Kennisgeving Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)/Waterwet

Ontwerpvergunningen

Beelen Amsterdam BV wil een nieuwe, de gehele inrichting omvattende omgevingsvergunning voor het veranderen c.q. het in werking hebben van die verandering, van haar aan de Ankerweg 16 te Amsterdam gelegen inrichting. Het betreft de volgende veranderingen met betrekking tot het onderdeel milieu:

• het houden van kantoor;

• het realiseren van een was- en tankplaats;

• het vergroten/uitbreiden van het aantal te accepteren afvalstoffen;

• het uitbreiden van de aanwezige bewerkingsmethoden.

Omdat de inrichting gelegen is nabij Natura 2000-gebieden en nabij een beschermd natuurmonument, is hiervoor ook een vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet nodig. Vanwege de samenloop met omgevingsvergunningplichtige activiteiten zal deze in de omgevingsvergunning opgenomen worden.

Daarnaast wil Beelen Amsterdam BV een omgevingsvergunning onderdeel bouw voor het bouwen van een pomp-/overstortput, uitstroombak en waterbassin ten behoeve van het beregenen van het terrein.

Beelen Amsterdam BV heeft de aanvraag gefaseerd ingediend. Beide aanvragen worden echter in dezelfde procedure beschikt, waardoor een gefaseerde afhandeling niet meer aan de orde is.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland zijn van plan de gevraagde omgevingsvergunning onderdelen milieu en bouwen te verlenen.

Beelen Amsterdam BV wil stoffen afkomstig van de inrichting ten gevolge van op- en overslag van bulkgoederen en afvalstoffen, in de Carel Reynierszhaven brengen. Daarnaast wil zij water onttrekken aan en/of brengen in de Carel Reynierszhaven.

Hiervoor is een vergunning ingevolge de Waterwet nodig. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, voor deze het hoofd van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving van Rijkswaterstaat Noord-Holland, is van plan deze vergunning te verlenen.

U kunt de ontwerpvergunningen inzien

De ontwerpvergunningen en alle bijbehorende stukken kunnen van 6 april tot 18 mei 2012 worden ingezien:

• bij Rijkswaterstaat Noord-Holland, afdeling WSV, kantoorgebouw ‘Schonenvaert’, Toekanweg 7 te Haarlem;

• bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam, Cruquiusweg 5 te Amsterdam op maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur, uitsluitend na een telefonisch gemaakte afspraak, tel.: 020-2543600.

Bovendien liggen de stukken buiten kantooruren ter inzage bij de Dienst Milieu en Bouwtoezicht, echter uitsluitend na een (minimaal twee dagen van tevoren) telefonisch gemaakte afspraak.

Zienswijzen

Als u het met één of beide ontwerpvergunningen niet eens bent, dan kunt u uw zienswijze (graag o.v.v. uw telefoonnummer) tot 18 mei 2012 schriftelijk indienen bij Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, Procedurekamer SHV, Postbus 3007, 2001 DA Haarlem of per e-mail: wabovergunningverlening@noord-holland.nl. In uw zienswijze moet u aangeven waarom u het niet eens bent met de ontwerpvergunning(en). Geef het duidelijk aan als u een ontvangstbevestiging wilt of als u niet wilt dat uw naam en adres bekend worden.

U kunt er ook voor kiezen uw zienswijze mondeling te geven. Een verzoek voor een gesprek moet voor 11 mei 2012 zijn gedaan. U kunt hiervoor contact opnemen met de heer A.W. Fresen, tel.: 0800-9986734. Voor informatie over de vergunning ingevolge de Waterwet kunt u contact opnemen met de heer F.P.M. van Elst, tel.: 06-21167116.

Verdere procedure

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, voor deze het hoofd van de afdeling Vergunningverlening en Handhaving van Rijkswaterstaat

Noord-Holland, zullen binnen 6 maanden na binnenkomst van de vergunningaanvragen definitieve besluiten nemen. Hierbij zullen zij rekening houden met de eventueel ingekomen zienswijzen. Worden geen zienswijzen ontvangen, dan zullen zij binnen 4 weken na de terinzagelegging definitieve besluiten nemen.

Tegen de definitieve besluiten kan door belanghebbenden beroep worden ingesteld. Voorwaarde is dan wel dat de belanghebbende tijdens de terinzagelegging zijn/haar zienswijze naar voren heeft gebracht. Heeft hij/zij dit niet gedaan, dan moet worden aangetoond dat dit hem/haar in redelijkheid niet te verwijten valt.