Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2012, 5280 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Infrastructuur en Milieu | Staatscourant 2012, 5280 | Besluiten van algemene strekking |
12 maart 2012
Nr. IENM/BSK-2011/146872
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 14, tweede en vierde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;
Besluit:
Als personen in de zin van artikel 14, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen worden aangewezen de ambtenaren van de gemeente Amsterdam werkzaam bij de Nautische Sector van Haven Amsterdam en de medewerkers van de divisie havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V.
De ambtenaren en medewerkers, bedoeld in artikel 1, informeren de inspecteur-generaal onverwijld indien zich een situatie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen voordoet.
De havenmeester van Haven Amsterdam en de havenmeester van Rotterdam, zijnde het hoofd van de divisie havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V., brengen jaarlijks, voor 1 april, over het jaar daaraan voorafgaand aan de inspecteur-generaal verslag uit over het door de ambtenaren en medewerkers, bedoeld in artikel 1, gehouden toezicht en over de resultaten daarvan.
Bezwaar
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, sector Algemeen Bestuurlijk-Juridische Zaken, postbus 20906, 2500 EX Den Haag.
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten:
a. naam en adres van de indiener;
b. de dagtekening;
c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt (datum en nummer of kenmerk);
d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.
Met de wet van 6 juli 2011 tot wijziging van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs) in verband met onder andere de uitvoering van de in Bijlage II van het MARPOL-verdrag1 opgenomen voorschriften met betrekking tot het voorwassen van ladingtanks en de uitbreiding van de basis voor het aanwijzen van toezichthouders (Stb. 392), is de basis voor het aanwijzen van toezichthouders uitgebreid. Op grond van het gewijzigde artikel 14, tweede lid, van de Wvvs kunnen andere personen dan de medewerkers van de Inspectie Verkeer en Waterstaat met het toezicht op de naleving van de Wvvs worden belast. Met artikel 1 van het onderhavige besluit wordt van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. Hierbij worden de ambtenaren van de gemeente Amsterdam die werkzaam zijn bij Haven Amsterdam en de medewerkers van de divisie havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. belast met het houden van toezicht op de naleving van de Wvvs.
Overeenkomstig artikel 14, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen is instemming gevraagd aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam en de havenmeester van Rotterdam, zijnde het hoofd van de divisie havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V. met de aanwijzing van voornoemde personen. Zij hebben met het besluit ingestemd.
Gezien de wenselijkheid van eenduidig toezicht, is een coördinatie van het toezicht noodzakelijk. Om die reden wordt het onderhavig besluit pas gepubliceerd nadat is komen vast te staan dat een overeenkomst is gesloten tussen de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (tot 1 januari 2012 de Inspectie Verkeer en Waterstaat), het hoofd van de divisie havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. en het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam over het te houden toezicht. Daarbij is voorts van belang dat de in deze overeenkomst neergelegde afspraken tevens betrekking hebben op de opleiding en ervaring van de bij dit besluit aangewezen toezichthouders.
De inwerkingtreding van het onderhavig besluit zal worden afgestemd op de inwerkingtreding van de overeenkomst.
Op deze plaats zij nog gewezen op de onderlinge – bindende – afspraken die reeds zijn gemaakt tussen de achttien bij het toezicht op de naleving in de havens van Amsterdam en Rotterdam betrokken instanties (waaronder de Gemeente Amsterdam, het Havenbedrijf Rotterdam en de Inspectie Verkeer en Waterstaat, thans de Inspectie voor Leefomgeving en Transport), om te komen tot een betere afstemming van inspecties aan boord van zeeschepen in de havens van Rotterdam en Amsterdam. Deze afspraken zijn neergelegd in het op 16 december 2009 gesloten convenant ‘Inspecties aan boord van zeeschepen’. Dit convenant past in het ‘Programma vernieuwing Toezicht’, waarin het kabinet de ambitie heeft neergelegd om het overheidstoezicht te moderniseren. De afstemming van de werkzaamheden behelst onder andere het maken van een gezamenlijk inspectieprogramma, de coördinatie van de uitvoering van toezicht vanuit één regionaal coördinatiecentrum en de onderlinge uitwisseling van inspectiegegevens en inspectieresultaten ten behoeve van risicoanalyse en rapportagedoeleinden. Het convenant introduceert de begrippen ‘hoofdtoezichthouder’, ‘medetoezichthouder’ en ‘signaaltoezichthouder’. De hoofdtoezichthouder is eindverantwoordelijk voor de betreffende inspecties. Hij kan hiertoe zelf inspecties uitvoeren, maar kan zich bij de uitvoering ook laten bijstaan door medetoezichthouders. De hoofdtoezichthouder stelt het toezichtbeleid en toezichtplan vast, die voor de medetoezichthouder leidend zijn. De medetoezichthouder voert op verzoek van en volgens de instructies van de hoofdtoezichthouder inspecties uit. Hij rapporteert zijn bevinden aan de hoofdtoezichthouder. De signaaltoezichthouder signaleert aan de hoofdtoezichthouder mogelijke misstanden die bij het uitvoeren van de eigen toezicht- of opsporingstaak worden geconstateerd.
Het convenant verplicht tot verdere afspraken omtrent de inhoud, de omvang en kwaliteit van de te verrichten werkzaamheden, welke kunnen worden uitgewerkt in specifieke overeenkomsten of bijlagen bij het convenant. Verder verplicht het convenant tot samenwerking bij de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, opleidingen, trainingen en procedures ter ondersteuning van het hoofd- mede- en signaaltoezicht.
Gewezen zij op het algemeen deel van deze toelichting, waarin dit artikel is toegelicht.
In artikel 2 is een informatieplicht neergelegd voor de ambtenaren van de gemeente Amsterdam werkzaam bij de Nautische Sector van Haven Amsterdam en de medewerkers van de divisie havenmeester van het Havenbedrijf Rotterdam N.V. om de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (tot 1 januari 2012: de Inspectie Verkeer en Waterstaat) te informeren indien sprake is van een situatie die aanhouding van een schip rechtvaardigt op grond van artikel 20, eerste lid, onderdelen a tot en met h, van de Wvvs. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan artikel 14, vierde lid, van de Wvvs, op grond waarvan deze verplichting kan worden vastgesteld. Deze informatieplicht is nodig, omdat deze medewerkers zelf niet bevoegd zijn om een schip aan te houden. Deze laatste bevoegdheid berust enkel bij ambtenaren van de Inspectie Verkeer en Waterstaat.
In artikel 4 is een jaarlijkse rapportageplicht opgenomen voor de havenmeester van Haven Amsterdam en de havenmeester van Rotterdam.
De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.
Het op 2 november 1973 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met Protocollen en Bijlagen met Aanhangsels (Trb. 1975, 147 en Trb. 1978, 187), en met het op 17 februari 1978 te Londen tot stand gekomen Protocol bij dat Verdrag met Bijlage en aahangsels (Trb. 1978, 188).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2012-5280.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.