Wijziging drie BELEIDSREGELS OM ivm PSB per 1 april 2013 OM

De navolgende drie beleidsregels zijn met ingang van 1 mei 2013 aangepast aan de inwerkingtreding van de politiestrafbeschikking op 1 april jl. De registratienummers van deze beleidsregels hebben achter het bestaande registratienummer de letter ‘t’ gekregen.

1. Aanwijzing binnenvaart (2012A023t)

Paragraaf 3.2 Afdoeningsbewijzen luidt per 1 mei 2013 als volgt.

Bij de handhaving van de vaarbewijzen (klein vaarbewijs) kan een politiestrafbeschikking worden uitgevaardigd.

2. Aanwijzing snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers (2011A023t)

Paragraaf 7.3 en 7.4 van de aanwijzing luiden per 1 mei 2013 als volgt.

7.3 Verbaliseringsbeleid Nederlandse bedrijfsauto’s en bussen

Als de bestuurder door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar van de politie of de Inspectie Leefomgeving en Milieu (ILT) wegens een snelheidsovertreding is staande gehouden, moet er in ieder geval ter zake van de snelheidsovertreding een proces-verbaal worden opgemaakt dan wel een administratieve sanctie in de zin van de WAHV (Wet Mulder) worden opgelegd.

In de Bijlage van het Besluit OM-afdoening zijn in de feitcodes N 150 d en N 150 dd de overtredingen opgenomen ter zake het niet voorzien zijn van een goedwerkende snelheidsbegrenzer. Hoewel hiervoor in principe tegen de bestuurder en de eigenaar/houder een strafbeschikking kan worden uitgevaardigd, moet daarvan bij de bestuurder worden afgezien, tenzij deze de eigenaar/houder van het voertuig is. Als blijkt dat geen goedwerkende snelheidsbegrenzer aanwezig is, dan moet daarvoor aan de eigenaar/houder een aankondiging van strafbeschikking worden uitgereikt.1.

Het is dus mogelijk dat het feitencomplex zowel een administratiefrechtelijk als strafrechtelijk vervolg krijgt. De bestuurder kan een administratieve sanctie opgelegd krijgen wegens de snelheidsovertreding, en aan de eigenaar/houder kan vanwege de niet-goedgekeurde, dan wel niet-goedwerkende snelheidsbegrenzer een aankondiging van strafbeschikking worden uitgereikt of toegezonden.

7.4 Verbaliseringsbeleid buitenlandse bedrijfsauto’s en bussen

De verbalisering van bestuurders van buitenlandse bedrijfsauto’s en bussen vindt plaats conform het bovenstaande verbaliseringsbeleid ten aanzien van Nederlandse bedrijfsauto’s en bussen, met dien verstande dat van het toezenden een aankondiging van strafbeschikking aan de eigenaar/houder kan worden afgezien. In een dergelijk geval kan de buitenlandse bestuurder zowel een beschikking worden opgelegd voor de snelheidsovertreding als een aankondiging van strafbeschikking worden uitgereikt vanwege het feit dat de vrachtauto niet voorzien is van een goedwerkende snelheidsbegrenzer. Op grond van het bij de invoer van de politiestrafbeschikking in werking tredende artikel 3a van het Besluit tenuitvoerlegging geldboeten kan, als sprake is van het uitreiken van een aankondiging van strafbeschikking, de bestrafte in de gelegenheid worden gesteld om binnen één dag waarop het strafbare feit is ontdekt de geldboete te voldoen. Hierbij moet de bestrafte in een voor hem begrijpelijke taal worden medegedeeld dat hij bij daadwerkelijke directe betaling van de geldboete afstand doet van het recht op verzet tegen de strafbeschikking.

3. Richtlijn voor strafvordering en feitomschrijvingen Luchtvaartwetgeving (2012R018t)

Het onderdeel OPSPORING, tweede alinea, tweede zin: luidt per 1 mei 2013 als volgt.

Dit houdt in dat de politie voor deze feiten geen politiestrafbeschikking mag opleggen; (…).


X Noot
1

De regeling van de strafbeschikking in het Wetboek van Strafvordering voorziet niet in de mogelijkheid dat de opsporingsambtenaar een aankondiging van strafbeschikking aan de verdachte toezendt. In gevallen waarin toezending aan de orde is, is het aangewezen dat dit meteen het afschrift van de politiestrafbeschikking zelf betreft. In dat geval wordt de zaak ingestuurd bij het CJIB dat vervolgens namens de opsporingsambtenaar de strafbeschikking aan de verdachte toezendt.

Naar boven