Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 21 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/38634, tot wijziging van de inwerkingtredingsbepaling van de Regeling identificatie en traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3, vierde en vijfde lid, van de Wet explosieven voor civiel gebruik;

Besluit:

ARTIKEL I

In artikel 16 van de Regeling identificatie en traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik wordt ‘5 april 2012’ vervangen door: 5 april 2013.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

TOELICHTING

De Regeling identificatie en traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik strekt, samen met de wet van 18 juni 2009 tot wijziging van de Wet explosieven voor civiel gebruik (Stb. 298), ter omzetting van richtlijn nr. 2008/43/EG (PbEG L 127).

De hiervoor bedoelde richtlijn is bij richtlijn nr. 2012/4/EU van 22 februari 2012 gewijzigd (PbEU L 50). Laatstbedoelde richtlijn omvat onder meer een wijziging van artikel 15 van richtlijn 2008/43/EG, waarin is vastgelegd wanneer de lidstaten de bepalingen uit richtlijn 2008/43/EG moeten toepassen. In richtlijn 2008/43/EG was de datum hiervoor vastgesteld op 5 april 2012. In richtlijn 2012/4/EU is deze datum voor de bepalingen uit richtlijn 2008/43/EG die onder meer zijn omgezet in de Regeling identificatie en traceerbaarheid van explosieven voor civiel gebruik, verschoven naar 5 april 2013. De inwerkingtredingsbepaling van de hiervoor genoemde regeling is dienovereenkomstig aangepast en er kon daarom geen rekening worden gehouden met het systeem van de vaste verandermomenten van regelgeving.

De regelgeving ter omzetting van richtlijn 2008/43/EG moet in verband met richtlijn 2012/4/EU ook nog op andere onderdelen worden gewijzigd. Dit zal geschieden via een separaat regelgevingstraject.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J.J. Atsma.

Naar boven