Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 26 maart 2012, nr. WJZ/12015556, houdende regels inzake het verlenen van mandaat en machtiging aan de inspecteur-generaal van het onderwijs (Besluit mandaat en machtiging inspecteur-generaal van het onderwijs)

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gezien de schriftelijke instemming van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van de inspecteur-generaal van het onderwijs;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt onder inspecteur-generaal verstaan: de inspecteur-generaal van het onderwijs, bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet op het onderwijstoezicht.

Artikel 2

  • 1. Aan de inspecteur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend om:

  • 2. Het mandaat en de machtiging bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, strekt zich niet uit tot bevoegdheden ten aanzien van de bekostiging als gevolg van het niet opvolgen van een aanwijzing als bedoeld in artikel 103g van de Wet op het voortgezet onderwijs.

Artikel 3

Aan de inspecteur-generaal wordt mandaat en machtiging verleend voor het behandelen van bezwaar- en beroepschriften gericht tegen besluiten als bedoeld in artikel 2, waaronder het nemen van beslissingen op bezwaarschriften en het instellen van (hoger) beroep.

Artikel 4

  • 1. De inspecteur-generaal kan voor de in de artikelen 2 en 3 bedoelde aangelegenheden ondermandaat en machtiging verlenen aan de aan hem ondergeschikte functionarissen.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat en machtiging alsmede wijziging daarvan, geschiedt schriftelijk en wat de formulering betreft in overeenstemming met de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

  • 3. Een afschrift van besluiten inzake ondermandaat en machtiging als bedoeld in het vorige lid wordt gezonden aan de secretaris-generaal en aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en aan degenen aan wie krachtens het besluit ondermandaat en machtiging is verleend.

Artikel 5

Het krachtens mandaat of machtiging ondertekenen van stukken geschiedt als volgt:

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

(handtekening)

(naam functionaris)

(functie)

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat en machtiging inspecteur-generaal van het onderwijs.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 maart 2012

De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, M.J.M. Verhagen.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen zes weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, directie Wetgeving en Juridische Zaken, Postbus 20401, ALP X/50, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven