Regeling literaire projecten en manifestaties

De Stichting Nederlands Letterenfonds,

Gelet op het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 10, lid 4, van de Wet op het specifiek cultuurbeleid;

Gelet op het Algemeen reglement;

Besluit:

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

1. Bestuur:

het bestuur van het Letterenfonds;

2. Internationale literaire manifestatie:

een voor publiek toegankelijke, in tijd beperkte activiteit in Nederland op het gebied van de literatuur voor een Nederlands- of Friestalige doelgroep, met deelname van niet-Nederlandstalige literaire auteurs.

3. Letterenfonds:

de Stichting Nederlands Letterenfonds;

4. Literaire manifestatie:

een voor publiek toegankelijke, in de tijd beperkte activiteit in Nederland op het gebied van de literatuur, met deelname van in de Nederlandse of Friese taal schrijvende literaire auteurs of literaire vertalers;

5. Literair project:

een in de tijd beperkte activiteit in Nederland op het gebied van de literatuur met een Nederlands- of Friestalige doelgroep, en een publiek karakter of een publieke component;

6. Nederland:

het Koninkrijk der Nederlanden, bestaande uit Nederland inclusief Bonaire, Sint-Eustatius, Saba en Aruba, Curaçao en Sint Maarten;

7. Rechtspersoon:

een rechtspersoon met volledige rechtsbevoegdheid zonder winstoogmerk, die mede tot doel heeft het organiseren van literaire activiteiten en niet het beoefenen van onderwijs of wetenschap als voornaamste doelstelling heeft. Indien de hiervoor bedoelde rechtspersoon niet in Nederland is gevestigd dient de rechtspersoon een samenwerkingsverband te zijn aangegaan met een in Nederland gevestigde rechtspersoon die voldoet aan de omschrijving in de eerste volzin.

Artikel 2. Toepasselijkheid

Deze regeling is van toepassing op subsidies die het bestuur verstrekt voor de totstandkoming van literaire projecten, literaire manifestaties of internationale literaire manifestaties. In bijzondere gevallen kan het bestuur besluiten deze regeling ook toe te passen op literaire activiteiten van in Nederland gevestigde rechtspersonen die buiten Nederland plaats vinden.

Artikel 3. Vereisten aanvrager

De aanvrager is een rechtspersoon.

Artikel 4. Algemene vereisten

Een subsidie kan slechts worden verstrekt indien:

  • a) het literaire project of de (internationale) literaire manifestatie door tenminste één andere publieke of private partij wordt ondersteund of sprake is van publieksinkomsten;

  • b) er sprake is van een verwacht financieel tekort (activiteitenlasten minus inkomsten);

  • c) de aanvraag is ingediend minimaal twee maanden voor aanvang van het literaire project of de (internationale) literaire manifestatie;

  • d) het literaire project of de (internationale) literaire manifestatie binnen een jaar na indiening van de aanvraag is afgerond;

  • e) de aanvrager ten behoeve van het tijdvak waarin de literaire activiteiten plaats zullen vinden geen meerjarige instellingssubsidie heeft ontvangen van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • f) het budget niet is uitgeput.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend met gebruikmaking van een door het Letterenfonds ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 2. Het aanvraagformulier is naar waarheid, volledig en volgens de richtlijnen in de toelichting bij het aanvraagformulier ingevuld en voorzien van alle bijlagen.

  • 3. Aanvraagformulieren zijn digitaal beschikbaar via de website www.letterenfonds.nl.

  • 4. Aanvragen kunnen, na een afwijzend besluit zoals bedoeld in artikel 7 niet meer opnieuw worden ingediend.

Artikel 6. Adviescommissie

Het bestuur laat zich over de toets aan de beoordelingscriteria en de hoogte van de subsidie adviseren door een adviescommissie samengesteld uit leden van de raad van advies als bedoeld in het Huishoudelijk reglement van het Letterenfonds. Het bestuur betrekt bij zijn besluit over de aanvraag het advies van de adviescommissie. De adviescommissie kan zich laten bijstaan door één of meer externe adviseurs.

Artikel 7. Beoordelingscriteria

  • 1. De aanvragen worden getoetst aan de volgende criteria:

    • a. het belang van de activiteiten voor het Nederlandse literaire en culturele klimaat;

    • b. de professionaliteit van de aanvrager;

    • c. de kwaliteit van de activiteiten beschreven in het plan;

    • d. het innovatief karakter van de activiteiten;

    • e. het beoogd publieksbereik (kwalitatief en kwantitatief);

    • f. de mate waarin de activiteiten bijdragen aan talentontwikkeling en leesbevordering;

    • g. culturele diversiteit;

    • h. de kwaliteit en realiteitszin van de begroting;

    • i. de kwaliteit en realiteitszin van het marketingplan;

    • j. de mate waarin de aanvrager er in is geslaagd andere financiering voor de activiteiten te vinden;

    • k. de mate waarin de activiteiten gerelateerd zijn aan de reguliere werkzaamheden van de aanvrager;

    • l. de geografische spreiding van de activiteiten over Nederland;

    • m. De mate waarin vorige literaire activiteiten, waarvoor een subsidie door het Letterenfonds of zijn rechtsvoorgangers is verleend, zijn uitgevoerd en er aan de opgelegde subsidieverplichtingen is voldaan.

  • 2. Voor toekenning van de aanvraag dient in ieder geval het oordeel over a, b, c, e en h, positief te zijn.

Artikel 8. Hoogte subsidiebedrag en subsidieplafond

  • 1. De hoogte van de subsidie wordt door het bestuur bepaald aan de hand van bandbreedtes. Deze bandbreedtes worden bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

  • 2. Binnen een bandbreedte wordt de hoogte van de subsidie bepaald op grond van de beoordelingscriteria, zoals genoemd in artikel 7, en het verwachte tekort.

