Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 2 mei 2013, nr. IENM/BSK-2013/79797, houdende wijziging van het Besluit subsidieprogramma wereldwijd werken met water

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Kaderregeling subsidies duurzaamheid Verkeer en Waterstaat;

BESLUIT:

ARTIKEL I

In de bijlage bij het Besluit subsidieprogramma wereldwijd werken met water komt paragraaf 5 te luiden:

§ 5. Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor 2013 bedraagt € 5.100.000,–.

  • 2. Van het bedrag, genoemd in het eerste lid, is € 2.550.000,– beschikbaar voor aanvragen die met ingang van het van kracht worden van het subsidieplafond voor 2013 tot 13 februari 2013 zijn ontvangen en € 2.550.000,– voor de aanvragen die met ingang van 1 augustus 2013 tot 11 september 2013 zijn ontvangen.

  • 3. Van de bedragen, genoemd in het tweede lid, is telkens € 1.275.000,– beschikbaar voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in deltalanden en € 1.275.000,– voor aanvragen met betrekking tot projecten die worden uitgevoerd in doellanden.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

In dit besluit wordt het subsidieplafond voor 2013 van het Besluit subsidieprogramma wereldwijd werken met water naar boven bijgesteld. Het bij dat Besluit vastgestelde subsidieprogramma heeft een drieledige doelstelling: het bundelen van krachten van in Nederland of ook in het buitenland gevestigde partijen uit de watersector (overheid, bedrijfsleven, kennisinstituten en Ngo’s), de positie van deze partijen versterken en op die manier bij dragen aan het oplossen van de wereld waterproblematiek. Het subsidieprogramma maakt deel uit van ‘Water Mondiaal’ en het daaronder vallende programma Partners voor Water.

De verhoging van het subsidieplafond is wenselijk gelet op het aanbod aan projecten dat momenteel ter beoordeling voorligt. Er is een groot aanbod aan kwalitatief goede projecten waarvoor extra financiële ruimte goed gebruikt kan worden. De verhoging maakt het mogelijk meer projecten te subsidiëren.

De financiële ruimte voor de verhoging van het subsidieplafond is ontstaan door een onderbesteding in het jaar 2012. In dat jaar was er juist een tegenvallend aanbod aan projecten die voor subsidie in aanmerking kwamen. Ook vonden een paar projecten in 2012 geen doorgang vanwege het faillissement van een enkele uitvoerder. Een aantal projecten uit eerdere jaren werd goedkoper uitgevoerd dan was verwacht waardoor er middelen vrijkwamen. Deze middelen worden nu aan het subsidieplafond voor 2013 toegevoegd.

De eerste periode waarin voor 2013 een aanvraag kon worden ingediend in het kader van dit subsidieprogramma is reeds verstreken op 12 februari van dit jaar. De tweede periode loopt van 1 augustus tot 11 september 2013. Deze aanpassing van het subsidieplafond betekent dat zowel voor de eerste als voor de tweede periode meer geld beschikbaar is voor toekenning van projecten.

De minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen.

Naar boven