Wijziging van de Uitvoeringsregeling accijns en de Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten

27 april 2012

Nr. DV 2012/142M

Directoraat-Generaal voor fiscale zaken, Directie douane en verbruiksbelastingen

De Staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen 71, tweede lid, 75, vierde, zesde en negende lid, 76, vijfde lid, 77, achtste lid, 78, vierde lid, en 79, tweede lid, van de Wet op de accijns en de artikelen 33, tweede lid, en 35, tweede lid, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling accijns wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 22c, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De zekerheid bedraagt ten minste 5 percent en ten hoogste 100 percent van het accijnsbelang met een maximum van € 9 000 000.

B

Artikel 34, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c vervalt.

2. De onderdelen d en e worden geletterd c en d.

C

Artikel 37, onderdelen e en f, komt te luiden:

  • e. het aantal onbedrukte blanco accijnszegels dat gemiddeld per maand wordt aangevraagd en het aantal accijnszegels dat gemiddeld in voorraad wordt gehouden onderscheiden naar soort van het tabaksproduct en de gemiddelde kleinhandelsprijs per soort;

  • f. het aantal bedrukte accijnszegels dat gemiddeld per maand wordt aangevraagd en het aantal accijnszegels dat gemiddeld in voorraad wordt gehouden onderscheiden naar de soort van het tabaksproduct, de gemiddelde kleinhandelsprijs en, voor rooktabak en sigaretten, de gemiddelde hoeveelheid op de accijnszegels;.

D

Artikel 40 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘de kleinhandelsprijs’ vervangen door: de tariefcode, de kleinhandelsprijs.

2. In het eerste lid worden de onderdelen g en h geletterd f en g.

3. Aan het slot van het eerste lid, onderdeel f (nieuw), vervalt ‘en’.

4. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g (nieuw) door ‘; en’, wordt aan het eerste lid een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • h. de locatie waar de accijnszegels zich bevinden of de locatie waar de tabaksproducten zich bevinden waarop de accijnszegels zijn aangebracht voor zover deze tabaksproducten nog niet zijn opgenomen in een aangifte als bedoeld in de artikelen 53 en 53a van de wet of in een aangifte tot het brengen in het vrije verkeer van de EU, bedoeld in artikel 79 van het Communautair douanewetboek.

5. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De administratie van een bedrijf dat een toestemming voor het aanvragen van accijnszegels heeft als bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de wet, moet zodanig zijn ingericht dat:

    • a. een juiste, volledige en tijdige vastlegging van de bedrijfshandelingen gewaarborgd is; en

    • b. alle voor de heffing van accijns en omzetbelasting van belang zijnde gegevens op overzichtelijke wijze zijn opgenomen.

6. In de aanhef van het vierde lid wordt ‘bij een bedrijf als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdeel c of d, van de wet’ vervangen door: bij een bedrijf dat een toestemming voor het aanvragen van accijnszegels heeft als bedoeld in artikel 75, tweede lid, van de wet.

7. Het vierde lid, onderdeel b, komt te luiden:

  • b. bij de zegeladministratie een afschrift worden bewaard van de aangifte, bedoeld in de artikelen 53 en 53a van de wet of van de aangifte tot het brengen in het vrije verkeer van de EU, bedoeld in artikel 79 van het Communautair douanewetboek, voor de van accijnszegels voorziene tabaksproducten.

E

Artikel 41, vijfde lid, vervalt.

F

Artikel 42, derde lid, onderdeel f, komt te luiden:

  • f. het aantal vellen onbedrukte blanco accijnszegels.

G

In artikel 43, tweede lid, komt de tweede volzin te luiden: De vellen met onbedrukte blanco accijnszegels worden in een veelvoud van 100 stuks aangevraagd.

H

Aan artikel 44, eerste lid, wordt een zinsnede toegevoegd, luidende: Op de zegel is linksboven een haakje opgenomen met daarin de letters NL.

I

In artikel 45, eerste lid, vervalt de tweede volzin.

J

In artikel 49, derde lid, wordt in de tweede volzin ‘met hetzelfde lettertype’ vervangen door: met zwarte inkt en met hetzelfde lettertype.

K

Artikel 50 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, tweede volzin, wordt ‘de accijnszegels die niet aan de eisen voldoen’ vervangen door: de accijnszegels die niet aan de kwaliteitseisen voldoen, niet overeenkomen met de aangevraagde soorten accijnszegels of die te veel zijn geleverd,.

2. In het tweede lid, onderdeel e, vervalt de zinsnede ‘onderscheiden naar tariefcode’.

L

Artikel 51 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het derde lid vervalt onder vernummering van het vierde lid tot derde lid.

2. Na het derde lid (nieuw) wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 4. De accijnszegels met een oude tariefcode moeten uiterlijk de laatste dag van de maand waarin het nieuwe accijnstarief van toepassing is geworden worden vernietigd.

M

Artikel 52, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Als accijnszegels door overmacht of ongeval in Nederland verloren gaan of geacht worden te zijn vermist, doet degene die de accijnszegels heeft aangevraagd hiervan onverwijld mededeling aan de inspecteur, onder vermelding van het tijdstip, de plaats en de oorzaak van het verloren gaan dan wel van de vermissing.

N

Na artikel 52 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 52a

  • 1. De inspecteur kan bepalen dat accijnszegels die bij het normale productieproces verloren zijn gegaan niet als vermist worden aangemerkt.

  • 2. De aanvrager doet maandelijks mededeling van de hoeveelheid accijnszegels, bedoeld in het eerste lid, die verloren zijn gegaan bij het normale productieproces.

O

In artikel 62, tweede lid, wordt ‘maximaal 50 stuks sigaren’ vervangen door ‘maximaal 100 stuks sigaren’. Voorts wordt een volzin toegevoegd, luidende: In het geval de sigaren buiten de oorspronkelijke verpakking voorhanden zijn, dient deze oorspronkelijke verpakking in de detailhandelszaak aanwezig te zijn.

ARTIKEL II

De Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 24 komt te luiden:

Artikel 24

  • 1. De belastingzegels worden aangevraagd bij de zegelproducent die door de algemeen directeur Douane, bedoeld in artikel 4, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003, is aangewezen.

  • 2. De zegelproducent mag zich laten vertegenwoordigen door een distributeur van de belastingzegels.

  • 3. Voor het aanvragen van belastingzegels wordt gebruikgemaakt van het formulier dat door de zegelproducent beschikbaar wordt gesteld. De aanvraag bevat de volgende gegevens:

    • a. de naam, adres en vestigingsplaats van de aanvrager;

    • b. de naam en telefoonnummer van de contactpersoon van de aanvrager;

    • c. het nummer van de toestemming om belastingzegels aan te vragen;

    • d. een door de aanvrager toegekend doorlopend nummer;

    • e. het aantal vellen bedrukte belastingzegels waarbij per soort wordt aangegeven:

      • 1°. het aantal belastingzegels per vel;

      • 2°. de kleinhandelsprijs en de hoeveelheid op de belastingzegel;

      • 3°. de aanwezige voorraad belastingzegels onderscheiden naar soort.

  • 4. De zegelproducent en de aanvrager nemen een exemplaar van de aanvraag op in hun administratie.

B

Artikel 25 vervalt.

C

Artikel 26 komt te luiden:

Artikel 26

  • 1. De belastingzegels worden verkrijgbaar gesteld door de zegelproducent op het distributiepunt in hoeveelheden van één of meer vellen.

  • 2. Het aantal belastingzegels per vel wordt vastgesteld door de zegelproducent.

  • 3. Als de aangevraagde belastingzegels niet binnen vier weken na het tijdstip waarop zij op het distributiepunt beschikbaar zijn gesteld zijn afgehaald, wordt de aanvraag geacht niet te zijn gedaan.

D

Artikel 27 komt te luiden:

Artikel 27

  • 1. De vorm van de belastingzegels, bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de wet, bestaat uit een ondergrond gevormd door een herhaling van het woord Benelux met aan beide korte zijden een ornament van tabaksbladeren. Bovendien zijn in deze ondergrond opgenomen de Belgische, de Nederlandse en de Luxemburgse Leeuw. Het zegelbeeld wordt gevormd door de letter B, N en L in monogramvorm, het geheel omgeven door een randmotief en vier ornamenten van tabaksbladeren. Op de zegel is linksboven een haakje opgenomen met daarin de letters NL.

