TOELICHTING
Algemeen
Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2012 kan voor
het jaar 2012 opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van
de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit
Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.
Voor de verschillende onderdelen van de Gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag
en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.
Net als in voorgaande jaren wordt door middel van het bij deze regeling vastgestelde
formulier ook de aanvraag voor een probleemgebiedenvergoeding gedaan. De probleemgebiedenvergoeding
vindt haar grondslag in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september
2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor
Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Ingevolge de Wet Inrichting Landelijk Gebied worden
probleemgebiedenvergoedingen verleend door de provincies. In Verordening (EG) nr. 65/2011
van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening
(EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures
en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling
is voorgeschreven dat de aanvraag voor deze vergoeding moet worden gedaan door gebruik
te maken van de verzamelaanvraag. Dit betekent dat Dienst Regelingen de ontvangen
aanvragen namens de betrokken provincie afhandelt.
Landbouwtelling
Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2012 tot en met 15 mei 2012
een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk
statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau
voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de beteelde oppervlakte,
de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de
uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf
beschikbaar zijn bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I).
Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge
het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens
te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op
grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.
Verzamelaanvraag
Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling
zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006.
Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil
maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde
grond op te geven in de Verzamelaanvraag.
De in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht
gewaspercelen’ en ingetekend te worden op de bedrijfskaart van het formulier, waarvan
de modellen zijn opgenomen als bijlagen II en III bij deze regeling.
Vanwege de ontkoppeling worden voor de productiesteun voor zetmeelaardappelen, voor
zaaizaad van vezelvlas en voor het verwerkersdeel van de droogsteun voor 2012 geen
gegevens meer ingewonnen.
De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 is in 2009 en 2010 uitgebreid met een aantal nieuwe
bepalingen voor specifieke steun. Het betreft een vergoeding voor het gebruik van
vaarpercelen, een tegemoetkoming voor de premie voor brede weersverzekering, een tegemoetkoming
voor de schapen- en geitensector en een tegemoetkoming voor diervriendelijk produceren.
In de verzamelaanvraag is de mogelijkheid opgenomen een aanvraag te doen tot uitbetaling
van de subsidie in het kader van het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer.
Dit stelsel is de opvolger van de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer.
De subsidie wordt uitbetaald aan de landbouwer die op 15 mei van het beheerjaar het
gebruiksrecht heeft over de beheereenheid. In bijlagen IV en V bij deze regeling zijn
respectievelijk het formulier en het model van de kaart opgenomen waarop de bij Dienst
Regelingen geregistreerde gegevens van beheereenheden worden teruggelegd aan de relatie.
Aan de hand van deze gegevens kan de relatie het betaalverzoek indienen om voor uitbetaling
van de subsidie in aanmerking te komen.
Opgave gewaspercelen
Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de landbouwer daarnaast
voor het tijdvak van 1 januari 2012 tot en met 15 mei 2012 aan de verplichting op
grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking
tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt
de Gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het
Ministerie van EL&I wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik
van een gewasperceel door te geven.
Aanvraag probleemgebiedenvergoeding
De aanvraag probleemgebiedenvergoeding is met ingang van 2008 geïntegreerd in de verzamelaanvraag.
De vergoeding wordt verleend aan landbouwers die zijn gevestigd in gebieden met speciale
natuurlijke handicaps. De vergoeding heeft tot doel agrarische activiteiten in die
gebieden te behouden zodat het gebruik van landbouwgrond wordt voortgezet en deze
landelijke gebieden in stand blijven.
De aanvraag moet worden beschouwd als zowel de aanvraag tot verlening als de aanvraag
tot vaststelling van de subsidie.
Datum van indiening
Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2012 door
Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een
economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten.
De gevolgen van het niet tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling
GLB-Inkomenssteun 2006 zijn neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak
neer op korting op dan wel uitsluiting van betalingen van inkomenstoeslagen voor het
jaar 2012. Ook te late indiening van betaalverzoeken voor het Subsidiestelsel natuur-
en landschapsbeheer leidt tot kortingen op de subsidie of kan leiden tot afwijzing
van het betaalverzoek.
Standaardopbrengsten
Vanaf 2010 is voor de typologie van de agrarische bedrijven Verordening (EG) nr. 1242/2008
van toepassing. De belangrijkste wijziging in de bepaling van de bedrijfsomvang van
bedrijven is dat deze wordt gebaseerd op standaardopbrengsten (SO) in plaats van Bruto
Standaard Saldi (BSS). 1 SO staat gelijk aan 1 euro genormaliseerde opbrengst. In
bijlage VIII bij deze regeling is de lijst met SO-normen opgenomen. Het totaal van
de standaardopbrengsten is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door
voor elke rubriek van de landbouwtelling de SO te vermenigvuldigen met het overeenstemmende
aantal eenheden. Met deze SO-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van
de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.
