Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 23 april 2013, nr. WJZ / 13057162, houdende wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 in verband met wijziging van de beregeningsverbodsgebieden

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikelen 14 en 17 van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

Besluit:

ARTIKEL I

Bijlage 2 bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling bruin- en ringrot 2000 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 april 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL I VAN DE REGELING VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN VAN 23 APRIL 2013, NR. WJZ / 13057162, HOUDENDE WIJZIGING VAN DE REGELING BRUIN- EN RINGROT 2000 IN VERBAND MET WIJZIGING VAN DE BEREGENINGSVERBODSGEBIEDEN

Bijlage 2 bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling bruin- en ringrot 2000

TOELICHTING

1. Algemeen

Met deze wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 (hierna: de regeling) worden de gebieden gewijzigd waar het gebruik van oppervlaktewater voor en bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van de bacterie die bruinrot veroorzaakt, is verboden. Voor pootaardappelen geldt reeds een beregeningsverbod voor heel Nederland.

2. Wijziging gebieden

De beregeningsverbodsgebieden voor consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van de bacterie die bruinrot veroorzaakt zijn aangewezen op kaarten in bijlage 2 van de regeling. De 18 kaarten omvatten samen het hele grondgebied van Nederland, wat betekent dat niet elke kaart een beregeningsverbodsgebied hoeft te bevatten. Het oppervlaktewater in de aangewezen gebieden is besmet of vermoedelijk besmet met de bacterie die bruinrot veroorzaakt. In het kader van de bestrijding van bruinrot heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gebieden die op grond van artikel 2, tweede lid, zijn vastgesteld en andere oppervlaktewateren in Nederland onderzocht op het vóórkomen van genoemde bacterie. Op grond van de resultaten van dit onderzoek, zijn in noordoost Nederland zes geringe uitbreidingen van bestaande gebieden noodzakelijk.

Met onderhavige regeling worden de gebieden gewijzigd. De kaarten zijn tevens te raadplegen op de website http://www.vwa.nl/onderwerpen/plantenziekten-en-plagen/dossier/bruinrot/beregeningsverboden-consumptie-en-zetmeelaardappelen-en-tomaten/verbodsgebieden-gebruik-oppervlaktewater .

3. Regeldrukeffecten

Deze wijziging van de regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten. Telers behoeven immers geen administratieve of andere handelingen te verrichten of anderszins kosten te maken om het beregeningsverbod na te leven. Wel is er sprake van een bedrijfseffect. De beperkte uitbreiding van de beregeningsverbodsgebieden treft circa 10 bedrijven. Deze bedrijven mogen op percelen die zijn gelegen in een verbodsgebied, geen consumptie- of zetmeelaardappelen en andere waardplanten van bruinrot beregenen met oppervlaktewater. Als gevolg van het beregeningsverbod, kan de opbrengst van de betreffende teelten lager uitvallen. Dit hangt af van de weersomstandigheden, met name de hoeveelheid neerslag. Daar staat tegenover dat, indien het geteelde gewas besmet raakt, de schade vele malen groter zal zijn. Een alternatief voor dit verbod is het beregenen met bronwater.

4. Inwerkingtreding

In afwijking van de vaste verandermomenten voor regelgeving treedt deze regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Eveneens wordt hiermee afgeweken van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voor inwerkingtreding worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat na de vorige oogst onderzocht moet worden waar een besmetting dan wel vermoedelijke besmetting van het oppervlaktewater aan de orde is. De resultaten van dat onderzoek komen pas beschikbaar in de eerste maanden van het nieuwe kalenderjaar. Hierna dient, rekening houdend met de stroomrichting en het stroomgebied van de waterstromen waarin een besmetting is gevonden, nog te worden bepaald of en op welke wijze de afbakening van de beregeningsverbodsgebieden moet worden aangepast. Inwerkingtreding per 1 april en publicatie twee maanden voor inwerkingtreding was om deze reden niet haalbaar. Omdat dit een belangrijke maatregel is om de verdere verspreiding van deze aardappelziekte te voorkomen is spoed geboden en kan met het nemen van deze maatregel niet worden gewacht tot 1 juli.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven