Aanwijzing van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 23 april 2013, kenmerk 112320-102565-MC, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake aanvulling van de Aanwijzing contracteerruimte AWBZ 2013 in verband met tariefmaatregel vervoer dagbesteding specifieke groepen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 15 maart 2013 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal als bedoeld in artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Kamerstukken II 2012/13, 30 597, nr. 288);

Gezien de motie-Bergkamp/Van Dijk (Kamerstukken II 2012/13, 25 847, nr. 113) die op 9 april 2013 door de Tweede Kamer is aangenomen;

Besluit:

Enig artikel

De Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) verhoogt de op grond van de Aanwijzing contracteerruimte AWBZ 2013 door haar berekende contracteerruimte voor 2013 met € 25 miljoen ten behoeve van de tarieven voor het in die aanwijzing bedoelde vervoer ten behoeve van de doelgroep kinderen en de doelgroep gehandicapte rolstoelgebonden cliënten. Zij onderzoekt welke eventuele knelpunten zich voordoen bij het vervoer voor deze doelgroepen en rapporteert mij hierover tijdig voor 1 september 2013.

Van deze aanwijzing wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

TOELICHTING

In mijn aanwijzing aan de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: zorgautoriteit) inzake de Contracteerruimte AWBZ voor 2013¹ is vermeld dat de taakstelling voor vervoer wegens dagbesteding of behandeling in totaal € 150 miljoen bedraagt. Hiervan diende € 91 miljoen te worden bereikt door tariefkorting en € 59 miljoen door afschaffing van de nacalculatie. De zorgautoriteit heeft mij op 23 januari 2013² laten weten dat zij meent dat voor twee doelgroepen een hoger tarief nodig is dan zij eerder in haar beleidsregels heeft vastgelegd. Ik volg de zorgautoriteit hier in zoverre in, dat ik voor 2013 de taakstelling op de vervoerstarieven met € 25 miljoen mitigeer. Dit bedrag is conform het maximumbedrag dat al werd genoemd in de voorhangbrief over de contracteerruimte 2013 van oktober 2012³. Deze extra middelen zijn bestemd voor vervoer van de door de zorgautoriteit aangeduide doelgroepen, te weten kinderen (onder andere wegens vervoer naar gespecialiseerde kinderdagcentra of behandelcentra voor verstandelijk gehandicapten) en gehandicapte rolstoelgebonden cliënten.

Ingevolge de AWBZ en het daarop gebaseerde Besluit zorgaanspraken AWBZ (BZa) heeft de verzekerde, indien hij gedurende een dagdeel begeleiding of behandeling in een instelling ontvangt, aanspraak op vervoer van en naar die instelling indien daarvoor een medische noodzaak bestaat (artt. 6, 8 en 10 BZa). Die aanspraak bestaat slechts voor zover de verzekerde, gelet op zijn behoefte en uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening, redelijkerwijs daarop is aangewezen (art. 2, derde lid, BZa)⁴. Er is veel gelegen aan de wijze waarop een instelling het vervoer organiseert. Naar mijn overtuiging is daar nog veel doelmatigheidswinst te realiseren. Weliswaar zijn keuzevrijheid en diversiteit van het aanbod uitgangspunten, maar niet absoluut en tegen elke prijs. Ik ga er dan ook van uit dat partijen er alles aan doen dagbesteding en bijbehorend vervoer zo doelmatig mogelijk te organiseren, zeker ook gelet op deze tijd van budgettaire krapte.

De zorgautoriteit dient te onderzoeken welke eventuele knelpunten zich voordoen bij het vervoer voor de genoemde doelgroepen en mij daarover tijdig voor 1 september 2013 te rapporteren. Dit met het oog de motie-Bergkamp/Van Dijk⁵, die op 9 april 2013 door de Tweede Kamer is aangenomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

---

1 Stcrt. 2012, 24223.

2 Kenmerk 0028713/35375.

3 Kamerstukken II 2012/13, 30 597, 267.

4 Zie ook LJN: BY3197, Gerechtshof 's-Gravenhage; VGN c.s. tegen de Staat inzake vervoerstarieven.

5 Kamerstukken II 2012/13, 25 847, nr. 113.