Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 27 maart 20112, nr. IENM/BSK-2012/21921, houdende vaststelling van de eisen voor de theorie-examens voor de rijbewijscategorieën D1 en D (Regeling eisen theorie-examens categorieën D1 en D)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403) en artikel 111, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994;

Bbesluit:

§ 1. Eisen theorie-examens rijbewijscategorie D1

Artikel 1

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 moet blijk geven kennis van en inzicht te bezitten in de hierna genoemde voorschriften, alsmede kennis van en inzicht in die voorschriften voor zover deze gelden voor andere verkeersdeelnemers:

  • a. van de Wegenverkeerswet 1994: de artikelen 1, eerste lid, 2, eerste tot en met derde lid, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 21, eerste lid, 36, eerste, derde, vijfde en zesde lid, 37, eerste en tweede lid, 40, eerste en vierde lid, 41, 57, 58, 60, eerste en vijfde lid, 72, 81, eerste lid, 107, eerste en tweede lid,108, eerste lid, onderdelen a, b en c, 118, 123, 123b, 124, 125, 130, 131, 132, 160, 162, 163, 164, eerste tot en met derde lid, 174, eerste en tweede lid, 179, 180, 181, 182, 184 en 185;

  • b. van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990: de artikelen 1 tot en met 98 en de bij dat reglement behorende bijlagen 1 en 2, alsmede de gebruikelijke, door de wegbeheerder geplaatste, aanduidingen ter geleiding van het verkeer of ter informatie van de weggebruikers;

  • c. van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer: de artikelen 3, 4, 6, 8 en 9;

  • d. van het Reglement rijbewijzen: de artikelen 1, 5, 9, eerste lid, onderdeel e, tweede lid, 15, 17, 18, 24, 25a en 104a;

  • e. van de Regeling voertuigen: de artikelen 1.1, 5.1.1, 5.1.2, 5.1a.1, 5.3a.1, 5.3a.6, eerste tot en met vierde lid, 5.3a.7, 5.3a.11, eerste tot en met vierde lid, 5.3a.15, 5.3a.24, 5.3a.27, 5.3a.31, 5.3a.33, 5.3a.34, 5.3a.39, eerste lid, 5.3a.41, 5.3a.42, 5.3a.43, eerste en tweede lid, 5.3a.44, eerste lid, 5.3a.45, 5.3a.46, 5.3a.48, 5.3a.51, 5.3a.53, 5.3a.55, 5.3a.57, 5.3a.59, 5.3a.61 tot en met 5.3a.66, 5.3a.71, 5.12.1, 5.12.6, 5.12.7, 5.12.27, 5.12.31, 5.12.35, 5.12.38 tot en met 5.12.40, 5.12.48, 5.12.49, 5.12.51, 5.12.53, 5.12.57, 5.12.66, 5.13.6, 5.13.24, 5.13.65, 5.13.66, 5.18.1 tot en met 5.18.5, 5.18.8 tot en met 5.18.18, 5.18.31 tot en met 5.18.34, 5.18.37, 5.18.38, 5.18.54, 5.18.55, 5.18.57 en 6.1, eerste lid;

  • f. van het Kentekenreglement: de artikelen 2, 5, 17, eerste lid, 20, eerste lid, 22 en 39 eerste tot en met derde lid;

  • g. van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen: artikel 2, eerste lid.

Artikel 2

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 moet blijk geven kennis van en inzicht te bezitten in de hierna genoemde factoren en risico’s die van belang zijn bij deelneming aan het verkeer:

  • a. het belang van oplettendheid en van de houding ten opzichte van medeweggebruikers;

  • b. de verandering in het waarnemingsvermogen, beoordelingsvermogen, reactievermogen en gedragsverandering bij een bestuurder ten gevolge van gemoedsgesteldheid, vermoeidheid, en van het gebruik van alcohol, drugs en geneesmiddelen;

  • c. de belangrijkste richtlijnen voor het bewaren van afstand, remweg en wegligging van het voertuig in uiteenlopende weg- en weersomstandigheden;

  • d. verkeersrisico’s in verband met de wegomstandigheden, in het bijzonder veranderingen ten gevolge van de weerstoestand en het tijdstip van de dag of de nacht;

  • e. de beperking van het gezichtsveld die voor de bestuurder en de medeweggebruiker door de kenmerken van het voertuig wordt bepaald;

  • f. de specifieke kenmerken van het voertuig, zoals manoeuvreerbaarheid en stabiliteit;

  • g. de kenmerken van de verschillende soorten wegen en de daarop betrekking hebbende voorschriften;

  • h. de specifieke risico’s in verband met de onervarenheid van medeweggebruikers en de deelneming aan het verkeer door de meest kwetsbare categorieën, zoals kinderen, voetgangers, fietsers, ruiters, bestuurders van brommobielen en voertuigen met beperkte snelheid en personen die in hun mobiliteit gehinderd zijn

  • i. milieuaspecten met betrekking tot het gebruik van het voertuig;

  • j. de voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen voor het verlaten van het voertuig;

  • k. het veilig rijden in tunnels.

Artikel 3

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 geeft blijk kennis te bezitten van de mechanische onderdelen die voor de rijveiligheid bij deelneming aan het verkeer van belang zijn en in staat zijn de meest voorkomende defecten te ontdekken die zich met name kunnen voordoen aan

  • a. stuurinrichting;

  • b. ophanging;

  • c. remmen;

  • d. banden;

  • e. verlichting en richtingaanwijzers;

  • f. snelheidsbegrenzer;

  • g. reflectoren;

  • h. achteruitkijkspiegels;

  • i. ruitensproeiers en ruitenwissers;

  • j. uitlaat;

  • k. veiligheidsgordels.

Artikel 4

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 moet blijk geven kennis te bezitten:

  • a. van de veiligheidsinrichtingen van de voertuigen, met name het gebruik van de veiligheidsgordels en veiligheidsvoorzieningen voor kinderen die van belang zijn bij deelneming aan het verkeer;

  • b. met betrekking tot de bepalingen van de Arbeidstijdenwet, het Arbeidstijdenbesluit vervoer en daarop gebaseerde bepalingen;

  • c. van de Wet personenvervoer 2000, het Besluit personenvervoer en daarop gebaseerde bepalingen;

  • d. van de voertuig- en vervoersdocumenten die zijn vereist voor nationaal en internationaal vervoer van goederen en personen;

  • e. over maatregelen bij ongevallen, in het bijzonder maatregelen die moeten worden genomen na een ongeval of vergelijkbare gebeurtenis, met inbegrip van noodmaatregelen zoals evacuatie van passagiers en de grondbeginselen van eerste hulp;

  • f. van veiligheidseisen met betrekking tot het voertuig, de lading en de passagiers.

Artikel 5

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 moet blijk geven kennis van en inzicht te bezitten in:

  • a. de verantwoordelijkheid van de bestuurder met betrekking tot het vervoer van passagiers;

  • b. het comfort en de veiligheid van passagiers;

  • c. het vervoeren van kinderen;

  • d. de nodige controles vóór het wegrijden;

  • e. de verschillende soorten bussen.

Artikel 6

De aanvrager van het theorie-examen rijbewijscategorie D1 moet blijk geven kennis te bezitten van:

  • a. voorschriften inzake rij- en rusttijden zoals beschreven in Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad van 20 december 1985 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer;

  • b. het gebruik van controleapparatuur zoals beschreven in Verordening (EEG) nr. 3821/85 van de Raad van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer;

  • c. de voorzorgsmaatregelen die moeten worden genomen bij het verwisselen van wielen;

  • d. voorschriften inzake gewichten en afmetingen;

  • e. voorschriften inzake snelheidsbegrenzers.

