Besluit van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel van 27 februari 2012, nr. 2011-2000596428, tot verlenging van het besluit- en vertrekmoratorium voor asielzoekers afkomstig uit Syrië

De Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel;

Gelet op artikel 43, aanhef en onder a, en artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000;

Overwegende:

  • dat naar verwachting voor een korte periode onzekerheid zal bestaan over de situatie in Syrië en op grond daarvan redelijkerwijs niet kan worden beslist of de aanvraag op een van de gronden, genoemd in artikel 29, van de Vreemdelingenwet 2000 kan worden toegewezen;

  • dat als gevolg hiervan het tot 6 januari 2012 geldende besluitmoratorium verlengd zal worden voor een periode van zes maanden tot en met 6 juli 2012;

  • dat in deze situatie eveneens het tot 7 januari 2012 geldende vertrekmoratorium verlengd zal worden, eveneens tot en met 6 juli 2012;

Besluit:

Artikel 1

De termijn, bedoeld in artikel 42 van de Vreemdelingenwet 2000, wordt op grond van artikel 43, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000, voor vreemdelingen afkomstig uit Syrië, die een aanvraag indienen of hebben ingediend tot verlenen van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd asiel, verlengd met één jaar.

Artikel 2

De verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt, worden voor deze bepaalde groep vreemdelingen afkomstig uit Syrië voor de duur van het vertrekmoratorium niet beëindigd of opnieuw verleend op grond van artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 3, derde lid, aanhef en onder h, van de Regeling verstrekkingen asielzoekers 2005 en andere categorieën vreemdelingen 2005.

Artikel 3

De artikelen 1 en 2 van dit besluit zijn niet van toepassing op vreemdelingen afkomstig uit Syrië op wie de volgende bepalingen van toepassing zijn: artikel 30, dan wel artikel 31, tweede lid, onderdeel h, i en k, van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot en met 7 januari 2012.

De Minister voor Immigratie en Asiel, G.B.M. Leers.

TOELICHTING

Artikel 1

Met artikel 1 van het onderhavige besluit wordt het van 7 juli 2011 tot en met 6 januari 2012 geldende besluitmoratorium verlengd voor vreemdelingen afkomstig uit Syrië. Dit houdt in dat de wettelijke termijn waarbinnen op een asielaanvraag een beschikking gegeven dient te worden, met een periode van één jaar wordt verlengd.

Vanwege onduidelijkheden rondom de risico’s die Syrische asielzoekers zouden kunnen lopen bij terugkeer naar Syrië en de mate waarin sprake is van een centrale autoriteit die burgers bescherming kan bieden, zal er naar verwachting gedurende een korte periode onzekerheid blijven bestaan over de situatie in Syrië. Op grond hiervan is het niet mogelijk om individuele asielaanvragen van vreemdelingen afkomstig uit Syrië te toetsen aan de gronden genoemd in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. De periode waarvoor het besluitmoratorium geldt, geeft de mogelijkheid nadere ontwikkelingen en eventuele verduidelijkingen van de situatie af te wachten.

De individuele vreemdelingen zullen in de komende periode wel in de gelegenheid worden gesteld zich omtrent de asielaanvraag te doen horen.

Artikel 2

Met artikel 2 van het onderhavige besluit wordt het van 7 juli 2011 tot en met 6 januari 2012 geldende vertrekmoratorium verlengd voor asielzoekers afkomstig uit Syrië. Dit houdt in dat verstrekkingen voorzien bij of krachtens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers of een ander wettelijk voorschrift dat soortgelijke verstrekkingen regelt voor deze groep niet worden beëindigd.

Hierbij gaat het concreet om verstrekkingen op grond van de Regeling verstrekkingen asielzoekers en andere categorieën vreemdelingen 2005 en de gemeentelijke voorzieningen op grond van de Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000 en de voormalige Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf. Als gevolg van het onderhavige besluit worden verstrekkingen op grond van voornoemde wettelijke voorschriften, daar waar het gaat om rechtmatig verwijderbare asielzoekers, gedurende het vertrekmoratorium niet beëindigd.

De categorie vreemdelingen op wie het vertrekmoratorium van toepassing is worden geacht rechtmatig verblijf te hebben als bedoeld in artikel 45, vijfde lid van de Vreemdelingenwet 2000.

Artikel 3

Met artikel 3 van het onderhavige besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium (inclusief het recht op opvang bij indiening van een tweede of volgende aanvraag) niet van toepassing zijn op vreemdelingen afkomstig uit Syrië op wie artikel 30, dan wel artikel 31, tweede lid, onder h, i en k, van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is.

De in artikel 30, van de Vreemdelingenwet opgenomen imperatieve afwijzingsgronden staan toepassing van artikel 43 en artikel 45, vierde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 in de weg. Dit geldt eveneens indien artikel 31, tweede lid, onder h, i en k, van de Vreemdelingenwet 2000 van toepassing is.

Artikel 4

Met artikel 4 van het onderhavige besluit is bepaald dat het besluit- en vertrekmoratorium worden ingesteld voor de duur van zes maanden en eindigen de dag na 6 juli 2012 en een ononderbroken tijdvak beslaat met het vorige tijdvak waarvoor een besluit- en vertrekmoratorium is afgekondigd. Met betrekking tot het beëindigen van het vertrekmoratorium is van belang dat, overeenkomstig hetgeen is vermeld in de Memorie van Toelichting bij de Vreemdelingenwet 2000, de rechtsgevolgen van de afwijzing van de beschikking in ieder geval de dag na 6 juli 2012 of zoveel eerder indien de Minister het besluit geheel of gedeeltelijk intrekt, herleven. Tegen de beëindiging van rechtswege staan overigens geen rechtsmiddelen open.

De Minister voor Immigratie en Asiel, G.B.M. Leers.

Naar boven