(Vastgesteld in vergadering van het Ctgb C-231.7)
College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
Artikel 29 en 50 Wgb bepalen dat het Ctgb onder meer voorschriften geeft omtrent de
aanduidingen op de verpakking. De naam van het product is zo’n aanduiding.
Een onduidelijke of verwarring scheppende naam kan leiden tot een onjuist gebruik,
waaronder mede wordt verstaan het gebruik voor een toepassing waarvoor het middel
niet is toegelaten. Een dergelijk onjuist gebruik kan leiden tot de situatie dat de
toelating in feite niet langer voldoet aan de eisen van (voor gewasbeschermingsmiddelen)
artikel 29 Verordening (EG) 1107/2009, dan wel (voor biociden) artikel 49 Wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden.
Mede daarom behoort de aanduiding bij naam het product duidelijk te onderscheiden
van andere producten, teneinde risico’s ten gevolge van verwarring bij de consument
leveranciers, inspectiediensten en Ctgb te voorkómen, .
Het College stelt een beleid vast ten aanzien van de naamgeving van toegelaten Biociden
en Gewasbeschermingsmiddelen.
Dit beleid houdt het volgende in:
-
A. Namen van toegelaten biociden en gewasbeschermingsmiddelen moeten duidelijk herkenbaar
van elkaar verschillen. Bij het uitspreken van de namen moet dit verschil goed hoorbaar
zijn.
Voorbeelden van namen die niet duidelijk herkenbaar van elkaar verschillen:
Stefans mierenlokdoos en Stephans mierenlokdoos
Stefansmierenlokdoos en Stefans mierenlokdoos
Stefans mierenlokdoos en Stefans Mierenlokdoos
Voorbeelden van namen die wel duidelijk herkenbaar van elkaar verschillen:
Vivos mierenlokdoos en Stefans mierenlokdoos
Stefans mierenlokdoos en Stefans insectenspray
Stefanicide 250 en Stefanicide 350
-
B. Namen van toegelaten biociden en gewasbeschermingsmiddelen mogen niet uitsluitend
bestaan uit een woord of woorden (incl. cijfers en andere leestekens) met een generieke
betekenis. Indien een stofnaam wordt gebruikt dient altijd een aanduiding voor de
concentratie toegevoegd te worden of een indicatie van de eenheid (tabletten, sachets,
etc)
Voorbeelden van namen die niet acceptabel zijn:
|
Voorbeelden van namen die wel acceptabel zijn:
|
Ethanol
|
Etas Ethanol 75%
|
Ethanol 70%
|
Vivos Ethanol 70%
|
Alcohol 80% gedenatureerd met methanol
|
StefansAlcohol 80% gedenatureerd met methanol
|
Alcohol Plus
|
Plantinga Alcohol 70% Plus
|
Onkruiddoder
|
Agribo Onkruiddoder
|
Fenoxycarb 25 WG
|
Diva Fenoxycarb 25 WG
|
Mierenlokdoos
|
Merida Mierenlokdoos
|
Houtwormdood
|
Tinkca Houtwormdood
|
Air conditioner treatment
|
Hima Air conditioner treatment
|
B183 Biocide
|
Goema B183 Biocide
|
-
C.
De toegelaten naam moet altijd als gehele naam worden vermeld op etiket en/of verkoopverpakking.
Dat betekent dat de naam in zijn geheel, in het zelfde lettertype en grootte zonder
onderbreking dominant moet zijn geplaatst. Er mag geen suggestie worden gewekt dat
het een ander middel is ingeval van verkoop onder eigen label.
In geval van twijfel of een naam aan het geformuleerde beleid voldoet beslist het
College over de toegestane naam.
Uitverkoop en opgebruiktermijnen
Toegelaten middelen die in het kader van bovenstaand beleid een nieuw naam gaan voeren
krijgen voor verpakkingen met de oude naam een uitverkoop termijn van 6 maanden en
een opgebruiktermijn van 12 maanden vanaf de datum van het besluit waarin de nieuwe
naam wordt vastgesteld.
Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Beleidsregel naamgeving toegelaten biociden
en gewasbeschermingsmiddelen.
In werkingtreding en overgangsregeling
Het nieuwe beleid gaat voor nieuw vast te stellen namen voor biociden en gewasbeschermingsmiddelen
in op de dag na bekendmaking in de Staatscourant door het College.
Voor bestaande toegelaten middelen wordt de volgende overgangsregeling vastgesteld:
Het Ctgb zal toelatinghouders van middelen waarvan de naam veranderd moet worden hiervan
schriftelijk op de hoogte stellen.
-
– Voor toegelaten middelen, die op de markt zijn met een generiek naam die niet meer
acceptabel is, dient door de toelatinghouder een nieuwe naam aangevraagd te worden
bij het Ctgb bij de eerstvolgende verlenging of herregistratie van de toelating of
uiterlijk 1 januari 2016 indien de eerstvolgende verlenging van de toelating of herregistratie
verder dan die datum ligt.
-
–
Indien er meerdere producten zijn toegelaten met een acceptabele maar zelfde naam
dan geldt dat het eerste product dat een naam kreeg het recht heeft om die naam te
behouden.
-
–
Voor toegelaten middelen die een naam hebben die niet duidelijk herkenbaar verschilt
van een ander toegelaten middel en die geen recht hebben om die naam te behouden,
dient door de toelatinghouder een nieuwe naam aangevraagd te worden bij het Ctgb bij
de eerstvolgende verlenging of herregistratie van de toelating of uiterlijk 1 januari
2016 indien de eerstvolgende verlenging van de toelating of herregistratie verder
dan die datum ligt.
