Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 1 april 2013, nr. INDUIT13-273, houdende vaststelling van beleidsregels betreffende de vergoeding van tolken bij het horen van vreemdelingen in het kader van de Vreemdelingenwet 2000 (Beleidsregels tolkenvergoeding Immigratie- en Naturalisatiedienst)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beleidsregels wordt verstaan onder tolken: zij die door de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Veiligheid en Justitie worden ingeschakeld bij het horen van vreemdelingen in het kader van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 2

  • 1. Aan tolken wordt voor de duur van verrichte tolkwerkzaamheden op of na 1 oktober 2003 een vergoeding van € 43,89 per uur toegekend.

  • 2. In afwijking van lid 1, wordt aan tolken die korter dan een half jaar tolkwerkzaamheden ten behoeve van de Immigratie- en Naturalisatiedienst verrichten en niet opgenomen zijn in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv) voor tolkwerkzaamheden een vergoeding van € 30,22 per uur toegekend.

  • 3. De duur van de tolkdienst wordt zonder afronding berekend in minuten.

Artikel 3

  • 1. Korte (koffie-)pauzes worden doorbetaald, langere (lunch-)pauzes worden niet vergoed. De duur van de lunchpauze bedraagt maximaal een uur en wordt voorafgaand aan de pauze door de Immigratie- en Naturalisatiedienst kenbaar gemaakt aan de tolk.

  • 2. De tolk heeft recht op vergoeding vanaf het moment dat hij op de geplande tijd aanwezig is, totdat hem kenbaar wordt gemaakt dat er geen gebruik meer van zijn diensten zal worden gemaakt. De tijd tussen twee gehoren in wordt niet vergoed, tenzij expliciet aan de tolk is gevraagd zich ter beschikking te houden. Een tolk wordt niet aangemerkt als beschikbaar voor een tolkdienst indien hij tezelfdertijd al een andere (telefonische) tolkdienst verricht.

  • 3. Indien de opdracht door de Immigratie- en Naturalisatiedienst minder dan drie uur voor de geplande aanvang wordt geannuleerd, heeft de tolk recht op vergoeding van de reistijd en reiskosten van zijn gebruikelijke wijze van vervoer, ook indien de reis niet (volledig) is gemaakt. Wanneer de geplande aanvangstijd van de opdracht nog niet is aangebroken ten tijde van de annulering, heeft de tolk daarnaast recht op vergoeding van een half uur werktijd. Wanneer de aanvangstijd wel is verstreken en de tolk op deze tijd op de opdrachtlocatie aanwezig is, heeft hij – buiten bovenvermelde reisvergoeding – recht op vergoeding van een uur werktijd, of zoveel langer als na dat uur op verzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst door de tolk is gewacht.

  • 4. Voor telefonische tolkdiensten geldt een minimumvergoeding van 15 minuten.

  • 4a. Indien de tolk niet op de afgesproken aanvangstijd telefonisch wordt benaderd, kan hij de afspraak na 15 minuten als geannuleerd beschouwen. De tolk heeft hierbij recht op een vergoeding zoals hieronder vermeld.

    Indien met de tolk een eindtijd voor een telefonische tolkdienst is overeengekomen, dan heeft de tolk bij annulering recht op een vergoeding van de tolktijd. Indien geen eindtijd is overeengekomen vanwege de aard van het gehoor, dan geldt de annuleringsregeling bedoeld in art. 3 lid 3 en heeft de tolk recht op een vergoeding van een uur werktijd.

  • 4b. Indien de tolk om welke reden dan ook niet bereikbaar blijkt op de afgesproken aanvangstijd van de tolkdienst vervalt het recht op vergoeding voor deze tolkdienst.

Artikel 4

De vergoeding voor de tolkwerkzaamheden, bedoeld in artikel 2, wordt met de helft verhoogd voor werkzaamheden die worden verricht op:

  • a. zaterdag;

  • b. zondag;

  • c. een in artikel 3 van de Algemene termijnenwet genoemde algemeen erkende feestdag of een bij of krachtens dat artikel daarmee gelijkgestelde dag;

  • d. een andere dag dan omschreven onder a tot en met c tussen 0.00 uur en 08.00 uur en tussen 20.00 uur en 24.00 uur.

Artikel 5

Voor tolkwerkzaamheden bij beroepsprocedures wordt de geplande tijd uitbetaald, met een minimum van 30 minuten.

Artikel 6

  • 1. Voor het totale aantal reisuren, verminderd met één uur, tussen het GBA-adres van de tolk, dan wel het adres waar de voorafgaande opdracht van de Immigratie- en Naturalisatiedienst is verricht wanneer er direct is doorgereisd, en de plaats van gehoor van de vreemdeling, geldt per reisuur een vergoeding van 50% van het tarief waarvoor de tolk werkt. Ook indien de tolk op één dag op meerdere plaatsen van gehoor werkzaam is, wordt voor die dag maximaal één uur in mindering gebracht op het totale aantal reisuren.

  • 2. Als basis voor de reistijdberekening geldt bij een reis met eigen vervoer de reistijd volgens de weergave van de snelste route volgens de ANWB-routeplanner en bij een reis met het openbaar vervoer de website 9292ov.nl.

Artikel 7

Indien de reisuren zijn gemaakt als bedoeld in artikel 6 voor werkzaamheden die worden verricht op de dagen c.q. tijden als genoemd in artikel 4, dan wordt het bedrag voor de reiskostenvergoeding waarop de tolk recht heeft met 50% verhoogd.

Artikel 8

  • 1. De Immigratie- en naturalisatiedienst kent aan tolken die met eigen vervoer reizen een reiskostenvergoeding toe van € 0,28 per kilometer. Indien gereisd wordt met openbaar vervoer, dan worden de kosten van een reis met openbaar vervoer tweede klas tegen vol tarief vergoed volgens de weergave van de website 9292ov.nl. Indien de tolk reist met een ov-studentenjaarkaart die door de overheid aan de tolk kosteloos ter beschikking is gesteld, heeft de tolk slechts recht op vergoeding van de reistijd per openbaar vervoer.

  • 2. Indien de Immigratie- en Naturalisatiedienst vaststelt dat een opdrachtlocatie per openbaar vervoer slecht bereikbaar is kan de Immigratie- en Naturalisatiedienst, in afwijking van het eerste lid, een andere reiskostenvergoeding vaststellen.

  • 3. De tolk heeft in het kader van een tolkopdracht niet zijnde een telefonische tolkdienst recht op een reiskostenvergoeding van zijn woonadres (GBA-registratie) naar de IND-locatie en vice versa.

  • 3a. In afwijking van lid 3, ontvangt de tolk indien hij op één dag op meerdere IND-locaties wordt ingezet, een reiskostenvergoeding van zijn woonadres (GBA-registratie) naar de eerste IND-locatie, vervolgens van deze IND-locatie naar de volgende IND-locatie met als eindpunt zijn woonadres (GBA-registratie).

  • 4. In afwijking van lid 3, ontvangt de tolk indien met de IND is overeengekomen dat de tolk gebruik zal maken van een overnachtingsmogelijkheid in de nabijheid van IND-locatie Ter Apel, in het geval dat de tolk op achtereenvolgende dagen een tolkopdracht uitvoert op deze IND-locatie, voor de opeenvolgende dagen waarop hij op de IND-locatie werkzaam is een reiskostenvergoeding voor slechts één heenreis van zijn woonadres (GBA-registratie) en slechts één terugreis van de IND-locatie naar zijn woonadres (GBA-locatie)

Artikel 9

  • 1. Indien de tolk op verzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst een buitenlandse dienstreis maakt, anders dan in het kader van Frontex, geldt een tolkvergoeding van € 294,11 per dag, ongeacht de duur van de tolkdienst. Hierbij geldt de dag van vertrek als eerste dag en de dag van terugkomst in Nederland als de laatste dag waarvoor de tolk een vergoeding ontvangt in het kader van de desbetreffende dienstreis.

  • 2. De tolk heeft naast de vergoeding, bedoeld in het eerste lid, recht op een dagvergoeding vanaf de dag van vertrek naar het buitenland tot aan terugkomst in Nederland, conform de regeling ‘Daily Subsistence allowances for countries in the European Union’ van het ministerie van Buitenlandse Zaken, geldend op de dag van vertrek.

  • 3. De tolk heeft naast de vergoedingen, bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens recht op een reiskostenvergoeding, bedoeld in artikel 6 en het eerste lid van artikel 8 voor de reis van zijn woonadres (GBA-registratie) naar de luchthaven en vice versa.

  • 4. Indien de tolk in de situatie, bedoeld in het derde lid, gebruik maakt van de mogelijkheid ‘Lang parkeren’ op de luchthaven, dan worden deze kosten vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van drie dagen.

  • 5. Indien op verzoek van de Immigratie- en Naturalisatiedienst een dienstreis wordt gemaakt, reserveert en betaalt de Immigratie- en Naturalisatiedienst het vliegticket en de hotelkamer voor de tolk.

  • 6. Om in aanmerking te komen voor uitbetaling van de vergoedingen, bedoeld in de artikelen 8 en 9 dient de tolk een factuur, met de betreffende instapkaarten en bonnen, uiterlijk 14 dagen na terugkomst, in te leveren bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Artikel 10

  • 1. Alle bedragen worden verhoogd met de omzetbelasting, voor zover de tolk deze uit hoofde van de Wet op de omzetbelasting 1968 verschuldigd is. Deze BTW-verschuldiging toont de tolk voorafgaand aan het indienen van de declaratie aan op basis van een bevestigingsbrief van de Belastingdienst waarin het BTW-nummer is opgenomen.

  • 2. De tolk die BTW-plichtig is en aan wie nog geen BTW-nummer is toegekend, verstrekt dit BTW-nummer binnen dertig dagen na toekenning aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

  • 3. De Immigratie- en Naturalisatiedienst is niet aansprakelijk voor een naheffingsaanslag BTW die aan de tolk wordt opgelegd indien de tolk zijn BTW-plichtigheid en zijn BTW-nummer niet op de voorgeschreven wijze kenbaar heeft gemaakt.

Artikel 11

  • 1. Declaraties dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 30 dagen na het verrichten van de tolkwerkzaamheden waarop de declaratie betrekking heeft, te worden ingediend bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Over de vorm en de inhoud waaraan declaraties dienen te voldoen kunnen nadere richtlijnen worden gegeven.

  • 2. Declaraties worden slechts betaalbaar gesteld indien opdracht tot het verrichten van tolkwerkzaamheden is verkregen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Artikel 12

De Regeling tolkenvergoeding Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt ingetrokken.

Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Beleidsregels tolkenvergoeding Immigratie- en Naturalisatiedienst.

Artikel 14

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 mei 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 1 april 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

TOELICHTING

De Immigratie- en Naturalisatiedienst heeft te maken met veranderingen in de inzet van tolken. Er is een toename van het aantal telefonische tolkdiensten en van tolkdiensten buiten de reguliere kantoortijden. Daarnaast zet de IND tolken in bij hervestigingsmissies in het buitenland.

Om eenduidigheid en zorgvuldigheid te kunnen waarborgen is het niet schriftelijk vastgelegde beleid ten aanzien van voornoemde tolkdiensten vervat in dit besluit. Hiermee wordt tevens voldaan aan de behoefte om de complete regeling in één overzicht toegankelijk te maken.

De artikelen 1, 2, 5, 10 en 11 zijn ongewijzigd.

De artikelen 3 lid 4, 4a en 4b, artikel 4 onder d, art. 6, artikel 7 en artikel 8 lid 3 en 3a zijn aangepast.

Artikel 9 is nieuw.

Naar boven