Logo LeidenGemeente Leiden - Verkeersbesluit – Locaties laadpalen voor elektrisch vervoer op particulier verzoek

Tekeningen ST ST12099 tot en met ST 12106, ST 13003 en 12059)

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden,

Overwegingen ten aanzien van het besluit

dat elektrisch vervoer in de belangstelling staat van zowel overheden, bedrijfsleven als kennisinstellingen;

dat het kansen biedt op het gebied van klimaat, luchtkwaliteit, geluid, energie en economie;

dat elektrisch vervoer de samenleving ontlast door minder geluidsoverlast, afname van CO2- emissie, verbetering van de luchtkwaliteit en vermindering van de primaire energievraag;

dat onder elektrisch auto’s alle auto’s worden verstaan die rijden op elektriciteit en voorzien zijn van een stekker om op te laden;

dat de Wegenverkeerswet 1994 de volgende definitie geeft van een elektrische auto: Een voertuig met meer dan 2 wielen, zoals bedoeld in het eerste lid van artikel 1 sub c, van de Wegenverkeerswet 1994, welk voertuig is geregistreerd bij de Rijksdienst voor

Wegverkeer en geheel of gedeeltelijk door een elektromotor wordt aangedreven, waarvoor de

elektrische energie geleverd wordt door een batterij en waarvan deze batterij wordt opgeladen doormiddel van een voorziening buiten het voertuig;

dat na het sluiten van een overeenkomst met Stichting E-laad ook in Leiden gestart is met het plaatsen van de 6 aan de gemeente ter beschikking gestelde laadpalen conform het verkeersbesluit B&W 12.0867;

dat de gemeente Leiden de 6 oplaadpalen plaatst op strategische locaties door de hele stad;

dat twee parkeerplaatsen beschikbaar gesteld worden voor het opladen van elektrische auto’s bij de gemeentelijk oplaadpalen, aangezien een oplaadpaal twee oplaadpunten(aansluitingen voor de stekkers van de auto’s) heeft;

dat deze 12 oplaadpunten een begin van Leidse basisnetwerk van oplaadpunten voor elektrische auto’s vormen;

dat de overige oplaadpunten geplaatst worden op basis van aanvraag van eigenaren (zowel bedrijven als bewoners) en er vooralsnog één parkeerplaats beschikbaar gesteld wordt;

dat In de overeenkomst zoals gesloten met Stichting E-laad (B&W 12.0309) de volgende voorwaarden staan voor plaatsing van de laadpaal:

  • a.Particulieren die een laadpaal aanvragen bij Stichting E-laad dienen een aankoopbewijs dan wel een kentekenbewijs van de elektrische auto te kunnen overleggen.

  • b.Plaatsing van de laadpaal door Stichting E-laad vindt enkel plaats op gemeentelijke en openbare grond.

  • c.Plaatsing van de laadpaal wordt door Stichting E-laad getoetst op de afstand van de laadpaal tot het hoofdelektriciteitnetwerk. Bij plaatsing van de laadpaal binnen 25 meter zijn er geen kosten aan verbonden; voor plaatsing verder dan 25 meter van het hoofdelektriciteitnetwerk zijn de meerkosten voor de gemeente Leiden

dat ten aanzien van het plaatsen van laadpalen voor elektrisch vervoer op particulier verzoek de volgende beleidsuitgangspunten zijn vastgesteld:

  • a.Verspreiding van de laadpalen over de stad, zodat meerdere bewoners / bedrijven de mogelijkheid hebben om gebruik te maken van deze voorziening;

  • b.Zichtbaarheid; om elektrisch vervoer te stimuleren is het belangrijk dat de laadpalen op duidelijk zichtbare locaties in de stad worden geplaatst;

  • c.Maximale loopafstand naar een laadpaal buiten het parkeerrestrictiegebied is 200 meter;

  • d.Maximale loopafstand naar een laadpaal binnen het parkeerrestrictiegebied is 350 meter;

  • e.Om te voorkómen dat de parkeerplaats als particuliere parkeerplaats wordt gezien, wordt de laadpaal bij voorkeur geplaatst langs wijkontsluitingswegen en / of in de omgeving van kruisingen;

  • f.Voor het laden van een elektrische auto dient binnen het betaald parkeren gebied het vigerend parkeertarief te worden betaald;

  • g.Bij plaatsing van de laadpaal binnen het blauwe zone parkeergebied, wordt de blauwe zone voor de betreffende parkeerplaats opgeheven;

  • h.Voor realisatie van de parkeerplaats voor elektrisch vervoer binnen het parkeerrestrictiegebied vindt geen compensatie plaats;

  • i.Ten aanzien van de plaatsing van laadpalen binnen het parkeerrestrictiegebied wordt de mate van parkeerdruk in het betreffende gebied als medebepalende factor meegenomen;

dat de navolgende locaties naar aanleiding van aanvragen voor laadpalen van particulieren op bovenstaande criteria zijn getoetst t.w.

Stieltjesstrraat hoek Franchimontlaan,

Zijlsingel hoek Oosterdwarsstraat,

Levendaal ter hoogte van huisnummer 104-106

Kaarsenmakerstraat hoek Groenesteeg,

Parkeerterrein molen De Valk,

Rijnsburgerweg ter hoogte van huisnummer 16,

Klaproos hoek Stokroos,

Decimastraat hoek Lage Rijndijk,

Nieuwe Rijn ter hoogte van de Uiterste Gracht.

dat gezien het gestelde in artikel 21 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer juncto artikel 2 Wegenverkeerswet kan worden opgemerkt dat met het nemen van de onderhavige maatregelen het volgende wordt nagestreefd:

  • -het verzekeren van de veiligheid op de weg;

  • -het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;

  • -het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid/doorstroming van het verkeer;

  • -het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade voor de woonomgeving;

dat het voornemen om deze verkeersmaatregel in te stellen op de voorgeschreven wijze is gepubliceerd en gedurende een periode van zes weken ter inzage heeft gelegen teneinde belanghebbenden in de gelegenheid te stellen een zienswijze daarop kenbaar te maken;

dat één reactie is binnengekomen;

dat ten aanzien van de onderhavige maatregel het overleg als bedoeld in artikel 24 van het overleg als bedoeld in artikel 24 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer heeft plaatsgevonden;

dat de betreffende weggedeelten in beheer zijn bij de gemeente Leiden en zijn gelegen binnen de bebouwde kom van die gemeente;

gelet op artikel 18 eerste lid onder d van de Wegenverkeerswet 1994, juncto artikel 1, artikel 4eerste lid, artikel 12 onder a en b sub VII, artikel 15, artikel 18, artikel 21 en 24 van het Besluitadministratieve bepalingen inzake het wegverkeer

BESLUIT

Te plaatsen de borden model E4 van het RVV 1990 voorzien van het onderbord met het symbool opladen elektrische auto’s ter aanduiding van een parkeergelegenheid bestemd voor het opladen van elektrische auto’s tevens parkeerverbod voor andere voertuigen op de volgende locaties:

Stieltjesstrraat hoek Franchimontlaan,

Zijlsingel hoek Oosterdwarsstraat,

Levendaal ter hoogte van huisnummer 104-106

Kaarsenmakerstraat hoek Groenesteeg,

Parkeerterrein molen De Valk,

Rijnsburgerweg ter hoogte van huisnummer 16,

Klaproos hoek Stokroos,

Decimastraat hoek Lage Rijndijk,

Nieuwe Rijn ter hoogte van de Uiterste Gracht.

dat bovengenoemde maatregelen gelden op de wijze als aangegeven op de bij dit besluit behorende en daar onlosmakelijk deel van uitmakende situatietekeningen.

Leiden, april 2013

Burgemeester en wethouders

Namens dezen,

Ir. Ronald Gerritsen

MEDEDELINGEN

Bezwaar- of beroepsclausule

De zienswijzenprocedure conform afdeling 3.4 van de Algemene wet Bestuurswet is gevolgd voor het verkeersbesluit.

Tegen genoemd besluiten kan binnen zes weken na datum van publicatie op grond van de Algemene wet bestuursrecht beroep worden ingesteld door belanghebbenden bij de Arrondissementsrechtbank, Sector bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag.

Bij een spoedeisend belang kan tevens op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek om voorlopige voorziening worden ingediend bij de Voorzieningenrechter van voornoemde Arrondissementsrechtbank.

Naar boven