Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 19 april 2012, nr. WJZ/ 396852 (10187), houdende wijziging van de Regeling aanmelding en selectie hoger onderwijs in verband met directe plaatsing gegadigden met een buitenlandse vooropleiding

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 7.57b, derde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanmelding en selectie hoger onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

Na het vijfde lid worden drie nieuw leden toegevoegd, luidende:

  • 6. De minister deelt de gegadigde die in het bezit is van een diploma, afgegeven buiten Nederland in een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, op zijn verzoek in klasse a in, indien naar het oordeel van de minister de gemiddelde waardering van de geëxamineerde vakken vergelijkbaar is met een gemiddeld eindexamencijfer van 8 of hoger als bedoeld in artikel 7.57b, eerste en tweede lid, van de wet. Artikel 7.57b, vierde lid, van de wet wordt in dat geval niet toegepast.

  • 7. Om voor indeling in klasse a in aanmerking te komen, verzoekt de gegadigde de minister daartoe een besluit te nemen bij de aanmelding voor de fixusopleiding.

  • 8. Om voor het studiejaar 2012-2013 voor indeling in klasse a in aanmerking te komen, dient de gegadigde, in afwijking van het zevende lid, het verzoek in voor 1 juli 2012.

B

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de punt door een puntkomma wordt aan het slot van onderdeel b na ‘derde’ toegevoegd: lid

2. Er wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. de gegadigde, die op grond van artikel 13, zesde lid, in klasse a is ingedeeld.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra.

TOELICHTING

I Algemene toelichting

1. De toelating

Op grond van artikel 7.57 b van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna WHW) worden alle gegadigden voor een numerus fixusopleiding op grond van hun gemiddeld eindexamencijfer onderverdeeld in vijf klassen ten behoeve van de loting. Degenen die een gemiddeld eindexamencijfer van 8 of hoger, hebben worden ingedeeld in klasse a. Zij loten niet mee, maar worden direct geplaatst voor de opleiding van hun keuze. Op grond van artikel 7.57 b, vierde lid, wordt de bezitter van een buitenlands diploma ingedeeld in lotingsklasse c, de klasse waarin de gegadigden met een Nederlands diploma worden geplaatst met een gemiddeld eindexamencijfer lager dan 7,5 en hoger of gelijk aan een 7. Dit is de ‘gemiddelde klasse’. De loting wordt uitgevoerd door DUO.

2. Aanleiding

Op 7 september 2011 (zaaknummer 201009806/1/H2) heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in de beroepszaak van een (Nederlands) meisje met een Belgisch diploma tegen het besluit om haar voor een fixusopleiding in te delen in lotingsklasse c. Zij stelde dat haar gemiddeld eindresultaat dusdanig vergelijkbaar was met een Nederlands gemiddeld eindexamencijfer van 8 of hoger dat zij in klasse a had moeten worden ingedeeld en aldus aanspraak had behoren te hebben op directe toegang tot de universitaire studie. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelde dat het beroep gegrond was omdat deze handelswijze, waarbij houders van een diploma behaald in een andere lidstaat dan Nederland geen aanspraak kunnen maken op directe plaatsing, in het licht van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) niet is gerechtvaardigd. De indeling in lotingsklasse c was niet gebaseerd op enig onderzoek, generiek of individueel.

De Europese Commissie is op 26 januari 2012 een inbreukprocedure tegen Nederland gestart.

De Commissie volgt deze procedure als een lidstaat naar de mening van de Commissie het EU-recht heeft geschonden. De Commissie is van mening dat Nederland met de huidige regelgeving studenten uit andere EU-landen achterstelt door hen in lotingsklasse c in te delen. Daarmee wordt gehandeld in strijd met het recht van burgers op vrij verkeer en verblijf en het verbod op discriminatie op grond van nationaliteit.

3. Directe plaatsing EU-gegadigden

Met de onderhavige wijziging van de Regeling aanmelding en selectie hoger onderwijs (RAS) wordt het lotingsysteem aangepast en recht gedaan aan het oordeel van de rechter en de EU commissie. De aanpassing voorziet erin dat gegadigden met een diploma uit een lidstaat van de EU of de Europese Economische Ruimte (EER) of uit Zwitserland, net als gegadigden met een Nederlands diploma, voor directe toelating tot een fixusopleiding in aanmerking kunnen komen. Een gegadigde moet daarvoor bij de minister een verzoek indienen. Wanneer naar het oordeel van de minister het eindresultaat van zijn eindexamen vergelijkbaar is met het gemiddeld eindexamencijfer 8 of hoger in Nederland dan wordt de gegadigde, net als een gegadigde met een Nederlands diploma, ingedeeld in klasse a.

De maatregel heeft in principe een tijdelijk karakter. In de Strategische Agenda Hoger Onderwijs, Onderzoek en Wetenschap “Kwaliteit in verscheidenheid” (Kamerstukken II 2010/11, nr. 194) is aangekondigd dat loting stapsgewijs zal worden afgeschaft. In de plaats daarvan komt een systeem van 100 % selectie door de instellingen. Daarmee zal ook de 8-plus-maatregel vervallen. Een wijziging van de toelatingssystematiek wordt nader uitgewerkt in een wet die naar verwachting voor dit onderdeel voor het eerst zal gelden voor het studiejaar 2015-2016. Indien het wetsvoorstel wordt aangenomen zal invoering van een nieuwe toelatingsystematiek ertoe leiden dat ook alle aspirant-studenten uit andere lidstaten niet meer door loting geplaatst worden voor een studie, maar door de instellingen beoordeeld worden op bijzondere kwalificaties, die de instelling van te voren vaststelt.

4. Diplomavergelijking en procedure

Voor het vergelijken van de waardering van het eindresultaat van diploma’s in EU-lidstaten met Nederlandse gemiddelden van 8 of hoger wordt gebruik gemaakt van de expertise van Nuffic (Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs). Nuffic heeft generiek onderzoek verricht naar de vergelijkbaarheid van het niveau van voortgezet onderwijs in andere EU-lidstaten, de afgegeven diploma’s en eindcijfers. Dit heeft geresulteerd in een handleiding waarin Nuffic de minister adviseert over de waardering van diploma’s en eindcijfers uit een groot aantal van de betrokken Europese landen. DUO zal het advies van Nuffic gebruiken bij het vergelijken van de eindresultaten van een voorgelegd diploma met een Nederlands diploma. Niet alle betrokken landen zijn door Nuffic in kaart gebracht. In voorkomende gevallen zal door DUO een diplomavergelijking worden gemaakt, waarbij op individuele basis advies van Nuffic wordt ingewonnen.

Gegadigden die menen op grond van resultaten aanspraak te kunnen maken op directe plaatsing dienen dat door middel van het indienen van een verzoek bij de aanmelding voor een fixusopleiding kenbaar te maken. Op grond van artikel 6 van de RAS, dient die aanmelding voor 15 mei te geschieden. Op basis van de diplomagegevens, die op grond van artikel 7 van de RAS dienen te worden ingezonden, zal een beslissing worden genomen omtrent wel of niet plaatsen in klasse a.

Voor het studiejaar 2012–2013 zal een iets afwijkende procedure gevolgd worden. Op het moment dat deze wijzigingsregeling in werking treedt, heeft een groot aantal Europese gegadigden zich al aangemeld. Daarom zal DUO medio juni 2012 alle gegadigden uit betreffende landen een brief sturen met de nodige uitleg over de gewijzigde situatie. Zij worden met een retourformulier alsnog in de gelegenheid gesteld een verzoek te doen om in klasse a geplaatst te worden. De vergelijkingsprocedure neemt naar schatting uiterlijk 10 werkdagen in beslag. De loting vindt medio juli plaats. Dat betekent dat een gegadigde voor het komend studiejaar het verzoek voor 1 juli moet indienen.

Gegadigden die geen gebruik maken van de mogelijkheid tot vergelijking van het eindresultaat en gegadigden van wie het eindresultaat niet vergelijkbaar is met het gemiddeld eindcijfer 8 of hoger worden overeenkomstig artikel 7.57b, derde lid, van de WHW, geplaatst in lotingsklasse c.

De maatregel laat onverlet de andere eisen die aan gegadigden gesteld kunnen worden op grond van de WHW, zoals nadere vooropleidingseisen of een taaltoets.

5. Informatie

DUO zal via de website informatie verstrekken over de aanpassing van de RAS en de gevolgen daarvan. Ook zullen voorbeelden op de website geplaatst worden van de vergelijkbaarheid tot het gemiddeld eindcijfer 8 of hoger van diploma’s en eindcijfers van verschillende Europese landen. Daarmee kunnen gegadigden een inschatting maken van de kans van slagen van de aanspraak op directe plaatsing.

6. Administratieve lasten

De gegadigde die van mening is dat zijn gemiddelde eindexamenresultaten overeenkomen met een 8 of hoger van een in Nederland afgegeven diploma, moet dat kenbaar maken bij DUO. Uitgegaan wordt van administratieve lasten van 0,25 uur per verzoek. Onbekend is hoeveel gegadigden van deze mogelijkheid gebruik zullen maken.

II Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1

Onderdeel A

De aanpassing van artikel 13 vindt zijn grondslag in artikel 7.57b, derde lid, WHW. Houders van een diploma afgegeven buiten Nederland hebben geen cijferlijst in de zin van de WHW. Met een aanpassing van artikel 13 van de RAS wordt afgeweken van artikel 7.57b, vierde lid, WHW. Die bepaling regelt immers nadrukkelijk dat bezitters van een buitenlands diploma in lotingsklasse c moeten worden geplaatst. Daarom is in artikel 13 bepaald dat voor gegadigden met een gemiddeld eindresultaat vergelijkbaar met 8 of hoger artikel 7.57b, vierde lid, WHW niet wordt toegepast. De uitspraak van de rechter en de inbreukprocedure rechtvaardigen dit.

Onderdeel B

De wijziging van artikel 15 behelst het effect van indeling in klasse a. Deze indeling leidt ertoe dat de Europese gegadigde met een examenresultaat vergelijkbaar met een Nederlands gemiddeld eindcijfer van 8 of hoger direct een bewijs van toelating wordt verstrekt.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, H. Zijlstra.

Naar boven