In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd
met een bedrijfsomvang van 3000 SO of meer. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet
gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met
name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de
kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt, waardoor zij op de langere
termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.
Elektronische indiening en verkrijgen nieuwe tancodes
De relaties is per brief de oproep gedaan om de Gecombineerde opgave voor 2012 in
te dienen. Met deze brief is derhalve een oproep gedaan tot deelname aan de landbouwtelling
bestemd tot het doen van opgave van de landbouwkundige en technische gegevens van
hun onderneming als bedoeld in artikel 3 van de regeling. Relaties aan wie deze oproep
is toegezonden, zijn opgaveplichtig.
Evenals in voorgaande jaren is ook in 2012 opgave via internet mogelijk. Alle relaties
hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen.
Relaties die later zijn ingeschreven, op een later moment. In deze regeling wordt
bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch
in te dienen.
Administratieve lasten
De administratieve lasten als gevolg van de Gecombineerde opgave zullen in 2012 in
geringe mate dalen ten opzichte van 2011. De Gecombineerde opgave kan zowel per internet
als op papier worden ingediend. Voor beide opgavemogelijkheden worden hieronder de
uitkomsten van de administratieve lastenberekeningen gegeven. Deze berekeningen hebben
betrekking op een verwachte response in 2012 van 77.000 ondernemers en een internetpercentage
van 94%. In 2011 heeft 90% van de ondernemers gebruik gemaakt van indiening via internet.
De totale administratieve lasten voor 2012 zijn € 10.783.679 ten opzichte van € 10.807.261
voor 2011. Per saldo is er sprake van een daling van € 23.582.
Opgave door middel van internet
Uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60
voor intermediairs zijn de administratieve lasten voor een opgave via internet naar
verwachting gemiddeld € 139 per bedrijf in 2012. Dit is een lichte stijging ten opzichte
van € 133 per bedrijf in 2011, omdat naast de reductie van vragen er in 2012 ook extra
vierjaarlijkse vragen zijn opgenomen over staltypen en dierplaatsen om te kunnen voldoen
aan zowel internationale als nationale rapportageverplichtingen voor ammoniak, N2O,
NOx en fijn stof. De administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een
opgave via internet zullen doen (94%, 72.380 bedrijven, op een totaal van € 9.823.552)
liggen in absolute zin hoger dan de in 2011 gerealiseerde administratieve lasten voor
het totaal van bedrijven die een opgave via internet deden (90% van de bedrijven op
een totaal van € 9.595.893).
Opgave door middel van papier
Uitgaande van dezelfde uurlonen als bij internet zijn de administratieve lasten voor
een opgave op papier naar verwachting € 156 per bedrijf. Dit is een lichte stijging
ten opzichte van € 144 per bedrijf in 2011, als gevolg van de extra vierjaarlijkse
vragen, waarnaar hierboven al werd verwezen. Omdat in 2012 naar verwachting weer iets
minder opgave op papier zal worden gedaan dan in 2011 liggen de administratieve lasten
voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier doen (6%, 4620 bedrijven, op
een totaal van € 960.127) lager dan de in 2011 gerealiseerde administratieve lasten
voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier deden (10% van de bedrijven
voor een totaal van € 1.211.368).
Effect van meer internet
De verwachte stijging van het percentage internetopgaven leidt ook tot een lichte
besparing omdat deze opgaven altijd compleet worden ontvangen. Ze hoeven niet retour
te worden gezonden bij een onvolledigheid. In 2010 moest ongeveer 28,5% van de papieren
opgaven worden geretourneerd, terwijl hiervoor 20% was ingeschat. In 2011 moest 33%
worden geretourneerd, terwijl 25% was ingeschat. Voor 2012 wordt nu 25% ingeschat,
iets lager dus dan het resultaat van 2011, voornamelijk als gevolg van de meer geautomatiseerde
controles op de opgave in de fase van inwinning van de gegevens. Het doel hiervan
is dat reeds in die fase wordt beoordeeld of de aanvraag voor GLB-inkomenssteun en
de opgave voor de Meststoffenwet en de Landbouwtelling gebaseerd zijn op de juiste
data. Door al in de fase van inwinning hierop meer te controleren wordt bevorderd
dat niet achteraf bij de beoordeling van de opgave nog aanvullende gegevens moeten
worden opgevraagd.
Afwijking Vaste Verandermoment
De landbouwtelling vindt plaats vanaf 1 april van ieder jaar. Het voor de landbouwtelling
te gebruiken formulier wordt ieder jaar bij ministeriële regeling opnieuw vastgesteld.
Als gevolg van enkele noodzakelijke aanpassingen in het formulier die pas in een laat
stadium konden worden doorgevoerd, moet dit jaar worden afgeweken van het vaste verandermoment
voor regelgeving.
De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant
waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
H. Bleker.