Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 april 2012, nr. AV/SDA/2012/6091, tot aanwijzing van de bevoegde instantie en vaststelling van vereiste documenten voor melding in het kader van artikel 2a van de Wet arbeid vreemdelingen (Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 2a, eerste en derde lid, van de Wet arbeid vreemdelingen;

Besluit:

Artikel 1 Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. wet:

Wet arbeid vreemdelingen;

b. melding:

de verplichting voor een werkgever om vooraf schriftelijk te melden dat hij een vreemdeling in Nederland arbeid laat verrichten als bedoel in artikel 2a, eerste lid, van de wet.

Artikel 2 Bevoegde instantie

Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen is de instantie waaraan een werkgever de melding doet.

Artikel 3 Bewijsstukken

De werkgever doet de melding onder overlegging van de volgende documenten:

• a. een door de werkgever schriftelijk en naar waarheid afgelegde verklaring, opgesteld op een daartoe door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen verstrekt formulier, waarin worden vermeld de naam en het adres van de werkgever, een aanduiding van de aard van zijn onderneming en de registratiegegevens in het land van vestiging, de naam en het adres van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend, de aard van de te verlenen dienst, waar en wanneer de vreemdeling de arbeid zal verrichten, alsmede de identiteitsgegevens van de vreemdeling;

• b. een kopie van het geldige identiteitsbewijs van de vreemdeling, en

• c. bewijsstukken waaruit blijkt dat de vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijft en arbeid mag verrichten.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 mei 2012.

Artikel 5 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 april 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.

TOELICHTING

Algemeen

Op 18 juni 2009 is Richtlijn nr. 2009/52/EG van het Europees parlement en de Raad van 18 juni 2009 tot vaststelling van minimumnormen inzake de sancties en maatregelen tegen werkgevers van illegaal verblijvende onderdanen van derde landen in werking getreden (hierna: de richtlijn). De richtlijn legt verplichtingen op aan werkgevers ter voorkoming van illegale tewerkstelling. Bij inbreuken op verplichtingen uit de richtlijn leggen lidstaten maatregelen en sancties aan werkgevers op. De omzetting van de richtlijn heeft plaatsgevonden door, onder andere, wijziging van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) (Zie Kamerstukken II 2010/11, 32 843). Er is een nieuw artikel 2a toegevoegd, waarin in het eerste lid de meldingsplicht van de werkgever is vastgelegd. In die bepaling is tevens neergelegd dat de melding plaatsvindt bij een bij ministeriële regeling aan te wijzen instantie. Deze regeling strekt hiertoe.

UWV als bevoegde instantie

De werkgever is volgens artikel 2a, eerste lid, van de Wav verplicht de aanvang van werkzaamheden door vreemdelingen die geen tewerkstellingsvergunning nodig hebben, schriftelijk te melden. In deze regeling wordt Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) aangewezen als instantie waar de melding over de aanvang van werkzaamheden door een vreemdeling zal worden gedaan.

Bewijsstukken

In artikel 2a, derde lid, is neergelegd dat bij ministeriële regeling regels kunnen worden gesteld met betrekking tot het model van de verklaring en de over te leggen bewijsstukken.

Bewijsstukken die overgelegd moeten worden zijn een verklaring van de werkgever op een door UWV verstrekt formulier, een kopie van het identiteitsbewijs en bewijsstukken waaruit blijkt dat de vreemdeling gerechtigd is in het land alwaar de werkgever gevestigd is te verblijven en er de arbeid te verrichten.

In de verklaring wordt onder andere vermeld: naam en het adres van de werkgever, een aanduiding van de aard van zijn onderneming en de registratiegegevens in het land van vestiging, de naam en het adres van degene ten behoeve van wie de dienst wordt verleend, de aard van de te verlenen dienst, waar en wanneer de vreemdeling de arbeid zal verrichten, alsmede de identiteitsgegevens van de vreemdeling.

Inwerkingtreding

Artikel 2a van de Wet arbeid vreemdelingen treedt per 1 mei 2012 in werking. Aangezien deze regeling de bevoegde instantie voor notificatie aanwijst en bepaalt welke bewijsstukken er bij notificatie overgelegd dienen te worden, treedt deze regeling eveneens per die datum in werking.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, H.G.J. Kamp.