  • 3. Het bestuur kan een subsidieplafond vaststellen.

  • 4. Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt op de website van het Letterenfonds.

Artikel 9. Verdeling budget

  • 1. Indien het budget tekort schiet om alle aanvragen te honoreren, worden de aanvragen die aan de voorwaarden voldoen om voor subsidie in aanmerking te komen, onderverdeeld in drie groepen:

    • A: honoreren;

    • B: honoreren voor zover het budget dat toelaat en

    • C: niet honoreren.

  • 2. Als het subsidieplafond ontoereikend is om alle aanvragen in de groepen A en B die voor subsidie in aanmerking komen te honoreren, worden de aanvragen in een rangorde geplaatst op basis van de van toepassing zijnde criteria.

  • 3. Het bestuur honoreert eerst de aanvragen in groep A voor het geadviseerde subsidiebedrag. Vervolgens worden de aanvragen in groep B voor het geadviseerde subsidiebedrag gehonoreerd in volgorde van de rangorde. Het bestuur verdeelt de beschikbare subsidie volgens de rangorde, waarbij aanvragen worden toegewezen of gedeeltelijk toegewezen, totdat het subsidieplafond wordt bereikt. De resterende aanvragen worden afgewezen.

  • 4. Indien het bestuur het subsidieplafond verhoogt, wordt eerst het subsidiebedrag van een aanvraag die wegens ontoereikendheid van het budget gedeeltelijk was toegewezen alsnog verhoogd tot het geadviseerde subsidiebedrag. Vervolgens wordt steeds de eerstvolgende aanvraag toegewezen voor het geadviseerde subsidiebedrag totdat het subsidieplafond is bereikt.

Artikel 10. Subsidieverlening en -vaststelling

  • 1. Bij het verlenen van subsidie geeft het bestuur direct een beschikking tot subsidievaststelling.

  • 2. In de beschikking wordt de wijze van betaling van de subsidie bepaald.

Artikel 11. Verplichtingen subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger vermeldt in alle publieksuitingen die betrekking hebben op de (internationale) literaire manifestatie of het literaire project de naam en het logo van het Letterenfonds.

  • 2. De subsidieontvanger bewaart alle publicaties en documenten die betrekking hebben op de gesubsidieerde activiteiten gedurende tenminste zeven jaar en nodigt het Letterenfonds uit voor de (internationale) literaire manifestatie of presentatie van het literaire project.

  • 3. De subsidieontvanger doet onverwijld een melding bij het Letterenfonds van feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de subsidieverstrekking. Bij de melding worden de stukken overgelegd die betrekking hebben op de gemelde feiten en omstandigheden en wordt de oorzaak van de gemelde feiten en omstandigheden toegelicht.

  • 4. Aan het vorige lid wordt in ieder geval toepassing gegeven, indien het voor de aanvrager aannemelijk is of had moeten zijn dat:

    • a. de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zijn verricht of zullen worden verricht;

    • b. het tekort kleiner is dan begroot en

    • c. niet, niet tijdig of niet geheel aan de subsidieverplichtingen wordt voldaan of zal worden voldaan.

  • 5. De subsidieontvanger levert eventuele auteursrechtelijke verplichtingen jegens derden na.

  • 6. Het bestuur kan in de beschikking nadere verplichtingen aan de subsidieontvanger opleggen.

Artikel 12. Intrekkings- en wijzigingsgronden subsidievaststelling

  • 1. Het bestuur kan de subsidievaststelling intrekken of wijzigen, indien de ontvanger niet heeft voldaan aan de aan subsidie verbonden verplichtingen.

  • 2. Als het bestuur constateert dat substantiële wijzigingen zijn opgetreden ten opzichte van de bij de aanvraag overgelegde gegevens die aan het Letterenfonds zijn verstrekt, kan het bestuur de subsidievaststelling intrekken of wijzigen. De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij bij de intrekking of wijziging anders is bepaald.

Artikel 13. Overgangsbepalingen

  • 1. Deze regeling treedt onmiddellijk in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. In afwijking van het eerste lid blijft de Regeling incidentele subsidies literaire manifestaties en projecten van toepassing op de voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze regelingen tijdig ingestelde bezwaar- en beroepschriften.

  • 3. Subsidies die voor de inwerkingtreding van deze regeling zijn verleend op grond van de Regeling incidentele subsidies literaire manifestaties en projecten en de Subsidieregeling internationale literaire projecten en manifestaties worden ambtshalve vastgesteld in de eerste helft van 2013.

  • 4. Indien op het moment van de vaststelling zoals bedoeld in het vorige lid de subsidie nog niet geheel is bevoorschot, vindt uitbetaling van het gehele subsidiebedrag, verminderd met de reeds betaalde voorschotten, plaats in de tweede helft van 2013.

Artikel 14. Slotbepalingen

  • 1. In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bestuur.

  • 2. Het bestuur kan om zwaarwegende redenen afwijken van deze regeling.

  • 3. Deze regeling is vastgesteld op 1 november 2012 door het op die datum vigerende bestuur van de Stichting Nederlands Letterenfonds.

  • 4. De Regeling incidentele subsidies literaire manifestaties en projecten en de Subsidieregeling internationale literaire projecten en manifestaties zijn met ingang van 1 januari 2013 ingetrokken.

  • 5. Deze regeling wordt aangehaald als Regeling literaire projecten en manifestaties.

Het bestuur van het Nederlands Letterenfonds, voor deze: P. Steinz, directeur.

Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de website van het Letterenfonds (www.letterenfonds.nl).

Naar boven