§ 2. Eisen theorie-examen rijbewijscategorie D

Artikel 7

  • 1. De artikelen 1 tot en met 6 zijn van overeenkomstige toepassing op de aanvragers van het theorie-examen voor de rijbewijscategorie D, bedoeld in artikel 53, achtste lid, van het Reglement rijbewijzen.

  • 2. Tevens dienen de in het eerste lid bedoelde aanvragers blijk te geven van kennis van:

    • a. de principes van de constructie en van de werking van een verbrandingsmotor;

    • b. de functie en werking van smeersystemen van motorolie, koelvloeistof en ruitensproeiervloeistof;

    • c. de principes van de constructie en werking van het brandstofsysteem;

    • d. de principes en werking van het elektrisch systeem;

    • e. de principes en werking van koppeling, versnellingsbak en aandrijflijn;

    • f. diverse constructies van banden, de aandachtspunten bij het monteren van banden en het correct gebruik en onderhoud van banden;

    • g. de veiligheidsaspecten die bij de deelneming aan het verkeer van belang zijn met betrekking tot de typen, de werking, de belangrijkste onderdelen, de montage, het gebruik en het dagelijks onderhoud van reminrichtingen en snelheidsbegrenzers;

    • h. de principes van de typen, werking, belangrijkste onderdelen, montage, gebruik en dagelijks onderhoud van het koppelmechanisme en de vergrendeling;

    • i. het herkennen van storingen aan de hand van instrumenten, infopaneel en visuele inspectie en vervolgens de juiste maatregelen nemen;

    • j. preventief onderhoud van voertuigen en noodzakelijke reparaties, het nemen van juiste maatregelen en controle houden voor, tijdens en na de rit in verband met eigen veiligheid, het milieu, alsmede de (rij)technische en verkeersveilige staat van onderhoud van het voertuig.

Artikel 8

Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op de aanvragers van het praktijkexamen voor de rijbewijscategorie D, bedoeld in artikel 53, tiende lid, van het Reglement rijbewijzen.

Artikel 9

De Regeling eisen theorie-examen rijbewijscategorie D wordt ingetrokken.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A tot en met L, van de wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Stb. 2012, 39) in werking treedt.

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen theorie-examens rijbewijscategorieën D1 en D.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen.

TOELICHTING

De richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403; de derde rijbewijsrichtlijn) leidt tot de invoering van een aantal nieuwe rijbewijscategorieën. Invoering van nieuwe rijbewijscategorieën heeft tot gevolg dat er voor die categorieën eisen moeten worden gesteld waaraan de theorie-examens zullen moeten voldoen.

In de onderhavige regeling zijn de eisen opgenomen voor de theorie-examens voor de rijbewijscategorieën D1 en D.

Ook personen die reeds in het bezit zijn van een rijbewijs D1 en een rijbewijs D willen halen, zullen een theorie-examen moeten afleggen. Het gaat hier echter om een aanvullend theorie-examen, waarin vragen worden gesteld die specifiek op de rijbewijscategorie D betrekking hebben.

Ter implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn zijn tevens – op het niveau van de formele wet – de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 aangepast en – op het niveau van algemene maatregel van bestuur – het Reglement rijbewijzen en het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009.

De eisen voor de categorie D zijn ten opzichte van de oude regeling inhoudelijk niet gewijzigd. De eisen voor de categorie D1 zijn gebaseerd op de eisen voor D.

Administratieve lasten

Voor de berekening van de gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven die voortvloeien uit deze regeling wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het aan de wet ten grondslag liggende wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Kamerstukken II 2011/12, 32 380, nr. 3) en de nota van toelichting bij het daarop gebaseerde besluit tot wijziging van het Reglement rijbewijzen en het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009.

Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking op tijdstip waarop de wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Stb. 2012, 39) in werking treedt. Er wordt een uitzondering gemaakt op de systematiek van vaste verandermomenten, omdat de datum van inwerkingtreding is gekoppeld aan de in de richtlijn opgenomen datum van inwerkingtreding en het implementatie van Europese regelgeving betreft.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen.

Naar boven