Bekendmaking intrekking verplichtstelling tot deelneming in het bedrijfstakpensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gezien de op 4 mei en 22 juni 2011 ontvangen aanvraag van Syntrus Achmea namens de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie en FNV Kunsten Informatie en Media, daartoe strekkende dat de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf, ingevolge de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000, wordt ingetrokken voor de in deze aanvraag bedoelde groepen van personen in de bedrijfstak voor het Film- en Bioscoopbedrijf;

Overwegende dat genoemde organisaties zijn te beschouwen als een vertegenwoordiging van het georganiseerde bedrijfsleven in genoemde bedrijfstak en naar het oordeel van de Minister een belangrijke meerderheid van de in die bedrijfstak werkzame personen vertegenwoordigen;

Gelet op de artikelen 11, tweede lid en 16 van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000;

Gezien het overleg met De Nederlandsche Bank;

Besluit:

I.

Trekt in zijn besluit van 30 december 1957, nr. 6669, Stcrt. 1957 , nr. 253 (laatstelijk gewijzigd bij besluit van 3 november 2008, nr. 08/19678/05, Stcrt. 2008, nr. 216) waarin werd overgegaan tot het verplicht stellen van de deelneming in de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Film- en Bioscoopbedrijf.

II.

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

's-Gravenhage, 27 maart 2012

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: de Directeur Uitvoeringstaken Arbeidsvoorwaardenwetgeving, M.H.M. van der Goes.

Naar boven