Rectificatie Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 maart 2012, nr. 262725, houdende wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 in verband met wijziging van de beregeningsverbodsgebieden

In de Staatscourant van 26 maart 2012, nr. 5741, Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 maart 2012, nr. 262725, houdende wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 in verband met wijziging van de beregeningsverbodsgebieden, is per abuis in het opschrift van de bijlage de datum van de regeling niet opgenomen. Het opschrift van de bijlage dient als volgt te luiden: Bijlage behorende bij artikel I van de Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 21 maart 2012, nr. 262725, houdende wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 in verband met wijziging van de beregeningsverbodsgebieden. Tevens is de toelichting bij de regeling niet gepubliceerd. De desbetreffende toelichting is hieronder opgenomen.

Toelichting

Met deze wijziging van de Regeling bruin- en ringrot 2000 (hierna: de regeling) worden de gebieden gewijzigd waar het gebruik van oppervlaktewater voor en bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van de bacterie die bruinrot veroorzaakt, is verboden. Voor pootaardappelen geldt reeds een beregeningsverbod voor heel Nederland.

Wijziging gebieden

De beregeningsverbodsgebieden voor consumptie- en zetmeelaardappelen en andere waardplanten van de bacterie die bruinrot veroorzaakt zijn aangewezen op kaarten in bijlage 2 van de regeling. Het oppervlaktewater in de aangewezen gebieden is besmet of vermoedelijk besmet met de bacterie die bruinrot veroorzaakt. In het kader van de bestrijding van bruinrot heeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit gebieden die op grond van artikel 2, tweede lid, zijn vastgesteld en andere oppervlaktewateren in Nederland onderzocht op het vóórkomen van genoemde bacterie. Op grond van de resultaten van dit onderzoek, is in Noordoost-Nederland de uitbreiding van twee bestaande gebieden en de aanwijzing van twee nieuwe gebieden van zeer beperkte omvang noodzakelijk. Aan de zuidzijde van de Noordoostpolder wordt eveneens een klein nieuw gebied aangewezen. Binnen de nieuw aangewezen gebieden is het nu ook verboden op enigerlei wijze oppervlaktewater te gebruiken voor of bij de teelt van consumptie- en zetmeelaardappelen en enkele andere genoemde waardplanten van bruinrot. Met onderhavige regeling worden de gebieden gewijzigd.

Anders dan tot nu toe gebruikelijk, worden de kaarten waarop de gebieden zijn aangewezen niet langer ter inzage gelegd, maar integraal gepubliceerd. Nu dit technisch mogelijk is verdient deze wijze van publicatie uit oogpunt van toegankelijkheid de voorkeur boven ter inzage legging. De kaarten zijn tevens te raadplegen op de website http://www.vwa.nl/onderwerpen/plantenziekten-en-plagen/dossier/bruinrot/beregeningsverboden-consumptie-en-zetmeelaardappelen-en-tomaten/verbodsgebieden-gebruik-oppervlaktewater.

Regeldrukeffecten

Deze wijziging van de regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten of nalevingskosten. Telers behoeven immers geen administratieve of andere handelingen te verrichten of anderszins kosten te maken om het beregeningsverbod na te leven.

Wel is er sprake van een bedrijfseffect. De beperkte uitbreiding van de beregeningsverbodsgebieden treft circa 15 bedrijven. Deze bedrijven mogen op percelen die zijn gelegen in een verbodsgebied, geen consumptie- of zetmeelaardappelen en andere waardplanten van bruinrot beregenen met oppervlaktewater. Als gevolg van het beregeningsverbod, kan de opbrengst van de betreffende teelten lager uitvallen. Dit hangt af van de weersomstandigheden, met name de hoeveelheid neerslag. Daar staat tegenover dat, indien het geteelde gewas besmet raakt, de schade vele malen groter zal zijn.

Een alternatief voor dit verbod is het beregenen met bronwater. Naar een ander alternatief, namelijk beregening met ontsmet oppervlaktewater, wordt onderzoek gedaan.

Inwerkingtreding

In overeenstemming met de vaste verandermomenten voor regelgeving treedt deze regeling in werking met ingang van 1 april 2012. Afgeweken wordt van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voor inwerkingtreding worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat na de vorige oogst onderzocht moet worden waar een besmetting dan wel vermoedelijke besmetting van het oppervlaktewater aan de orde is. De resultaten van dat onderzoek komen pas beschikbaar in de eerste maanden van het nieuwe kalenderjaar. Hierna dient, rekening houdend met de stroomrichting en het stroomgebied van de waterstromen waarin een besmetting is gevonden, nog te worden bepaald of en op welke wijze de afbakening van de beregeningsverbodsgebieden moet worden aangepast. Omdat dit een belangrijke maatregel is om de verdere verspreiding van deze aardappelziekte te voorkomen is spoed geboden en kan met het nemen van deze maatregel niet worden gewacht tot 1 juli.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven