Instellingsbesluit Commissie onderzoek elektronisch stemmen

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 6, eerste lid, van de Kaderwet adviescolleges:

Besluiten

Artikel 1

Er is een Commissie onderzoek elektronisch stemmen in het stemlokaal, hierna te noemen: de commissie.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak na te gaan of elektronisch stemmen in het stemlokaal bij verkiezingen die vallen onder de Kieswet mogelijk is onder andere door middel van het maken van een risicoanalyse en het formuleren van de eisen die aan het elektronisch stemmen zouden moeten worden gesteld, alsmede te adviseren over de wijze waarop voor de verkiezingen kan worden vastgesteld dat aan de eisen wordt voldaan en over de wijze waarop de eisen onderhouden dienen te worden zodat vertrouwen in het elektronisch stemmen kan blijven bestaan.

Artikel 3

  • 1. Tot voorzitter, tevens lid, van de commissie is benoemd:

    Dhr. W.I.I. van Beek

  • 2. Tot lid van de commissie zijn benoemd:

    • a. Dhr. Mr. B.B. Schneiders

    • b. Dhr. Prof. Ir. D.J. van Eijk

    • c. Dhr. Ir. R. Prins

    • d. Dhr. Dr. J-H. Hoepman

    • e. Dhr. Drs. A. Kamphuis

    • f. Mevr. I. Ruiter

    • g. Dhr. F. de Paauw

Artikel 4

  • 1. De commissie streeft ernaar haar advies uit te brengen voor 1 november 2013 aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

  • 2. Na het uitbrengen van haar advies is de commissie opgeheven.

Artikel 5

De archiefbescheiden van de commissie worden na haar opheffing of, zo de omstandigheden daartoe eerder aanleiding geven, zoveel eerder, overgebracht naar het archief van het ministerie van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 6

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

TOELICHTING

De commissie heeft tot taak na te gaan of elektronisch stemmen in het stemlokaal bij verkiezingen die vallen onder de Kieswet mogelijk is. Onder elektronisch stemmen wordt in dit kader verstaan dat de kiezer in het stemlokaal met elektronisch hulpmiddelen zijn stem uitbrengt en de uitgebrachte stemmen vervolgens eveneens elektronisch worden geteld.

De commissie dient breed te toetsen, ook bij organisaties en deskundigen die kritisch staan ten opzichte van het elektronisch stemmen en bij organisaties en deskundigen die opkomen van belangen van kiezers met bijvoorbeeld een visuele beperking of er draagvlak bestaat voor haar voorstellen.

De taak van de commissie valt in de volgende onderdelen uiteen:

  • Het maken van een analyse van de risico’s die verbonden kunnen zijn aan het elektronisch stemmen en van de maatregelen die te treffen zijn om die risico's in afdoende mate af te dekken. Waar voor risico’s geen of in onvoldoende mate maatregelen te treffen zijn, wordt aan de commissie gevraagd een oordeel te geven over de vraag of het risico aanvaardbaar is. Een aspect dat hierbij moet worden betrokken is de vraag welke foutmarge acceptabel is bij het elektronisch stemmen en bij het elektronisch tellen van de uitgebrachte stemmen, alsmede de foutmarge die zou mogen worden gehanteerd als, ter controle van het elektronisch tellen, een papieren afdruk van de stem (een zogenaamde “paper trail”) handmatig zou worden geteld.

  • Het inventariseren van de landen waar in de laatste vijf jaar voor het stemmen bij verkiezingen voor vertegenwoordigende organen gebruik wordt gemaakt van stemcomputers of van enige andere vorm van elektronisch stemmen. De inventarisatie dient bij voorkeur ook inzicht te geven in de keuzes die de betreffende landen hebben gemaakt en de eisen die deze landen hanteren voor het elektronisch stemmen.

  • Het opstellen van de functionele, technische en beveiligingseisen voor het elektronisch stemmen in het stemlokaal. De eisen moeten uitgewerkt worden tot het detailniveau dat nodig is voor de wet- en regelgeving én voor het opstellen van een programma van eisen voor de verwerving uit de markt.

  • Het uitwerken van de maatregelen die nodig zijn om voor elke verkiezing te kunnen vaststellen dat de voorzieningen die voor het elektronisch stemmen worden gebruikt aan de gestelde eisen voldoen. Onderdeel daarvan is ook het adviseren over de instantie(s) die hiermee belast moeten worden en de transparantie waarmee dat moet gebeuren zodat de controleerbaarheid is gewaarborgd.

  • Het uitwerken van de maatregelen die nodig zijn om de eisen voor het elektronisch stemmen in het stemlokaal te onderhouden.

  • Te adviseren over de wijze waarop de voorzieningen voor het elektronisch stemmen in het stemlokaal van de markt kunnen worden betrokken, zodat een te grote afhankelijkheid van de markt wordt voorkomen.

  • Te adviseren over de te volgen invoeringsstrategie van de voorzieningen voor het elektronisch stemmen in het stemlokaal en daarbij met name aandacht te besteden aan de maatregelen die nodig zijn om bij de invoering de risico’s voor een juist verloop van de verkiezing te beperken.

  • Het maken van een financiële raming van de kosten van de invoering van het elektronisch stemmen in het stemlokaal. In de te maken raming moeten zowel de initiële (investering)kosten in beeld worden gebracht als de terugkerende kosten (per verkiezing).

Het onderzoeken van het stemmen per internet voor kiezers die in Nederland stemmen valt niet onder de taakopdracht van de commissie. Het stemmen per internet voor Nederlanders die vanuit het buitenland mogen stemmen wordt separaat door het ministerie van BZK onderzocht.

De heer Prof. Mr. H.R.B.M. Kummeling, voorzitter van de Kiesraad zal als expert op het terrein van verkiezingen en het kiesrecht de commissie bijstaan en de vergaderingen van de commissie bijwonen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Naar boven