Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Schoonhoven Oost

Burgemeester en wethouders van Schoonhoven maken op grond van artikel 3.8 lid 4 van de Wet ruimtelijke ordening bekend dat de gemeenteraad op 2 februari 2012 het bestemmingsplan Schoonhoven Oost gewijzigd heeft vastgesteld.

Het plangebied wordt globaal begrensd door:

• de G.J.van Heuven Goedhartweg in het westen;

• de M.A. Reinaldaweg in het noorden;

• de Vrouwenmantel in het oosten;

• de Tiendweg in het zuiden.

Het bestemmingsplan Schoonhoven Oost betreft een actualisering van de huidige bestemmingsplannen met als resultaat één nieuw plan voor het gehele gebied met duidelijke, eenduidige en actuele bestemmingsregelingen.

Ten opzichte van het ontwerpbestemmingsplan heeft de raad bij de vaststelling wijzigingen aangebracht. Voor een gedetailleerd overzicht van de wijzigingen wordt verwezen naar de bij het raadsbesluit behorende Nota van zienswijzen en wijzigingen.

Bij de vaststelling van het plan heeft de raad op grond van artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening besloten geen exploitatieplan vast te stellen.

Het bestemmingsplan met bijbehorende stukken ligt met ingang van 25 april tot en met 5 juni 2012 ter inzage in het stadhuis, Haven 37, Schoonhoven. Daarnaast is het plan met bijbehorende stukken ook digitaal te raadplegen op de gemeentelijke website (www.schoonhoven.nl) en op de landelijke website (www.ruimtelijkeplannen.nl/web-roo/?planidn=NL.IMRO.0608.BP1040SchoonhovenO-ON01. )

Belanghebbenden die tijdig een zienswijze tegen het ontwerp naar voren hebben gebracht danwel kunnen aantonen daartoe redelijkerwijs niet in staat te zijn geweest en belanghebbenden die niet kunnen instemmen met de wijzigingen die de raad bij de vaststelling heeft aangebracht kunnen gedurende bovengenoemde periode van ter inzage ligging beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het raadbesluit tot vaststelling van het bestemmingsplan treedt in werking met ingang van de dag na afloop van die waarop de beroepstermijn afloopt, tenzij binnen deze periode -naast het instellen van beroep- een verzoek om voorlopige voorziening is ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het besluit treedt dan niet in werking voordat op dat verzoek is beslist.

Schoonhoven, 24 april 2012