Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu van 1 mei 2013, nr. IenM/BSK-2013/79716 houdende wijziging van de Regeling tarieven Kadaster

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 108, eerste lid, van de Kadasterwet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 4 van de Regeling tarieven Kadaster wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zesde lid komt te luiden:

  • 6. Indien een stuk geen verwijzing naar perceelnummers of reeds ingeschreven stukken bevat, of leidt tot wijziging in een rechtszekerheidsregistratie van meer dan vijf rechtsfeiten of meer dan vijftig objecten, en wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding met behulp van een mutatiebestand dat vooraf in depot is gegeven, zoals bedoeld in artikel 11b, tiende lid, van de Kadasterwet, niet mogelijk maakt, worden de tarieven, bedoeld in het eerste, derde en vijfde lid, verhoogd met een bedrag gelijk aan het tarief, bedoeld in artikel 1a, per kwartier dat een medewerker van de Dienst aan de bijhouding heeft besteed.

2. Toegevoegd wordt een zevende lid, luidende:

  • 7. Het zesde lid is niet van toepassing op de tarifering van notariële akten, houdende splitsing of ondersplitsing in appartementsrechten en wijzigingen of rectificaties van splitsing of ondersplitsing in appartementsrechten.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

Deze wijziging van de Regeling tarieven Kadaster herstelt een omissie.

Artikel 4, zesde lid, dient om tot een verhoogd inschrijvingstarief te komen indien aan een inschrijving van een stuk omvangrijke handmatige werkzaamheden zijn verbonden. Indien echter met het stuk een mutatiebestand wordt ingeschreven dat vooraf in depot is gegeven en waarmee een afdoende voorbewerking van de registratie heeft plaatsgevonden, zijn geen omvangrijke handmatige werkzaamheden meer vereist. Dit is bij de laatste wijziging van de regeling, die per 1 januari 2013 in werking is getreden, niet onderkend. De met de onderhavige regeling gewijzigde tekst van artikel 4, zesde lid, herstelt deze omissie en regelt dat in zo’n geval geen kwartiertarieven in rekening worden gebracht.

Een zelfde voorbewerking vindt plaats bij notariële akten van (onder)splitsing in appartementsrechten en rectificatie of wijziging van (onder)splitsing in appartementsrechten, omdat daarbij vooraf om vaststelling dan wel handhaving van de complexaanduiding is gevraagd. Het nieuwe zevende lid van artikel 4 regelt dat ook in deze gevallen geen kwartiertarieven in rekening worden gebracht.

Gevolgen voor bedrijven, burgers en overheden

De wijziging van de regeling leidt niet tot nieuwe informatieverplichtingen of stijging van de lasten voor burgers, bedrijfsleven of overheden, maar tot een verlaging van de lasten in de voormelde gevallen. De wijziging van de regeling vergt van de doelgroep geen aanpassingen in de werkwijze.

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013. Deze inwerkingtreding wijkt af van de systematiek met betrekking tot de vaste verandermomenten. De reden daarvoor is dat de wijziging leidt tot kostenbesparingen voor de doelgroep, die derhalve is gebaat bij spoedige inwerkingtreding.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven