Kennisgeving vaststelling bestemmingsplan ‘Leerdam Oost’

Burgemeester en wethouders van de gemeente Leerdam maken bekend dat de gemeenteraad in zijn vergadering van 5 april 2012 het bestemmingsplan ‘Leerdam Oost’ heeft vastgesteld.

Bij de vaststelling zijn een aantal wijzigingen aangebracht ten opzichte van het ontwerp zoals dat ter inzage heeft gelegen. De aanpassingen zijn het gevolg van ingediende zienswijzen. Alle doorgevoerde aanpassingen staan vermeld in een aparte zienswijzennota, dat als bijlage is opgenomen bij het bestemmingsplan.

Kort gezegd zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd in het bestemmingsplan:

• In de toelichting van het bestemmingsplan is de omschrijving van het project ‘MFA Oost fase II’ iets aangepast;

• De regels behorende bij de wijzigingsbevoegdheid op het perceel ten noorden van het adres Willem de Zwijgerstraat 12 zijn gedeeltelijk aangepast;

• De verbeelding en de regels voor de locatie van het voormalige glazen huis zijn gedeeltelijk aangepast.

Het raadsbesluit, de zienswijzennota, het vastgestelde bestemmingsplan en alle bijbehorende stukken liggen met ingang van 17 mei tot en met 27 juni 2012 voor een ieder ter inzage op het stadskantoor van Leerdam:

Bezoekadres:

Dokter Reilinghplein 1,

4141 DA Leerdam

Openingstijden:

Maandag t/m vrijdag 9:00 uur–12.30 uur (loketten open)

Maandag t/m vrijdag 13.00 uur–17.00 uur (op afspraak)

Daarnaast zijn alle stukken beschikbaar via de gemeentelijke internetsite www.leerdam.nl en via de website www.ruimtelijkeplannen.nl.

De begrenzing van het bestemmingsplan is grofweg bepaald door de spoorlijn Leerdam-Geldermalsen, de bebouwde kom van Leerdam Oost, de Horndijk, Oranje Nassaulaan, Dr. C. Voogdplein en de Spoorstraat.

Het hoofddoel van het nieuwe bestemmingsplan is om te voldoen aan de wettelijke verplichting tot het actualiseren en digitaliseren van bestemmingplannen.

Binnen het plangebied is één ruimtelijke ontwikkeling opgenomen, te weten het nieuwbouwplan voor MFA Oost fase 2. Dit plan gaat uit van de sloop en nieuwbouw van woningen aan de Frederik Hendrikstraat (1 t/m 5) en de Prins Mauritsstraat (1 t/m 15). Voor MFA Oost Fase 1, wat bestaat uit het bouwen van een multifunctioneel centrum en appartementen aan de Koningin Emmalaan, is reeds een projectbesluitprocedure doorlopen. Deze is één-op-één overgenomen in dit bestemmingsplan.

Verder zijn in het bestemmingsplan drie wijzigingsgebieden opgenomen. De eerste betreft de Julianaschool aan de Watertorenlaan, waar via een wijzigingsbevoegdheid een woonbestemming mag worden gevestigd. De tweede betreft het Watertorenterrein, waar via een wijzigingsbevoegheid een maatschappelijke, woon- of kantoorbestemming kan worden gevestigd. De derde betreft het perceel ten westen van de kerk aan de Prins Mauritsstraat, waar via een wijzigingsbevoegdheid onder bepaalde voorwaarden een pastorie/woonhuis gebouwd kan worden.

Voor MFA Oost fase II is reeds een anterieure overeenkomst gesloten, over de verdeling van kosten als gevolg van het plan zijn reeds afspraken gemaakt. Een exploitatieplan op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening is dan ook niet aan de orde.

Tegen het vaststellingbesluit kan gedurende de inzagetermijn beroep worden ingesteld door:

• Belanghebbenden die tijdig hun zienswijze over het ontwerp bestemmingsplan bij de gemeenteraad naar voren hebben gebracht;

• Belanghebbenden die kunnen aantonen daartoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest;

• Belanghebbenden die bezwaren hebben tegen wijzigingen die bij de vaststelling van het bestemmingsplan zijn aangebracht.

Het beroep moet schriftelijk worden ingediend bij:

De afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State

Postbus 20019,

2500 EA Den Haag

Het instellen van beroep schort de inwerkingtreding van het bestemmingsplan niet op. Het bestemmingsplan treedt in werking daags na afloop van de beroepstermijn. Indien een belanghebbende wil voorkomen dat er door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan een onomkeerbare situatie ontstaat, kan – naast het instellen van beroep – in een spoedprocedure aan de voorzieningenrechter van de rechtbank worden verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Het bestemmingsplan treedt dat niet eerder in werking dan nadat op het verzoek om voorlopige voorziening is beslist.

Voor zowel het beroepschrift als het verzoekschrift is griffiegeld verschuldigd.

Leerdam, 16 mei 2012