Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 mei 2013, nr. BOACAT2013/031, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de regionale eenheid Noord-Nederland.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de regionale eenheid Noord-Nederland van 16 april 2013;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 7, zevende lid, van de Politiewet 2012;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

Als buitengewoon opsporingsambtenaar worden aangewezen de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder b, van de Politiewet 2012, die hun werkgebied hebben in de regionale eenheid Noord-Nederland.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI Generieke Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 900 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Noord-Nederland.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

De buitengewoon opsporingsambtenaar kan de in artikel 7, eerste en derde lid, van de Politiewet 2012 omschreven bevoegdheden uitoefenen met gebruikmaking van handboeien.

Artikel 7

  • 1. De korpschef brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, Dienst Justis, afdeling V&T, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 8

Het besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Drenthe 2008 van 23 juni 2008, nr. 5552021/08, zal vervallen op 1 juli 2013.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Groningen 2008 van 18 juli 2008, nr. 5556010/08, wordt ingetrokken.

Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regiopolitie Friesland 2012 van 14 februari 2012, nr. 5723252/Justis/12, wordt ingetrokken.

Artikel 9

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 8 genoemde besluiten, worden geacht mede te zijn afgegeven op basis van dit besluit.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2013 en vervalt op 1 juli 2018.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar regionale eenheid Noord-Nederland 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 mei 2013.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze: A.A.A.M. Huldy, Afdelingsmanager V&T, wnd.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Artikel 9 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven aktes.

Naar boven