Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 11 april 2012, nr. WJZ / 12044552, houdende instelling van de Green Deal Board (Instellingsbesluit Green Deal Board)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 2, eerste lid, van de Wet vergoedingen adviescolleges en commissies;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

b. de board:

de Green Deal Board;

c. de Green Deal:

publiek-private samenwerking die bijdraagt aan verduurzaming van de maatschappij en de Nederlandse economie versterkt;

d. de Green Deals:

convenanten gesloten in het kader van de Green Deal waarin afspraken worden vastgelegd tussen publieke en private partijen over concrete duurzame initiatieven.

Artikel 2

  • 1. Er is een Green Deal Board.

  • 2. De board heeft tot taak:

    • a. nieuwe initiatieven in het perspectief van de Green Deal te bevorderen, in het bijzonder op terreinen waar de board leemtes ziet;

    • b. de voortgang van de Green Deals te volgen en bij vertragingen of belemmeringen die voortgang te bevorderen;

    • c. een brede toepassing van de resultaten van de Green Deals te bevorderen door de ervaringen met die initiatieven te volgen en te evalueren waarbij in kaart wordt gebracht of er structurele problemen zich voordoen, suggesties worden gedaan voor mogelijke oplossingen of kansen worden gesignaleerd voor opschaling;

    • d. relevante maatschappelijke organisaties en geledingen bij de Green Deal te betrekken, mede om leemtes in te vullen en om brede toepassing van resultaten van de Green Deals te bevorderen.

Artikel 3

  • 1. De board bestaat uit een voorzitter en ten hoogste tien andere leden.

  • 2. De voorzitter en de andere leden worden door de minister benoemd. De voorzitter en de andere leden kunnen door de minister worden geschorst en ontslagen.

  • 3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.

Artikel 4

  • 1. De board vergadert minimaal vier keer per jaar.

  • 2. De board stelt zijn eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 3. De minister voorziet in het secretariaat van de board.

  • 4. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de board geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de board opgeborgen in het archief van dat ministerie.

  • 5. De board kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van zijn taak nodig is, waaronder ambtelijke deskundigen.

Artikel 5

  • 1. Ter gelegenheid van de instelling van de board worden voor de periode van 1 januari 2012 tot 1  juni 2015 tot leden van de board benoemd:

    • a. mevrouw M.R. Milz, te Putten, tevens voorzitter;

    • b. mevrouw mr. E.F. van Galen, te Amsterdam;

    • c. de heer J.A.M. Huijbers te Wintelre;

    • d. mevrouw M.M.A.A. Janssen MM, te Brussel, België;

    • e. mevrouw drs. T. Klip-Martin, te Dalen;

    • f. de heer M. van Poelgeest, te Amsterdam;

    • g. de heer ir. B. Romeijn, te Papendrecht;

    • h. de heer drs. A.F. van der Touw, te Wassenaar;

    • i. de heer ir. T.J.A. Wagenaar, te Bilthoven.

  • 2. Als toehoorder bij de vergadering van de board worden uitgenodigd:

    • a. een directielid van het gemeenschappelijk bureau van Vereniging VNO-NCW en Koninklijke Vereniging MKB-Nederland;

    • b. een directeur-generaal of plaatsvervangend directeur-generaal van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie;

    • c. de directeur-generaal Milieu en Internationaal van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu;

    • d. de directeur-generaal Wonen, Bouwen en Integratie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

    • e. de programmamanager van het interdepartementale programma Green Deals van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Artikel 6

  • 1. Aan de voorzitter van de board wordt een vaste vergoeding per maand toegekend, waarbij de salarisschaal wordt vastgesteld op schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1984 en de arbeidsduurfactor op 0,2.

  • 2. De leden van de board ontvangen voor het bijwonen van een vergadering een vergoeding van € 255,00.

Artikel 7

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2012.

  • 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 juni 2015.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Green Deal Board.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

Den Haag, 11 april 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

TOELICHTING

1. Doel en aanleiding

Het doel van de Green Deal is om de verduurzaming van de Nederlandse economie te versnellen, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van de vernieuwende ambities en dynamiek in de samenleving. De Rijksoverheid wil daartoe convenanten (Green Deals) sluiten met bedrijven en andere partijen om oplossingen voor verduurzaming te realiseren en daarbij optredende belemmeringen weg te nemen.

Het voornemen om een Green Deal Board in te stellen is aangekondigd in de brief over de Green Deal van 3 oktober 2011 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2011-12, 33043, nr. 1). Het kabinet heeft hierover afspraken gemaakt met VNO-NCW, MKB-Nederland, LTO Nederland, Stichting Natuur en Milieu, stichting Natuur en Miliefederaties en MVO Nederland in de zogenoemde Green Deal Groene Groei. De kerntaken van de Green Deal Board zijn het aanjagen van nieuwe initiatieven die kunnen uitmonden in Green Deals, het bewaken van de voortgang van de uitvoering van Green Deals, het monitoren van de resultaten van de Green Deals en het betrekken van partijen uit samenleving bij de Green Deal.

2. Taak en samenstelling

De leden van de board zijn gezocht bij de bij de Green Deal betrokken geledingen van het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties. Daarbij is ook gezocht naar twee leden met een bestuurlijke verantwoordelijkheid bij decentrale overheden. De leden hebben allen vanuit verschillende invalshoeken een ruime ervaring en kennis die van belang is voor de stimulerende en toezichthoudende rol voor het maatschappelijke proces van de Green Deal. De leden en voorzitter hebben op persoonlijke titel zitting in de board. De Rijksoverheid is bij het overleg van de board aanwezig in de rol van toehoorder.

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Naar boven