  • 2. De belastingzegels worden gedrukt met een ondergrond in grijs. Het zegelbeeld en de van rijkswege aangebrachte vermeldingen worden in diepblauw gedrukt.

  • 3. De belastingzegels hebben de vorm van een rechthoek en hebben een grootte van 2,4 x 4,3 cm.

  • 4. Onder het beeld van de belastingzegels zijn gedrukt de hoeveelheid (nettomassa of aantal stuks) en de soort van het product en boven het beeld van de belastingzegels de kleinhandelsprijs. De naam van degene die de belastingzegel heeft aangevraagd, wordt opgenomen onder de vermelding van de soort van het product.

E

Artikel 28 vervalt.

F

In artikel 28a wordt ‘Op de lintzegels en op de sluitzegels mogen’ vervangen door: Op de sluitzegels mogen.

G

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De belastingzegels worden afgeleverd zonder vermelding van de in artikel 27, vierde lid, bedoelde naam of van het in het eerste lid bedoelde fabrieks- of handelsmerk of nummer. Een van deze vermeldingen wordt door degene die de belastingzegels heeft aangevraagd op duidelijke en onuitwisbare wijze aangebracht op de in artikel 27, vierde lid, genoemde plaats van de belastingzegel.

2. In het derde lid komt de tweede volzin te luiden: Deze code dient te worden vermeld rechts van het zegelbeeld.

3. In het vierde lid wordt ‘Het is verboden’ vervangen door: Het is verboden om zonder toestemming van de inspecteur.

H

Artikel 30 vervalt.

I

Artikel 32 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De belastingzegels worden met kleefstof op de voor opening bestemde plaats op de verpakking van het tabaksproduct duurzaam bevestigd.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De belastingzegels moeten op de verpakking zodanig worden aangebracht dat alle op de belastingzegels voorkomende vermeldingen duidelijk leesbaar zijn.

3. Het derde lid vervalt.

J

Artikel 33 vervalt.

K

Artikel 34, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De verpakking van pruimtabak of snuiftabak omgeeft de inhoud geheel en kan zonder beschadiging niet anders worden geopend dan op één duidelijk herkenbare plaats.

L

Artikel 37 komt te luiden:

Artikel 37

  • 1. Als de vellen met belastingzegels niet aan de kwaliteitseisen voldoen of niet overeenkomen met de aangevraagde soorten belastingzegels of als er te veel dan wel te weinig belastingzegels zijn geleverd, wordt dit direct gemeld bij de zegelproducent en de inspecteur. In overleg met de inspecteur en de zegelproducent worden de belastingzegels die niet aan de kwaliteitseisen voldoen, niet overeenkomen met de aangevraagde soorten belastingzegels of te veel zijn geleverd, door degene die de belastingzegels heeft aangevraagd teruggezonden naar de zegelproducent.

  • 2. Voor het terugzenden van de vellen met belastingzegels wordt gebruikgemaakt van een door de zegelproducent vastgesteld formulier in drievoud, waarvan een exemplaar voor de aanvrager, een exemplaar voor de inspecteur en een exemplaar voor de zegelproducent. Dit formulier bevat de volgende gegevens:

    • a. naam, adres en vestigingsplaats van de aanvrager;

    • b. naam en telefoonnummer van de contactpersoon van de aanvrager;

    • c. het oorspronkelijke unieke leveringsnummer van de zegelproducent;

    • d. het doorlopende nummer van de aanvraag om belastingzegels;

    • e. het aantal vellen met belastingzegels onderscheiden naar soort;

    • f. de vervangende belastingzegels die geleverd moeten worden.

  • 3. Een exemplaar wordt door de aanvrager naar de inspecteur gezonden. De aanvrager en de zegelproducent nemen hun exemplaren van het formulier op in hun administratie.

M

Artikel 38 komt te luiden:

Artikel 38

  • 1. Op verzoek van degene die de belastingzegels heeft aangevraagd, kunnen de volgende belastingzegels of vellen met belastingzegels onder ambtelijk toezicht in Nederland worden vernietigd:

    • a. onbeschadigde belastingzegels die niet meer bruikbaar zijn;

    • b. beschadigde vellen met belastingzegels;

    • c. beschadigde of onbeschadigde losse belastingzegels;

    • d. beschadigde aangesneden vellen met belastingzegels;

    • e. belastingzegels of vellen met belastingzegels, waarop niet de juiste gegevens zijn gedrukt.

