Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 27 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/20629, houdende aanwijzing van de richtlijn of onderdelen daarvan in verband met de eisen die moeten worden gesteld aan examinatoren bij praktijkexamens (Regeling eisen examinatoren)

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEU L 403) en artikel 4z1 van de Wegenverkeerswet 1994;

Besluit:

Artikel 1

Bij de toepassing van de taken op het gebied van de beoordeling van de rijvaardigheid neemt het CBR bijlage IV bij richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 (PbEU L 403) betreffende het rijbewijs in acht.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdelen A tot en met L, van de wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Stb. 2012, 39) in werking treedt.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling eisen examinatoren.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

TOELICHTING

In verband met de implementatie van richtlijn nr. 2006/126/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende het rijbewijs (PbEu L 403; derde rijbewijsrichtlijn) zijn enkele ministeriële regelingen vastgesteld of gewijzigd. Onderhavige regeling betreft de Regeling eisen examinatoren. Ter implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn zijn verder – op het niveau van de formele wet – de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 aangepast en – op het niveau van algemene maatregel van bestuur – het Reglement rijbewijzen en het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009.

In bijlage IV bij de derde rijbewijsrichtlijn zijn de minimumnormen opgenomen waaraan personen die de praktijkexamens voor de verschillende rijbewijscategorieën afnemen, moeten voldoen.

De regeling strekt ertoe het CBR, dat zorg draagt voor de opleiding van deze examinatoren, te verplichten bij daarbij de minimumeisen uit bijlage IV bij de derde rijbewijsrichtlijn in acht te nemen.

Administratieve lasten

Voor de berekening van de gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger en het bedrijfsleven die voortvloeien uit deze regeling wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het aan de wet ten grondslag liggende wetsvoorstel tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Kamerstukken II 2011/12, 32 380, nr. 3, blz. 10–13) en de nota van toelichting bij het daarop gebaseerde besluit tot wijziging van het Reglement rijbewijzen en het Besluit rijonderricht motorrijtuigen 2009.

Vaste verandermomenten

De regeling treedt in werking op tijdstip waarop de wet van 26 januari 2012 tot wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 en de Wet rijonderricht motorrijtuigen 1993 in verband met de implementatie van de derde rijbewijsrichtlijn (Stb. 2012, 39) in werking treedt. Er wordt een uitzondering gemaakt op de systematiek van vaste verandermomenten, omdat de datum van inwerkingtreding is gekoppeld aan de in de richtlijn opgenomen datum van inwerkingtreding omdat het implementatie van Europese regelgeving betreft.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven