Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 15 april 2012, nr. DDS5706676, houdende instelling van de Landelijke adviescommissie plaatsing longstay forensische zorg (Instellingsbesluit Landelijke adviescommissie plaatsing longstay forensische zorg)

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

Artikel 1. Begrippen

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. Lap:

de Landelijke adviescommissie plaatsing longstay forensische zorg, bedoeld in artikel 2;

b. Minister:

de Minister van Veiligheid en Justitie;

c. ter beschikking gestelde:

een ter beschikking gestelde ten aanzien van wie een bevel tot verpleging van overheidswege als bedoeld in artikel 37b of 38c van het Wetboek van Strafrecht is gegeven;

d. longstay:

een afdeling van een inrichting voor ter beschikking gestelden gericht op langdurige forensisch psychiatrische zorg.

Artikel 2. Instelling

Er is een Landelijke adviescommissie plaatsing longstay forensische zorg.

Artikel 3. Taak

De Lap heeft tot taak de Minister te adviseren over de afdoening van aanvragen tot plaatsing of beëindiging van plaatsing van ter beschikking gestelden in een longstay-voorziening. Tevens adviseert de Lap de Minister elke drie jaar over de voortzetting van de plaatsing.

Artikel 4. Samenstelling

  • 1. De Lap bestaat uit de volgende leden:

    • a. ten minste zes forensisch psychiaters en psychologen;

    • b. ten minste twee juristen waarvan een de voorzitter van de Lap is.

  • 2. De Lap doet een voordracht aan de Minister voor de benoeming van leden. Voor de voordracht van forensisch psychiaters en psychologen vraagt de Lap advies aan het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, de forensisch psychiatrische centra of GGZ Nederland.

  • 3. De Minister benoemt de voorzitter en overige leden van de Lap voor een periode van drie jaar. Herbenoeming is eenmaal mogelijk voor een gelijke periode.

  • 4. De Minister kan plaatsvervangende leden benoemen voor een periode van drie jaar. Een volgende termijn als plaatsvervangend lid is niet mogelijk. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.

  • 5. De Lap kan een van de juristen als vicevoorzitter aanwijzen.

Artikel 5. Ontslag

  • 1. De Minister ontslaat de leden en plaatsvervangende leden op eigen verzoek.

  • 2. De leden en plaatsvervangende leden kunnen tevens ontslagen worden door de Minister wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden.

Artikel 6. Subcommissies

  • 1. De voorzitter deelt de Lap in subcommissies in. De subcommissies kunnen worden belast met de taak, bedoeld in artikel 3.

  • 2. Een subcommissie bestaat in ieder geval uit een forensisch psychiater, een forensisch psycholoog en als voorzitter een jurist.

Artikel 7. Informatie en geheimhouding

  • 1. De Minister verstrekt aan de Lap de informatie die nodig is voor een goede vervulling van haar taken.

  • 2. Voor zover de leden en plaatsvervangende leden van de Lap in het kader van de uitvoering van hun taken de beschikking krijgen over gegevens waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden en op hun niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht rust, zijn zij verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hen tot mededeling verplicht of uit hun taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

Artikel 8. Adviezen

  • 1. Bij het uitbrengen van een advies ontvangt de Lap geen aanwijzingen van de Minister over de te hanteren methodiek, haar oordeelsvorming en inhoudelijke advisering.

  • 2. De Lap zendt een exemplaar van elk advies direct na vaststelling naar de Minister.

  • 3. De Minister kan gemotiveerd afwijken van het advies van de Lap.

Artikel 9. Ondersteuning

  • 1. De Lap heeft een secretaris.

  • 2. De secretaris is voor zijn werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de Lap.

  • 3. Aan de secretaris kunnen andere medewerkers worden toegevoegd.

  • 4. De secretaris en andere medewerkers zijn geen lid van de Lap.

  • 5. Na overleg met de voorzitter van de Lap kan de Minister de secretaris en de andere medewerkers benoemen, bevorderen, schorsen of ontslaan.

  • 6. De Minister draagt, na overleg met de Lap, zorg voor de nodige voorzieningen ten behoeve van de werkzaamheden van de Lap.

Artikel 10. Reglement voor de werkwijze

  • 1. De Lap stelt met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van haar taken een reglement vast.

  • 2. Het reglement en elke wijziging daarvan behoeft de goedkeuring van de Minister en wordt openbaar gemaakt door plaatsing op de website van de Lap.

Artikel 11. Jaarplan en jaarverslag

  • 1. De Lap biedt elk jaar voor 15 november aan de Minister het jaarplan voor het komende jaar ter vaststelling aan.

  • 2. De Lap brengt elk jaar voor 1 maart een jaarverslag uit naar aanleiding van de werkzaamheden van het voorafgaande jaar.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 13. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Landelijke adviescommissie plaatsing longstay forensische zorg.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Algemeen

De Lap is in 2003 ontstaan vanwege de behoefte aan onafhankelijke advisering bij de plaatsing van tbs-gestelden in de longstay. De Lap is destijds niet formeel ingesteld en was bedoeld als een collegiale toetsingscommissie. Bij brief van 3 februari 20091 heeft de toenmalige Staatssecretaris van Justitie het Beleidskader longstay forensische zorg aan de Tweede Kamer aangeboden. Onderdeel van het beleidskader is de versterking van de onafhankelijke positie van de Lap. In dit verband is aangekondigd dat de instelling van de Lap zal worden geformaliseerd. Het onderhavige besluit voorziet hierin.

Artikelsgewijs

Artikel 3

In dit artikel wordt de taak van de Lap vastgelegd. De Lap heeft tot taak de Minister van Veiligheid en Justitie te adviseren over individuele tbs-gestelden in relatie tot hun longstay-status. De adviezen van de Lap hebben betrekking op aanvragen tot plaatsing in een longstay-voorziening, op de noodzaak tot de voortzetting van het verblijf in een longstay-voorziening en op aanvragen tot het beëindigen van het verblijf in een longstay-voorziening. De advisering geschiedt op basis van het Beleidskader longstay forensische zorg.

Artikel 4

De Lap doet een voordracht aan de Minister voor de benoeming van leden. Om een brede deskundigheid en vertegenwoordiging uit het forensische veld te waarborgen wordt voorgeschreven dat de Lap voor de voordracht van forensisch psychiaters en psychologen advies vraagt bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, GGZ Nederland en de forensisch psychiatrische centra.

Ter versterking van de onafhankelijke positie van de Lap is bepaald dat als voorzitter van de Lap een jurist wordt benoemd. De vicevoorzitter moet tevens een jurist zijn.

Artikel 6

De taak van de Lap kan worden uitgevoerd door subcommissies. Dit behelst zowel de voorbereiding als vaststelling van de in artikel 3 bedoelde adviezen. Om de kwaliteit van de adviezen te waarborgen wordt voorgeschreven dat elke subcommissie in ieder geval moet bestaan uit een forensisch psychiater, een forensisch psycholoog en als voorzitter een jurist.

Artikel 10

De werkwijze van de Lap dient nader te worden vastgesteld in een reglement. Dit reglement alsmede elke wijziging daarvan behoeft goedkeuring van de Minister van Veiligheid en Justitie. De Minister zal in dat kader onder meer toetsen of de in het reglement voorgeschreven werkwijze van de Lap past binnen het Beleidskader longstay forensische zorg.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.


X Noot
1

Kamerstukken II 2008/09, 29 452, nr. 98.

Naar boven