Van gerechtsdeurwaarder W.H.M. Heeremans, werkzaam bij Groenewegen & Partners ’s-Gravenhage,
gevestigd te ’s-Gravenhage aan de Laan 20, ontving ik op 3 januari 2012 een faxbericht,
waarin hij mij in kennis stelt van een door hem ontvangen opdracht tot het leggen
van conservatoir derdenbeslag ten laste van onder meer de Organisatie voor het Verbod
van Chemische Wapens (OVCW), gevestigd te ’s-Gravenhage. Het betreft een voorgenomen
beslag op grond van de op 23 december 2011 voor grosse afgegeven beschikking van de
voorzieningenrechter te ’s-Gravenhage waarbij verlof wordt verleend tot het leggen
van beslag onder zo-even bedoelde entiteit.
Ik acht deze ambtshandeling, na consultatie van mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken,
in strijd met de volkenrechtelijke verplichtingen van Nederland wegens strijdigheid
met het door Nederland met de OVCW gesloten zetelverdrag (Trb. 1997, 114).
Artikel 5, eerste lid, van voornoemd zetelverdrag bepaalt kort gezegd dat alle eigendommen
en bezittingen van de OVCW vrijgesteld zijn van onderzoek, vordering, confiscatie,
onteigening of iedere andere vorm van ingrijpen, ongeacht of het optreden van uitvoerende,
administratieve, rechterlijke of wetgevende aard betreft. Het te leggen beslag zou
daarmee een inbreuk vormen op de in deze bepaling neergelegde verplichting voor Nederland.
Op grond van artikel 3a, tweede lid, van de Gerechtsdeurwaarderswet zeg ik om die
reden bovengenoemde gerechtsdeurwaarder en zijn kantoorgenoten aan dat deze ambtshandeling,
voor zover betrekking hebbend op de OVCW, strijdig is met de volkenrechtelijke verplichtingen
van de Nederlandse Staat en uitvoering daarvan moet worden geweigerd.
Deze aanzegging is met onmiddellijke ingang van kracht en zal worden gepubliceerd
in de Staatscourant.