  • 2. Een verzoek om vernietiging van belastingzegels onder ambtelijk toezicht kan plaatsvinden met een formulier dat van rijkswege beschikbaar is gesteld.

N

Artikel 39 komt te luiden:

Artikel 39

  • 1. Als belastingzegels door overmacht of ongeval in Nederland verloren gaan of geacht worden te zijn vermist, doet degene die de belastingzegels heeft aangevraagd hiervan onverwijld mededeling aan de inspecteur, onder vermelding van het tijdstip, de plaats en de oorzaak van het verloren gaan dan wel van de vermissing.

  • 2. De mededeling, bedoeld in het eerste lid, moet plaatsvinden met het formulier dat van rijkswege beschikbaar is gesteld.

  • 3. Als belastingzegels in een andere lidstaat door overmacht of ongeval verloren zijn gegaan, blijkt dit uit een ambtelijke verklaring van de (douane)autoriteiten van die lidstaat. De verklaring bevat dezelfde gegevens als die in het formulier, genoemd in het tweede lid. Degene die de belastingzegels heeft aangevraagd neemt deze verklaring op in zijn zegeladministratie.

O

Artikel 40 wordt vervangen door:

Artikel 40

  • 1. De inspecteur bepaalt bij de overeenkomstige toepassing van artikel 76, tweede lid, van de Wet op de accijns het bedrag van de zekerheid op basis van het belastingbelang.

  • 2. Het belastingbelang van de belastingzegels is gelijk aan het bedrag aan verbruiksbelasting en omzetbelasting dat de belastingzegels vertegenwoordigen die de houder van de toestemming gemiddeld per maand in voorraad heeft.

  • 3. De zekerheid bedraagt ten minste 5 percent en ten hoogste 100 percent van het belastingbelang met een maximum van € 9 000 000.

Artikel 40a

In een ingevolge de overeenkomstige toepassing van artikel 75, tweede lid, van de Wet op de accijns gedaan verzoek wordt in ieder geval vermeld:

  • a. de persoon op wiens naam de toestemming moet worden gesteld en zijn btw-identificatienummer;

  • b. het adres en de woonplaats van de in onderdeel a bedoelde persoon;

  • c. de aard van het bedrijf waaruit blijkt voor welk soort bedrijf het verzoek wordt gedaan, onder overeenkomstige toepassing van artikel 75, eerste lid, van de Wet op de accijns;

  • d. een omschrijving van de zegeladministratie en het adres waar deze administratie wordt gehouden;

  • e. het aantal belastingzegels dat gemiddeld per maand wordt aangevraagd en per maand in voorraad wordt gehouden onderscheiden naar pruimtabak en snuiftabak alsmede naar de gemiddelde kleinhandelsprijs;

  • f. de naam, het adres, de woonplaats, het land en de aard van het niet in Nederland gevestigde bedrijf als het een fiscaal vertegenwoordiger betreft;

  • g. de naam en het adres van degene die de pruimtabak of snuiftabak uitslaat of invoert als het een bedrijf als bedoeld in artikel 75, eerste lid, onderdelen c of d, van de Wet op de accijns betreft.

Artikel 40b

Met betrekking tot het verlenen en aanpassen van de toestemming om belastingzegels aan te vragen zijn de artikelen 43, 44, tweede en derde lid, 45 en 46 van de Wet op de accijns van overeenkomstige toepassing.

Artikel 40c

In de administratie wordt krachtens de overeenkomstige toepassing van artikel 75, zesde lid, van de Wet op de accijns in ieder geval aantekening gehouden van:

  • a. de aangevraagde en ontvangen belastingzegels;

  • b. de kleinhandelsprijs en de hoeveelheid op iedere belastingzegel;

  • c. het aanbrengen van belastingzegels op de verpakking in Nederland en in het buitenland;

  • d. het terugsturen van vellen met belastingzegels die niet aan de kwaliteitseisen voldoen of niet zijn geleverd overeenkomstig de aanvraag;

  • e. het vernietigen onder ambtelijk toezicht van losse belastingzegels of beschadigde vellen met belastingzegels en het verloren gaan van de belastingzegels ten gevolge van ongeval of overmacht;

  • f. de belastingzegels die zijn aangebracht op uitgeslagen of ingevoerde pruimtabak of snuiftabak;

  • g. als het een inrichting voor verbruiksbelastingen betreft de belastingzegels die zijn aangebracht op de uitgeslagen pruimtabak of snuiftabak die in de inrichting voor verbruiksbelastingen opnieuw zijn ingeslagen; en

  • h. de locatie waar de belastingzegels zich bevinden of de locatie waar de pruimtabak of snuiftabak zich bevindt waarop de belastingzegels zijn aangebracht voor zover de pruimtabak of snuiftabak nog niet is opgenomen in een aangifte als bedoeld in artikel 20 van de wet.

ARTIKEL III

  • 1. Tabaksproducten als bedoeld in artikel 29 van de Wet op de accijns, die worden uitgeslagen tot verbruik vóór 1 januari 2013, mogen worden voorzien van een accijnszegel als bedoeld in artikel 73, eerste lid van de Wet op de accijns, dat is aangevraagd vóór 1 juni 2012.

  • 2. Pruimtabak en snuiftabak als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, die worden uitgeslagen of ingevoerd vóór 1 januari 2013, mogen worden voorzien van een belastingzegel als bedoeld in artikel 35, eerste lid van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, dat is aangevraagd vóór 1 juni 2012.

  • 3. Voor accijnszegels als bedoeld in artikel 73, eerste lid van de Wet op de accijns, die zijn aangevraagd vóór 1 juni 2012 blijven de artikelen 51, 52 en 53 van de Uitvoeringsregeling accijns zoals deze luidden op 31 mei 2012, tot en met 31 december 2012 van toepassing, met dien verstande dat in artikel 52, tweede lid, van die regeling de zinsnede ‘of een door G4S Value Services BV verstrekt verrekenbewijs’ komt te vervallen.

  • 4. Voor belastingzegels als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, die zijn aangevraagd vóór 1 juni 2012 blijven de artikelen 38, 39 en 40 van de Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten, zoals deze luidden op 31 mei 2012, van toepassing, met dien verstande dat in artikel 39, tweede lid, van die regeling vervalt de zinsnede: ‘of een door G4S Value Services BV verstrekt verrekenbewijs’. .

  • 5. Degene die vóór 1 juni 2012 accijns- of belastingzegels heeft aangevraagd kan onbeschadigde accijns- of belastingzegels, die voor deze datum zijn aangevraagd, tot en met 31 december 2012 onder ambtelijk toezicht vernietigen.

ARTIKEL IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 27 april 2012

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers.

TOELICHTING

Algemeen

In aansluiting op een eerdere proefperiode wordt het met ingang van 1 juni 2012 onder voorwaarden wettelijk mogelijk om voor tabaksproducten blanco accijnszegels aan te vragen. Ook de heffingsystematiek van de tabaksaccijns zal met ingang van deze datum wijzigen. De Uitvoeringsregeling accijns, zoals deze per 1 juni 2012 komt te luiden ingevolge de regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 30 december 2011, houdende wijziging van enige fiscale uitvoeringsregelingen (Stcrt. 2011, 22974), wordt in dat kader op enkele technische punten aangepast.

Ook voor pruim- en snuiftabak wordt gebruik gemaakt van zegels: belastingzegels. Deze kunnen worden aangevraagd etc. op dezelfde wijze als accijnszegels. De Wet op de verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten en hierdoor ook de Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten (hierna: Uitvoeringsregeling VB) komt per 1 januari 2013 te vervallen. Als gevolg van de wijzigingen in de Uitvoeringsregeling accijns (hierna: UR accijns) wordt voor de periode van 1 juni tot en met 31 december 2012 ook de Uitvoeringsregeling VB aangepast.

Voor zowel de UR accijns als de Uitvoeringsregeling VB is overgangsrecht opgenomen om te voorkomen dat alle oude zegels per 1 juni 2012 vernietigd moeten worden en er logistieke problemen ontstaan bij de uitlevering van nieuwe zegels.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdelen A tot en met O (artikelen 22c, 34, 37, 40 tot en met 45, 49, 50, 51, 52, 52a en 62 van de Uitvoeringsregeling accijns)

Voor het verkrijgen van toestemming voor het aanvragen van accijnszegels moet op grond van artikel 76, eerste lid, van de Wet op de accijns zekerheid worden gesteld. In artikel 22c, vierde lid, van de UR accijns is deze zekerheid voor een houder van een accijnsgoederenplaats gemaximeerd op € 9 000 000 en voor andere aanvragers op € 2 250 000. Door dit verschil zou een vergunninghouder van een accijnsgoederenplaats kunnen besluiten om zegels te gaan aanvragen in een andere hoedanigheid dan als die van vergunninghouder accijnsgoederenplaats. Dit is ongewenst. Daarom wordt de zekerheid voor alle aanvragers gemaximeerd op € 9 000 000.

De met ingang van 1 juni 2012 in artikel 34, tweede lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling accijns voorziene eis om in de situatie dat er om teruggaaf van accijns wordt verzocht, in de administratie op te nemen wie de accijns heeft voldaan voor de verloren gegane of vernietigde tabaksproducten, kan komen te vervallen.

De onderdelen e en f van artikel 37 van de UR accijns worden zodanig gewijzigd dat bij het verzoek om toestemming zo veel mogelijk de gegevens worden verstrekt die nodig zijn voor de bepaling van de zekerheid overeenkomstig artikel 22c van de UR accijns en de bepaling van de voorwaarden ten aanzien van de aan te vragen hoeveelheid zegels, bedoeld in artikel 38, vijfde lid, van de UR accijns.

Artikel 40, eerste lid, onderdeel b, van de UR accijns wordt gewijzigd omdat het bij een autonome wijziging van het tarief van belang is voor de inspecteur om de oude en nieuwe zegels te kunnen onderscheiden. Daarom moet de tariefcode hier worden opgenomen in de zegeladministratie. Voorts worden in artikel 40 van de UR accijns enkele technische wijzigingen aangebracht.

Artikel 41, vijfde lid, van de UR accijns komt te vervallen. Een verklaring van een accountant geldt als een zware eis. Om de administratieve lastendruk voor bedrijven niet te laten toenemen, kan de verplichting om te beschikken over een verklaring van een internationaal erkend accountantsbureau komen te vervallen.

In artikel 42, derde lid, onderdeel f, van de UR accijns vervalt de eis dat de voorraad onbedrukte blanco accijnszegels en de zelf bedrukte accijnszegels moet worden opgegeven bij de aanvraag. Het is voldoende om bij de aanvraag aan te geven wat het aantal vellen onbedrukte accijnszegels is dat in voorraad is.

Het onderscheid in veelvouden per tabakssoort in artikel 43, tweede lid, van de UR accijns voor het aanvragen van vellen onbedrukte accijnszegels kan komen te vervallen. Er is immers sprake van onbedrukte blanco accijnszegels. Gelet op de afname van het aantal onbedrukte blanco accijnszegels liggen voor deze aanvragers vellen in een veelvoud van 100 stuks meer voor de hand.

In artikel 44, eerste lid, wordt een extra echtheidskenmerk opgenomen. Er wordt een haak linksboven op de zegel geplaatst. Hierin komen de letters NL.

In de tekst van artikel 45, eerste lid, van de UR accijns is de eis opgenomen dat de accijnszegel zodanig bevestigd moet zijn dat de verpakking niet kan worden geopend zonder dat de accijnszegels worden gescheurd of doorgesneden. Met het vervallen van het lintzegel is deze eis niet meer houdbaar. Omdat het risico op hergebruik zeer klein wordt geacht en verpakkingen op velerlei wijzen te openen zijn, is het niet noodzakelijk meer om deze eis op te nemen in de regeling. De laatste volzin van genoemd artikel 45, eerste lid, komt dan ook te vervallen.

Aan artikel 49, derde lid, van de UR accijns wordt een nieuwe eis toegevoegd, namelijk dat het aanbrengen van de vermeldingen moet gebeuren in zwarte inkt. Deze verplichting wordt toegevoegd om te voorkomen dat er met kleuren wordt gewerkt die niet goed leesbaar zijn op het zegel.

In artikel 50 van de UR accijns zijn de situaties opgenomen waarin vellen met accijnszegels terug kunnen worden gestuurd. In het eerste lid van genoemd artikel 50 worden deze situaties verduidelijkt. In het tweede lid komt de eis dat de blanco accijnszegels in het formulier voor het terugzenden voor de vellen met accijnszegels onderscheiden moeten zijn naar de tariefcode te vervallen: dit heeft te maken met de onbedrukte blanco zegels.

Het derde lid van artikel 51 wordt zo gewijzigd, dat accijnszegels met een oude tariefcode uiterlijk de laatste dag van de maand waarin het nieuwe tarief van toepassing is geworden, moeten worden vernietigd. Het vierde lid vervalt onder vernummering van de andere leden.

Wat de aanvrager van accijnszegels moet doen indien er accijnszegels verloren gaan, wordt geregeld in artikel 52 van de UR accijns. Dit artikel wordt uitgebreid met de situatie waarin de belanghebbende ontdekt dat zegels zijn vermist zonder dat onmiddellijk sprake is van teloorgang wegens overmacht. Ook in deze situatie dient onverwijld mededeling gedaan te worden aan de inspecteur. Naast het verloren gaan van accijnszegels door ongeval of overmacht, of het vermissen van accijnszegels, kan het ook voorkomen dat accijnszegels verloren gaan door zogenoemde ‘verdamping’. Dit houdt in dat – doorgaans kleine – hoeveelheden accijnszegels verloren gaan tijdens het normale productieproces. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door een menselijke fout.

Om de tabaksproducenten niet te verplichten telkens onverwijld mededeling te moeten doen aan de inspecteur indien er sprake is van verdamping, wordt in artikel 52a van de UR accijns opgenomen dat van accijnszegels die op deze wijze verloren gaan, maandelijks mededeling mag worden gedaan.

In het tweede lid van artikel 62 van de UR accijns wordt de inhoud van de geopende kleinhandelsverpakking die voorhanden mag zijn, verruimd van 50 stuks sigaren tot 100 stuks. Daarnaast wordt opgenomen dat indien de sigaren uit de doos zijn gehaald, de oorspronkelijke verpakking in de winkel aanwezig moet zijn. Dit houdt verband met het vervallen van het lintzegel, waardoor niet meer iedere sigaar afzonderlijk een zegel heeft, maar er één sluitzegel op de doos zit.

Artikel II onderdelen A tot en met O (artikelen 24, 25, 26, 27, 28, 28a, 29, 30, 32, 33, 34 en 37 tot en met 40c van de Uitvoeringsregeling verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van enkele andere produkten)

De artikelen in de Uitvoeringsregeling VB die zien op het verstrekken van belastingzegels worden aangepast overeenkomstig de wijzigingen van de UR accijns.

Om de aanvraag van de belastingzegels op dezelfde wijze te laten verlopen als bij de bedrukte accijnszegels worden de artikelen 24 van de Uitvoeringsregeling VB zo aangepast dat het aanvragen en verkrijgen van de belastingzegels op dezelfde wijze verloopt als bij de accijnszegels voor tabaksproducten.

Artikel 25 komt te vervallen omdat de belastingzegels niet meer verkrijgbaar worden gesteld door G4S Value Services BV.

In artikel 26 van de Uitvoeringsregeling VB wordt geregeld dat de zegels verkrijgbaar worden gesteld door de zegelproducent. Het is ook de zegelproducent die het aantal zegels per vel bepaalt, hetgeen wordt opgenomen in het tweede lid. In het derde lid wordt geregeld dat indien de zegels niet binnen vier weken na het tijdstip waarop zij beschikbaar zijn gesteld op het distributiepunt zijn opgehaald, de aanvraag geacht wordt niet te zijn gedaan.

In artikel 27 van de Uitvoeringsregeling VB worden regels opgenomen over het uiterlijk van de zegels.

Artikel 28 van de Uitvoeringsregeling VB kan komen te vervallen omdat er met ingang van 1 juni 2012 geen lintzegels meer geproduceerd zullen worden, regels over het uiterlijk van de zegels hoeven dan ook niet meer te worden opgenomen.

Artikel 28a wordt met betrekking tot het vervallen van de lintzegels ook aangepast, alleen de sluitzegels blijven in het artikel staan.

In artikel 29 van de Uitvoeringsregeling VB wordt een aantal regels gewijzigd met betrekking tot de code die op het zegel gedrukt wordt.

Omdat de lintzegels worden afgeschaft, kan artikel 30 van de Uitvoeringsregeling VB komen te vervallen. Hoe de zegels eruit moeten zien, is vanaf 1 juni opgenomen in artikel 27 van de Uitvoeringsregeling VB.

De eis in het eerste lid van artikel 32 van de Uitvoeringsregeling VB, die voorschrijft dat de zegels zodanig bevestigd moeten worden dat deze worden gescheurd of doorgesneden, kan, evenals in artikel 45 van de UR accijns, komen te vervallen. Ook het tweede lid van artikel 32 kan vereenvoudigd worden aan de hand van de wijzigingen bij de accijnszegels. Wegens het afschaffen van de lintzegels, kan het derde lid van artikel 32 komen te vervallen.

Omdat, evenals bij accijnszegels, het risico op hergebruik van belastingzegels zeer klein wordt geacht, kan artikel 33 van de Uitvoeringsregeling VB vervallen.

Artikel 34 van de Uitvoeringsregeling VB wordt in overeenstemming gebracht met het eerste lid van artikel 46 van de UR accijns.

In de artikelen 37 tot en met 39 van de Uitvoeringsregeling VB wordt voorgeschreven hoe de aanvrager van de belastingzegels moet handelen indien er belastingzegels teruggezonden moeten worden, in het geval er belastingzegels worden vernietigd en in het geval van vermissing. Ook dit is overeenkomstig de wijze waarop dit dient te geschieden voor accijnszegels vanaf 1 juni 2012. Artikel 40 (oud) van de Uitvoeringsregeling VB kan komen te vervallen.

Ingevoegd worden vier nieuwe artikelen, waaronder een nieuw artikel 40. In artikel 40 (nieuw) worden regels over het bedrag van de zekerheid opgenomen. Voorts worden in de artikelen 40a tot en met 40c regels opgenomen over het verzoek, de toestemming en er worden nadere eisen gesteld aan de bijbehorende administratie. Deze eisen komen overeen met de bepalingen zoals deze gelden voor de aanvragers van accijnszegels.

Artikel III (overgangsbepaling)

In de regeling van de Staatssecretaris van Financiën van 30 december 2011, houdende wijziging van enige fiscale uitvoeringsregeling (Stcrt 2011, 22794), is geen overgangsrecht opgenomen met betrekking tot de in die regeling opgenomen wijziging van de UR accijns inzake het aanvragen van accijnszegels per 1 juni 2012. Om te voorkomen dat alle accijnszegels vernietigd zouden moeten worden en er logistieke problemen ontstaan bij de uitlevering van nieuwe zegels mag er tijdelijk nog met oude zegels gewerkt worden. Daarom is in de onderhavige regeling alsnog overgangsrecht opgenomen. Dit overgangsrecht bepaalt dat nog een aantal van de oude artikelen van toepassing blijft op tabaksproducten die worden uitgeslagen tot verbruik vóór 1 januari 2013 en die zijn voorzien van accijnszegels die zijn aangevraagd vóór 1 juni 2012. Een vergelijkbare bepaling is opgenomen voor belastingzegels.

Voor de wijzigingen van de Uitvoeringsregeling VB geldt dat deze ook per 1 juni 2012 in werking treden, met dien verstande dat voor zegels die zijn aangevraagd voor deze datum, de artikelen 38, 39 en 40 van die regeling blijven gelden zoals deze op 31 mei 2012 luidden. De procedure met betrekking tot het onder ambtelijk toezicht laten vernietigen van belastingzegels en de teruggaaf van het bedrag aan belasting dat belastingzegels vertegenwoordigen en de verrekening op aangifte blijft voor deze belastingzegels dan ook hetzelfde.

In het vijfde lid wordt bepaald dat onbeschadigde accijns- en belastingzegels die voor 1 juni 2012 zijn aangevraagd onder ambtelijk toezicht vernietigd kunnen worden tot 31 december 2012.

Artikel IV (inwerkingtreding)

De regeling treedt in werking met ingang van 1 juni 2012, zijnde de datum waarop de nieuwe wijze van aanvragen van accijns- en belastingzegels gaat gelden.

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven