Toestemming overdracht opsporingsvergunning aardwarmte gebied genaamd Middenmeer 2, Ministerie van Economische Zaken

Procesverloop:

  • Van Kester-Grootscholten Beheer B.V. is houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12 oktober 2009 met kenmerk ET/EM/9139907 (Staatscourant 2009, nr. 15999) verleende opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het gebied genaamd Middenmeer 2;

  • bij brief van 18 december 2012, ontvangen op 24 december 2012 heeft de vergunninghouder verzocht om toestemming tot overdracht, op grond van artikel 20, van de Mijnbouwwet, van de opsporingsvergunning voor het gebied genaamd Middenmeer 2 aan ECW Geoholding B.V.;

  • Staatstoezicht op de Mijnen heeft op verzoek van de Minister van Economische Zaken op 6 februari 2013 advies uitgebracht (kenmerk: 13018796).

Overwegingen:

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder vraagt om toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning Middenmeer 2, zodanig dat ECW Geoholding B.V. vergunninghouder wordt van deze opsporingsvergunning; na welke overdracht ECW Geoholding B.V. uitvoerder is in de zin van artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet;

  • de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht van de opsporingsvergunning aan de beoogde vergunninghouder. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • de manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemens is de activiteiten te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet;

  • de beoogde vergunninghouder heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, en artikel 25, eerste lid, van de Mijnbouwwet blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie of verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 9, eerste lid, onder c, van de Mijnbouwwet.

Gelet op:

Artikel 20, eerste en derde lid, van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de opsporingsvergunning voor aardwarmte voor het gebied genaamd Middenmeer 2, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 12 oktober 2009 met kenmerk ET/EM/9139907 wordt toestemming verleend tot overdracht van de opsporingsvergunning, zodat ECW Geoholding B.V. houder wordt van de opsporingsvergunning Middenmeer 2.

Artikel 2

De vergunning dient binnen 1 jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 3

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, namens deze: Y. Peters MT-lid directie Energiemarkt

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden, een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, directie Wetgeving en Juridische Zaken. Postbus 20401, 2500 EK Den Haag. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven