Toestemming overdracht winningsvergunning L8a

23 december 2011

Nr. ETM/EM/11178086

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Procesverloop:

  • Wintershall Noordzee B.V., Cirrus Energy Nederland B.V. (thans: Oranje-Nassau Energie Nederland B.V.), EWE AG (thans: EWE ENERGIE AG) en TAQA Offshore B.V. zijn houder van de bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 19 juli 1988 met kenmerk 388/III/1423/EAM (Staatscourant 1988, nr. 146) verleende winningsvergunning voor een deel van het blok L8 (L8a), van het continentaal plat, welk blok is aangegeven op de als bijlage 3 bij de Mijnbouwregeling gevoegde kaart. De beschikking is laatstelijk gewijzigd op 29 juli 2011, kenmerk ETM/EM/11108768;

  • bij brief van 5 december 2011, ontvangen op 15 december 2011, heeft de vergunninghouder gevraagd om toestemming voor overdracht, op grond van artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet, van de winningsvergunning L8a aan Wintershall Noordzee B.V., Oranje-Nassau Energie B.V., EWE ENERGIE AG en TAQA Offshore B.V.

Overwegingen:

  • deze winningsvergunning wordt op grond van artikel 143, tweede lid, onder c, van de Mijnbouwwet beschouwd als een winningsvergunning als bedoeld in artikel 6 van de Mijnbouwwet;

  • de aanvraag wordt als volgt begrepen dat de huidige vergunninghouder vraagt om toestemming tot overdracht van de winningsvergunning L8a, zodanig dat Wintershall Noordzee B.V., Oranje-Nassau Energie B.V., EWE ENERGIE AG en TAQA offshore B.V. gezamenlijk vergunninghouder worden van deze winningsvergunning, waarbij Wintershall Noordzee B.V. de persoon blijft die de feitelijke werkzaamheden verricht of daartoe opdracht verleent;

  • de technische of financiële mogelijkheden van de beoogde vergunninghouder geven geen aanleiding tot het weigeren van de toestemming tot overdracht van de winningsvergunning aan de beoogde vergunninghouder. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • de manier waarop de beoogde vergunninghouder voornemens is de activiteiten te verrichten geeft geen aanleiding de toestemming tot overdracht te weigeren. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder b, van de Mijnbouwwet;

  • de beoogde vergunninghouder heeft niet onder een eerdere vergunning bij activiteiten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Mijnbouwwet blijk gegeven van een gebrek aan efficiëntie en verantwoordelijkheidszin, daaronder mede verstaan maatschappelijke verantwoordelijkheidszin. Hiermee is voldaan aan artikel 20, eerste lid, van de Mijnbouwwet in samenhang met artikel 9, eerste lid, onder c, van de Mijnbouwwet.

Gelet op artikel 20, eerste en derde lid, en artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Besluit:

Artikel 1

Aan de houder van de winningsvergunning L8a, verleend bij beschikking van de Minister van Economische Zaken van 19 juli 1988 met kenmerk 388/III/1423/EAM wordt toestemming verleend tot overdracht van de vergunning zodat Wintershall Noordzee B.V., Oranje-Nassau Energie B.V., EWE ENERGIE AG en TAQA Offshore B.V. gezamenlijk houder zullen worden van de winningsvergunning L8a.

Artikel 2

Wintershall Noordzee B.V. is de persoon als bedoeld in artikel 22, vijfde lid, van de Mijnbouwwet.

Artikel 3

De vergunning dient binnen één jaar na bekendmaking van deze beschikking daadwerkelijk te zijn overgedragen.

Artikel 4

De vergunninghouder doet van de overdracht onverwijld schriftelijk mededeling aan de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en EBN B.V., Postbus 19063, 3501 DB Utrecht.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de dag na die waarop de beschikking is bekendgemaakt.

Deze beschikking wordt bekendgemaakt door toezending aan de aanvrager. Van deze beschikking wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, namens deze: P. Jongerius, Themacoördinator mijnbouw en mijnbouwklimaat directie Energiemarkt.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks is betrokken bij dit besluit binnen 6 weken na verzending van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, directie Wetgeving en Juridische Zaken (ALP: X/050), Postbus 20101, 2500 EC ’s-Gravenhage. Dit besluit is verzonden op de in de aanhef vermelde datum.

Naar boven