Regeling van het Stimuleringsfonds voor de pers van 30 maart 2012, nr. 21947 tot vaststelling van subsidieplafonds voor het jaar 2012

Het Stimuleringsfonds voor de pers,

Gelet op artikel 8.10, eerste lid, en artikel 8.16 van de Mediawet 2008 en artikel 22 van de Mediaregeling 2008,

Besluit:

Artikel 1. Subsidieverlening op grond van titel 8.2 van de Mediawet 2008

• 1. Voor subsidieverstrekking aan persorganen voor de activiteiten bedoeld in de artikelen 8.10, 8.11, 8.12, 8.13 en 8.14 van de Mediawet 2008 is in 2012 een totaalbedrag van ten hoogste € 150 000 beschikbaar.

• 2. In afwijking van het eerste lid kan aan persorganen subsidie boven het subsidieplafond worden verstrekt indien naar het oordeel van het Stimuleringsfonds:

  • a. de start of voortzetting van het persorgaan zonder subsidie niet mogelijk is en gestaakt moet worden;

  • b. de uitgever aannemelijk maakt alles in het werk te hebben gesteld om het persorgaan te starten of voort te zetten;

  • c. de uitgever tenminste de helft van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voor zijn rekening neemt dan wel door derden laat meefinancieren; en

  • d. de start of voortzetting van het persorgaan de pluriformiteit van de pers zeer ten goede komt.

• 3. Voor subsidieverstrekking op grond het tweede lid is in 2012 in totaal ten hoogste € 2.000.000 beschikbaar.

Artikel 2. Subsidieverlening op grond van titel 8.3 van de Mediawet 2008

• 1. Voor subsidieverstrekking op grond van titel 8.3 van de Mediawet 2008 voor het verrichten van onderzoek ten behoeve van de persbedrijfstak als geheel is in 2012 een bedrag van ten hoogste € 200 000 beschikbaar.

• 2. Een aanvraag voor subsidie kan van 1 mei tot 1 september 2012 worden ingediend.

• 3. Per aanvraag kan subsidie worden verstrekt voor ten hoogste € 75.000 en voor een periode van maximaal een jaar.

• 3. Het Stimuleringsfonds beslist gelijktijdig op de aanvragen op basis van de toepasbaarheid van de beoogde onderzoeksresultaten voor de vernieuwing of verbetering van bedrijfsprocessen bij organisaties in de persbedrijfstak.

• 4. Bij het bepalen van de hoogte van de subsidie wordt het matchingprincipe toegepast, waarbij de subsidieaanvrager tenminste de helft van de totale kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd voor zijn rekening dient te nemen dan wel door derden laat meefinancieren.

• 5. Als op grond van de beoordeling, bedoeld in het derde lid, de in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van een subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds de hoogte van de subsidie bepalen naar rato van het aantal in aanmerking komende aanvragen en van de hoogte van aangevraagde subsidies.

Artikel 3. Begrotingsvoorbehoud

Subsidies ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld worden verleend onder de voorwaarde dat voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.

Artikel 4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de pers, G.W. Noomen.

TOELICHTING

Algemeen

Op grond van de aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voorgelegde begroting 2012 van het Stimuleringsfonds voor de pers is in 2012 een bedrag van € 1.700.000 beschikbaar voor het verstrekken van subsidies. Daarvan is ten hoogste € 150.000 beschikbaar voor subsidieverlening aan persorganen op grond van titel 8.2 van de Mediawet 2008 en € 200.000 voor onderzoek in het belang van de persbedrijfstak op grond van titel 8.3 van de Mediawet 2008. De overige middelen zullen op grond van titel 8.1 (artikel 8.3) via andere subsidieregelingen beschikbaar worden gesteld, waaronder een persinnovatieregeling en een regeling voor projecten op het gebied van de regionale nieuwsvoorziening. Bij de persinnovatieregeling staan innovatieve projecten op het terrein van pers en journalistiek centraal. Bij subsidieverlening op grond van titel 8.2 en 8.3 van de Mediawet 2008 kan het eveneens en bij voorkeur om innovatieve projecten gaan, maar dat is niet noodzakelijk.

Voor de verschillende activiteiten, waarvoor op grond van titel 8.2 en 8.3 van de Mediawet 2008 subsidie kan worden aangevraagd, is een plafond ingesteld zodat er geen scheve verdeling van de middelen over de verschillende activiteiten optreedt. Bij de toekenning van de subsidie houdt het bestuur van het Stimuleringsfonds rekening met de nadere bepalingen die in de artikelen 8.11 tot en met 8.15 van de Mediawet 2008 zijn gesteld ten aanzien van de vorm waarin de subsidie kan worden verstrekt, te weten: een uitkering, een krediet of een kredietfaciliteit.

Artikel 1

Subsidie op grond van dit artikel kan worden verstrekt aan uitgevers van persorganen. Het begrip persorgaan wordt niet nader omschreven in de Mediawet 2008, maar het Stimuleringsfonds hanteert hiervoor de volgende werkdefinitie: een gedrukt of digitaal journalistiek product van een uitgever waarbij het zelfstandig produceren van journalistieke artikelen de hoofdactiviteit vormt. Er worden in de Mediawet wel eisen gesteld aan een persorgaan om voor subsidie in aanmerking te kunnen komen, waaronder dat het persorgaan tegen betaling dient te verschijnen en dat het persorgaan in belangrijke mate nieuws, analyse, commentaar en achtergrondinformatie over een gevarieerd deel van de maatschappelijke actualiteit dient te bevatten (artikel 8.10 Mediawet 2008).

Aanvragen voor subsidie aan persorganen kunnen het gehele jaar worden ingediend omdat dat het beste aansluit bij de aard van de projecten, te weten gerichtheid op continuïteit en rentabiliteit van het betrokken persorgaan. Voor die gevallen waarin de uitgave van een persorgaan niet van de grond kan komen of gestaakt dreigt te worden en de beschikbare middelen op grond van de subsidieplafonds onvoldoende zijn om het desbetreffende project te financieren, heeft het Stimuleringsfonds een reserve van 2 miljoen euro binnen zijn vermogen opgebouwd waaruit in dat geval geput kan worden. Om de aanspraak op deze middelen beperkt te houden geldt aanvullend aan de bepalingen uit de Mediawet onder meer de eis dat de ondersteuning van het desbetreffende persorgaan de pluriformiteit van de pers zeer ten goede komt.

Artikel 2

Door de subsidie voor onderzoek in een subsidieronde te verlenen, wordt vergelijking van de onderzoeksprojecten mogelijk wat de kwaliteit van de projecten ten goede kan komen. De vergelijking vindt plaats op basis van de toepasbaarheid van de onderzoeksresultaten waarmee invulling wordt gegeven aan één van de adviezen die zijn voortgekomen uit de Evaluatie van het Stimuleringsfonds voor de Pers, te weten: het advies om de bruikbaarheid van onderzoek te vergroten [noot].

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de pers, G.W. Noomen.