Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 20 maart 2012, nr. 261141 houdende aanwijzing van externe toezichthouders voor de regio Noord-Limburg

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 114 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en artikel 82 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel a vervalt.

2. De onderdelen b tot en met l worden geletterd a tot en met k.

3. Onderdeel a (nieuw) komt te luiden:

  • a. de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

4. In onderdeel b (nieuw) vervalt de zinsnede ‘van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit’.

5. In onderdeel j (nieuw) wordt ‘Inspectie Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: Inspectie Leefomgeving en Transport.

6. Onder vervanging van de punt door een puntkomma wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • l. ambtenaren van de gemeente Horst aan de Maas, van de gemeente Venray en van het waterschap Peel en Maasvallei, voor zover het betreft het grondgebied van de gemeenten Horst aan de Maas en Venray.

B

In artikel 1a wordt ‘onderdeel b’ vervangen door: onderdeel a.

ARTIKEL II

De Regeling gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4.4., vijfde lid, wordt ‘Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer’ vervangen door: Minister van Infrastructuur en Milieu.

B

In artikel 8.9., eerste en derde lid, wordt ‘VROM-inspectie’ telkens vervangen door: Inspectie Leefomgeving en Transport.

C

Artikel 9.1. komt te luiden:

Artikel 9.1. Aanwijzing toezichthouders

Belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn de ambtenaren van:

  • a. de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

  • b. de Inspectie SZW;

  • c. de Inspectie Leefomgeving en Transport;

  • d. de Inspectie voor de Gezondheidszorg;

  • e. de waterschappen;

  • f. de gemeente Horst aan de Maas en van de gemeente Venray, voor zover het betreft het grondgebied van de gemeenten Horst aan de Maas en Venray.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 maart 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

TOELICHTING

Vertegenwoordigers van de provincie Limburg, de gemeenten Horst aan de Maas en Venray, het waterschap Peel en Maasvallei, Rijkswaterstaat en de toenmalige nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit hebben in 2011 afspraken gemaakt over samenwerking in het milieutoezicht op agrarische bedrijven in de regio Noord-Limburg. Deze afspraken vloeien voort uit het proefproject Vernieuwing Toezicht in de regio Venray dat onderdeel is van het in 2006 gestarte landelijke Programma Vernieuwing Toezicht. Dat programma strekt tot verlaging van de toezichtlasten bij het bedrijfsleven met 25% en tot bevordering van een effectievere en efficiëntere werkwijze. Dit geschiedt onder meer via samenwerkingsverbanden.

In het kader van de afspraken voor de regio Noord-Limburg zullen de toezichthoudende ambtenaren worden ingezet bij het toezicht op de naleving van de regelgeving waarvoor de gezamenlijke toezichthouders verantwoordelijk zijn. Ieder bestuursorgaan blijft zelf verantwoordelijk voor de naleving van de eigen regelgeving. De betrokken bestuursorganen belasten elkaars ambtenaren over en weer met het toezicht waarvoor zij verantwoordelijk zijn.

Met de onderhavige regeling wordt hieraan invulling gegeven voor de regelgeving waarvoor de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (mede)verantwoordelijk is. Dit betreft de regels gesteld bij of krachtens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden. De ambtenaren van de gemeente Horst aan de Maas en van de gemeente Venray worden thans belast met het toezicht op de regels gesteld bij of krachtens de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Artikelen I, onderdeel A, zesde lid, en II, onderdeel C). De ambtenaren van het waterschap Peel en Maasvallei worden thans alleen aangewezen voor het toezicht op grond van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, aangezien zij al waren belast met het toezicht op grond van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Artikel II, onderdeel C). Het toezicht op de naleving van de betrokken regelgeving is voor het betrokken gebied in omvang gelijk aan het toezicht dat de ambtenaren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit uitoefenen.

Verder bevat de regeling enkele redactionele en naamswijzigingen in verband met het samengaan van enkele inspectiediensten per 1 januari 2012.

De regeling richt zich tot de betrokken bestuursorganen en leidt niet tot administratieve lasten voor burgers of bedrijven.

Voor de datum van inwerkingtreding, 1 april 2012, is aansluiting gezocht bij het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Omdat de doelgroepen gebaat zijn bij spoedige inwerkingtreding wordt afgeweken van de minimale invoeringstermijn van twee maanden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven