Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 7 mei 2013, nr. WJZ/13050860, met betrekking tot de opleidingseisen voor de verzorging en behandeling van proefdieren als bedoeld in artikel 3 van het Dierproevenbesluit (Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op artikel 3 van het Dierproevenbesluit;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. diploma:

diploma als bedoeld in artikel 7.4.6 van de Wet educatie beroepsonderwijs,

b. getuigschrift:

getuigschrift als bedoeld in artikel 7.11 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

c. graad:

graad als bedoeld in artikel 7.10a van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek,

c. kwalificatiedossier:

kwalificatiedossier in de zin van artikel 1.1.1, onderdeel t1, van de Wet educatie en beroepsonderwijs,

d. proefdieren:

dieren die voor proeven worden gebruikt.

Artikel 2

Als diploma, bedoeld in artikel 3 van het Dierproevenbesluit wordt erkend het diploma of de graad ter afsluiting van de volgende opleidingen:

  • a. proefdierverzorger zoals beschreven in het kwalificatiedossier Proefdieren, Crebonummer 97770,

  • b. Bachelor Toegepaste Biologie, specialisatie Dierwetenschappen, aan de HAS Hogeschool,

  • c. biotechnicus zoals beschreven in het kwalificatiedossier Proefdieren, Crebonummer 97780,

  • d. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting research, minor Life Science Research, aan de Hogeschool Rotterdam,

  • e. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Biomedisch Onderzoek, minor Proefdierkunde, aan de Avans Hogeschool,

  • f. Bachelor Diermanagement, afstudeerrichting Proefdierbeheer, ingevuld als major of minor, of afstudeerrichting Wildlife Management, minor Verantwoord diergebruik in veldonderzoek, aan de Hogeschool Van Hall Larenstein,

  • g. Bachelor Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek, afstudeerrichting Zoology, aan de Hogeschool Utrecht,

  • h. Master Diergeneeskunde aan de Universiteit Utrecht.

Artikel 3

Als eisen van bekwaamheid als bedoeld in artikel 3 van het Dierproevenbesluit gelden de ‘Curriculumeisen ten behoeve van een erkenning ex artikel 12 op HBO-niveau’ zoals gepubliceerd op http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/besluiten/2013/05/08/curriculumeisen-tbv-een-erkenning-ex-artikel-12-op-hbo-niveau.html , dat is afgesloten met een getuigschrift.

Artikel 4

In het kader van de verzorging en behandeling van proefdieren, is het verrichten van de volgende werkzaamheden voorbehouden aan de volgende personen:

  • a. het uitvoeren van enkele eenvoudige biotechnische handelingen, zoals het afnemen van bloed, het oraal ingeven, het toedienen van eenvoudige injecties, het verwijderen van hechtingen en het op verantwoorde wijze doden van kleine proefdieren: degene die beschikt over een diploma of graad als bedoeld in artikel 2 of een getuigschrift als bedoeld in artikel 3,

  • b. het uitvoeren van andere biotechnische werkzaamheden dan bedoeld onder a, zoals het canuleren van (bloed)vaten, het wegnemen van (delen van) organen, het toepassen van (inhalatie)narcose en het op verantwoorde wijze doden van grotere proefdieren: degene die beschikt over een diploma of graad als bedoeld in artikel 2, onder c tot en met h, of een getuigschrift als bedoeld in artikel 3.

Artikel 5

  • 1. De Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit wordt ingetrokken.

  • 2. Een in artikel 1 van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit genoemd diploma voor een opleiding tot proefdierverzorger, behaald vóór de datum waarop dit besluit in werking treedt, wordt gelijkgesteld met een diploma als bedoeld in artikel 2, onder a en b. De overige diploma’s genoemd in artikel 1 van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór de datum waarop dit besluit in werking treedt, worden gelijkgesteld met de diploma’s en graden als bedoeld in artikel 2, onder c tot en met h.

  • 3. Een certificaat als bedoeld in artikel 1a van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór de datum waarop dit besluit in werking treedt, wordt gelijkgesteld met een getuigschrift als bedoeld in artikel 3.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2013.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 mei 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang daarbij rechtstreeks is betrokken, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is verzonden een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Staatssecretaris van Economische Zaken, Dienst Regelingen, Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de datum van publicatie van het besluit in de Staatscourant.

TOELICHTING

1. Inhoud besluit

Dieren die voor proeven worden gebruikt, dienen volgens artikel 3 van het Dierproevenbesluit te worden verzorgd en behandeld door personen als bedoeld in artikel 2 van het Dierproevenbesluit of door anderen, die over een door de Minister erkend diploma beschikken dan wel aan de door hem gestelde eisen van bekwaamheid voldoen. Het Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren voorziet in deze erkenning van diploma’s en vaststelling van eisen van bekwaamheid.

In artikel 2 worden de erkende diploma’s genoemd. Het betreft hier zowel diploma’s voor middelbaar beroepsonderwijs als graden voor hoger beroepsonderwijs en een masteropleiding op het niveau van wetenschappelijk onderwijs. De genoemde opleidingen zorgen ervoor dat degene die beschikken over een van deze diploma’s in staat zijn ervoor zorg te dragen dat de dieren behoorlijk worden verzorgd en behandeld met inachtneming van de regels die daaraan worden gesteld bij of krachtens het Dierproevenbesluit.

In artikel 3 worden de eisen van bekwaamheid vastgesteld. Hiermee kunnen personen die een andere opleiding dan die genoemd in artikel 2 hebben afgerond, zich met een verkorte opleiding/bijscholing op het niveau van hoger onderwijs alsnog kwalificeren om proefdieren te verzorgen of behandelen. Om proefdieren te mogen verzorgen of behandelen moeten personen die niet beschikken over een diploma of graad genoemd in artikel 2, beschikken over een getuigschrift ter afsluiting van de onderdelen opgenomen in het curriculum genoemd in artikel 3.

Tot slot wordt in artikel 4 bepaald welke handelingen door welke personen mogen worden verricht. In onderdeel a worden enkele eenvoudige handelingen genoemd die mogen worden verricht door degenen die over een diploma genoemd in artikel 2 beschikken of voldoen aan de eisen van bekwaamheid in artikel 3. De handelingen genoemd in onderdeel b zijn minder eenvoudig en mogen daarom uitsluitend worden verricht door degenen die beschikken over een diploma voor middelbaar beroepsonderwijs op niveau 4 of hoger onderwijs of voldoen aan de eisen van bekwaamheid in artikel 3. Omdat het onderwijs met betrekking tot de verzorging en behandeling van proefdieren voor de Bachelor Toegepaste Biologie, specialisatie Dierwetenschappen, aan de Hogeschool HAS te Den Bosch in de praktijk op niveau 3 van het middelbaar onderwijs wordt gegeven, geeft dit diploma alleen de bevoegdheid om de handelingen in onderdeel a van artikel 4 te verrichten.

Het Besluit erkenning opleidingen verzorging en behandeling proefdieren vervangt de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit. De aanleiding daarvoor is tweevoudig. De eerste aanleiding tot vervanging van de regeling is het corrigeren van de namen van opleidingsinstituten en opleidingen. Een aantal van de in de regeling opgenomen namen zijn verouderd. Om te voorkomen dat bij een nieuwe naamswijziging van MBO-opleidingen het besluit moet worden gewijzigd, is ervoor gekozen naar opleidingen op dit niveau te verwijzen door de namen en Crebonummers van de kwalificatiedossiers op te nemen. Voor het hoger onderwijs bestaat een dergelijk hoger aggregatieniveau niet. De opleidingen op het niveau van hoger onderwijs zijn opgenomen zoals deze in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) zijn opgenomen, eventueel met de specialisatie zoals verwoord in de relevante Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding.

Daarnaast is de verwijzing naar deelkwalificaties als gevolg van de wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) per 1 januari 2012 niet overgenomen in het nieuwe besluit. Tot 1 januari 2012 waren de op basis van de Wet educatie beroepsonderwijs (WEB) vastgestelde kwalificaties onderverdeeld in deelkwalificaties, waaraan een certificaat was verbonden. Houders van zo’n certificaat, of van het complete diploma waar deze deel van uitmaakte, konden hiermee aantonen aan de beroepsvereisten te voldoen. Door wijziging van de WEB per 1 januari 2012 is de verdeling van de kwalificaties in deelkwalificaties vervallen. Op basis van de gewijzigde wet zijn nieuwe kwalificaties vastgesteld in de Regeling vaststelling kwalificatiedossiers en opleidingsdomeinen 2012. Deze gelden voor alle nieuwe inschrijvingen vanaf 1 augustus 2012. De WEB bepaalt nu dat, waar noodzakelijk, in kwalificaties onderdelen kunnen zijn opgenomen met een specifieke betekenis op de arbeidsmarkt. Inmiddels is het uitgeven van diploma’s waarvan deelkwalificaties onderdeel uitmaken op dit onderwijsterrein geen praktijk meer. De verwijzing naar opleidingen waarvan de deelkwalificatie ‘verzorgen proefdieren’ onderdeel uitmaakt is daarom niet overgenomen in het nieuwe besluit.

2. Overgangsrecht

Voor de inwerkingtredingsdatum van het besluit is aangesloten bij de vaste verandermomenten: het treedt in werking met ingang van 1 juli 2013. De Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit komt daarmee ook per 1 juli 2013 te vervallen. In artikel 5 worden de diploma’s en certificaten genoemd in de artikelen 1 en 1a van de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit, behaald vóór 1 juli 2013, gelijkgesteld met de diploma’s, graden en getuigschriften genoemd in de artikelen 2 en 3. Personen die deze diploma’s vóór 1 juli 2013 hebben behaald mogen dus ook onder het nieuwe besluit proefdieren blijven verzorgen en behandelen. Ten aanzien van deze diploma’s blijft net als in de Regeling erkenning diploma’s Dierproevenbesluit gelden dat proefdierverzorgers bevoegd zijn de eenvoudige handelingen in artikel 4, onder a, uit te voeren, en personen met een ander diploma genoemd in artikel 1 van die regeling bevoegd zijn zowel deze eenvoudige handelingen als ook de complexere handelingen in artikel 4, onder b, uit te voeren.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven