten op. Het is aan het klinisch oordeel van de ADHD-specialist om te bepalen of er sprake is van een twijfelgeval.

Het experiment waarmee de periodieke herkeuringseis in geval van ADHD voor groep 1 kwam te vervallen, is stopgezet. Met dit experiment kon bij verlenging van het rijbewijs in bepaalde gevallen worden volstaan met een verklaring van de eigen behandeld specialist, in plaats van een keuring. Conform het advies van de Gezondheidsraad kunnen mensen alleen onbeperkt rijgeschikt worden verklaard op basis van een keuring van een specialist.

Schematisch overzicht van de wijzigingen

 

was

wordt

Eerste aanvraag groep 1

• Eigen verklaring

• Keuring met onafhankelijk specialistisch rapport

• Rijtest

• Geldigheid rijbewijs: maximaal 1 of 3 jaar

• Eigen verklaring

• Keuring met onafhankelijk specialistisch rapport

• Rijtest

• Geldigheid rijbewijs: minimaal 3 jaar maximaal 10 jaar (standaardtermijn)

Verlenging rijbewijs

Groep 1 herkeuring

• Eigen verklaring

• Altijd onafhankelijk specialistisch rapport

• Geldigheid rijbewijs: maximaal 1 of 3 jaar

Minimale procedure:

Verlenging van rijbewijs zonder eigen verklaring (mogelijk indien men eerder onbeperkt geschikt is verklaard of op advies van specialist), geldigheid onbeperkt rijbewijs voor 10 jaar

Maximale procedure:

• Eigen verklaring

• Altijd specialistisch rapport

• Geldigheid rijbewijs: maximaal 3-5 jaar

Groep 1 herkeuring experiment

• Eigen verklaring

• Verklaring van behandeld specialist

• Geldigheid rijbewijs 3 jaar

Het experiment is vervallen.

Eerste aanvraag groep 2

• Eigen verklaring met keuring door bedrijfsarts

• Keuring door onafhankelijk specialist

• Rijtest

• Geldigheid rijbewijs maximaal 1 jaar

• Eigen verklaring met keuring door bedrijfsarts

• Keuring door onafhankelijk specialist

• Rijtest

• Geldigheid rijbewijs minimaal 3 jaar

• maximaal 5 jaar (standaardtermijn bij onbeperkt geschikt)

Verlenging rijbewijs

Groep 2 herkeuring

• Eigen verklaring met keuring door bedrijfsarts

• Altijd specialistisch rapport

• Geldigheid rijbewijs maximaal 1 jaar

minimaal:

• Verlenging van rijbewijs met eigen verklaring en keuring door bedrijfsarts.

• Als vorige leidde tot onbeperkt geschikt, dan geen rapport onafhankelijk specialist.

• Geldigheid rijbewijs 5 jaar (standaardtermijn bij onbeperkt geschikt)

maximaal

• Eigen verklaring met keuring door een bedrijfsarts

• Specialistisch rapport

• Geldigheid rijbewijs: maximaal 3 jaar

Administratieve lasten

De onderhavige regeling heeft een reductie in administratieve lasten voor burgers tot gevolg. De berekening is hieronder weergegeven.

 

minuten

kosten

Aanvragen EV (50% digitaal = 10 minuten per eigen verklaring + € 0,05 printkosten; 50% afhalen van gemeentehuis = 60 minuten + 1,28 reiskosten)

720 X 10 minuten = 7200

720 X 60 minuten = 43200

720 X 0,05 = € 36,-

720 X 1,28 = € 921,60

Invullen eigen verklaring (6 minuten)

1440 X 6 minuten = 8640

 

Kosten eigen verklaring (€ 23,80 per stuk)

 

1440 X 23,80 = € 34272,-

Afspraak maken bij specialist (15 minuten)

1440 X 15 minuten = 21600

 

Gaan naar de specialist voor een keuring (60 minuten + € 1,28 reiskosten

1440 X 60 minuten = 86400

1440 x 1,28 = 1843,20

Kosten keuring (€ 240,-)

 

1440 x 240 = 345600

Ontvangst keuringsuitslag en kopie maken (5 minuten en € 0,05)

1440 X 5 minuten = 7200

1440 X 0.05 = 72

Maken kopie EV (5 minuten en € 0,05)

1440 X 5 minuten = 7200

1440 x 0,05 = 72,-

Opsturen van de stukken per post (15 minuten en € 0,39

1440 X 15 minuten = 21600

1440 X 0,39 = 561,60

Archiveren (5 minuten)

1440 X 5 minuten = 7200

 

Informeren nieuwe wet- en regelgeving

1440 X 5 minuten = 7200

 

Bij de bovenstaande berekening is van het volgende uitgegaan:

Rijbewijs groep 1: omvang van de jaarlijkse groep herkeurders = 1200.

Dit getal is gebaseerd op het feit dat er 500 mensen met ADHD bekend zijn bij het CBR die medicatie gebruiken. De inschatting is dat een dubbel aantal geen medicatie gebruikt. Daarmee komt de groep ADHD-ers op jaarlijks 1500. De inschatting is dat voor 20% de herkeuring nog wel zal gelden (80% X 1500 = 1200).

Rijbewijsgroep 2: omvang van de jaarlijkse groep herkeurders = 240

Dit getal is gebaseerd op het feit dat er 100 mensen met ADHD bekend zijn bij het CBR die medicatie gebruiken. De inschatting is dat een dubbel aantal geen medicatie gebruikt. Daarmee komt de groep ADHD-ers op jaarlijks 300. De inschatting is dat voor 20% de herkeuring nog wel zal gelden (80% X 300 = 240).

Totale administratieve lastenreductie:

Besparingen op jaarbasis

uren

euro

Minder aanvragen van eigen verklaring en herkeuring

3504

€ 383.378,40

Kennisneming nieuwe regelgeving

120

 

Totaal besparingen

3384

€ 383.378,40

Er is geen sprake van administratieve lasten of nalevingskosten voor het bedrijfsleven.

Vaste-verandermomenten

Besloten is niet vast te houden aan de vaste-verandermomenten, vanwege de aanzienlijke versoepeling van de eisen die worden gesteld aan ADHD-patiënten voor het verkrijgen van een verklaring van geschiktheid.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.


X Noot
1

Commissie Buitelaar: Rijgeschiktheid voor mensen met ADHD die behandeld worden met methylfenidaat. Rijswijk: Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen, 2003 (www.cbr.nl).

X Noot
2

Briefadvies Rijgeschiktheid bij ADHD. Publicatie nummer 2013/1. (www.gezondheidsraad.nl/sites/default/files/201301RijgeschiktheidADHD_0.pdf)

Naar boven