-
–
Indien in gevallen waarin naar mening van het College een wijziging van de naamgeving
nodig is, de naamgeving niet tijdig en met inachtneming van het bovenstaande is gewijzigd,
zal het College overgaan tot ambtshalve intrekking van de toelating aangezien niet
vast staat dat de toelating voldoet aan de eisen van artikel 29 Verordening (EG) 1107/2009
dan wel artikel 49 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden.
TOELICHTING
Inleiding
Ten aanzien van de naamgeving van toegelaten biociden en gewasbeschermingsmiddelen
bestaat geen vastgesteld beleid. Wel zijn er gevallen waarin de naamgeving van biociden
of gewasbeschermingsmiddelen aanleiding geeft tot discussies en adviezen aan aanvragers
om de naam van hun product aan te passen omdat die naam aanleiding geeft tot onduidelijkheid.
In de Wgb geeft artikel 72 Wgb enige mogelijkheden aan het Ctgb om de naamgeving bij
toelating te beïnvloeden. Art 72 geeft aan dat:
-
1.
Het is verboden een niet toegelaten gewasbeschermingsmiddel of biocide aan te bevelen
of aan te prijzen.
-
2.
Het is verboden gebruik van gewasbeschermingsmiddelen of biociden aan te bevelen of
aan te prijzen in strijd met voorschriften gegeven bij een besluit tot toelating of
vrijstelling van een middel of een verlenging, wijziging of intrekking daarvan, dan
wel een besluit tot een tijdelijk verbod op of een beperking van het op de markt brengen
of gebruiken van een middel.
-
3.
Het is verboden misleidende informatie te geven over de gevaren van een middel voor
mens, dier, plant of milieu.
-
4.
Als misleidende informatie als bedoeld in het derde lid worden in ieder geval beschouwd
de vermeldingen:
-
5.
Een aanprijzing of aanbeveling van een biocide bevat de zin: ‘Gebruik biociden veilig.
Lees vóór gebruik eerst het etiket en de productinformatie’. De term ‘biociden’ kan
door de adverteerder worden vervangen door een nauwkeuriger aanduiding van de productsoort.
Voor gewasbeschermingsmiddelen is dit lid van overeenkomstige toepassing.
Misleidende naamgeving van biociden of gewasbeschermingsmiddelen kan op basis van
artikel 72 geweigerd worden.
Misleidende naamgeving met betrekking tot de gevaren van een middel voor mens, dier,
plant of milieu komt in de praktijk niet veel voor.
Problemen in de praktijk
Het gebruik van éénzelfde naam voor verschillende toegelaten middelen geeft aanleiding
tot verwarring en onduidelijkheden. Zowel in de administratie van het Ctgb, in de
handhaving en voor gebruikers kan dit tot verwarring leiden.
Binnen het project Biociden zonder Toelating zijn vele middelen met eenzelfde of bijna
gelijke naam aangemeld. Daarbij zijn bijvoorbeeld 8 producten met de naam ‘Natriumhypochloriet’
(al dan niet met hoofdletter, spatie tussen natrium en hypochloriet of met toevoeging
van een percentage), 7 middelen met de naam Formaldehyde of Formaline, 4 middelen
met de naam Ethanol, 17 middelen met de naam Alcohol, etc. Het toelaten van deze middelen
met de door de firma voorgestelde namen zal leiden tot veel verwarring en onduidelijkheid.
Verder is er geen beleid ten aanzien van het gebruik van generieke namen. Zowel bij
biociden als gewasbeschermingsmiddelen wordt regelmatig gebruik gemaakt van namen
met een generieke betekenis, bijvoorbeeld stofnamen of namen die uitsluitend verwijzen
naar de werkzaamheid van een product. Voorbeelden zijn: Natriumhypochloriet, Ethanol,
Houtwormdood, Mierenlokdoos, etc.
Al geruime tijd wordt de regeling voor afgeleide toelatingen ontdoken door firma’s
die producten op de markt brengen met het toelatingsnummer van een andere partij waarbij
de naam iets wordt aangepast. Dat gebeurt met name bij producten met een naam met
een generieke betekenis. Zo kan bijvoorbeeld het middel ‘Houtwormdood’ nu ook op de
markt gebracht worden onder de naam “Stefans Houtwormdood” met hetzelfde toelatingsnummer.
Door deze praktijk, die de handhaving door het gebrek aan onderscheidend vermogen
van de naam voor inspectiediensten lastig maakt, is niet meer duidelijk welke biociden
precies op de markt zijn.
Overleg met partners
Het nieuwe beleid is geformuleerd in overleg met Nefyto, Artemis, Platform Biociden
en de nVWA. Door die partijen zijn de volgende opmerkingen gemaakt.
Nefyto
Is voorstander van naamgeving van gewasbeschermingsmiddelen en biociden die duidelijk
van elkaar verschillen en uit het vermijden van namen met een generieke betekenis.
Specifiek vraagt zij aandacht voor verwarrende naamgeving van producten die door middel
van een parallelltoelating op de markt gebracht worden (bijv: Bellis en BELLIS).
Nefyto pleit er nadrukkelijk voor de naamswijzigingen kosteloos door te voeren.
Verder verzoekt zij het beleid ten aanzien van uitverkoop en opgebruik van producten
met de oude naam op te nemen.
Artemis
Kan zich vinden in het voorgestelde beleid.
Platform Biociden
Reacties uit het Platform Biociden wijzen erop dat de geconstateerde problemen met
naamgeving door het Ctgb zelf zijn toegelaten dan wel in de hand gewerkt. Het Ctgb
zou in geval problemen optreden met individuele bedrijven in contact moeten treden.
In een reactie wijst het Platform erop dat een toelating altijd een combinatie van
naam en toelatingnummer betreft en dat daarom handhavingsproblemen niet aan de orde
zijn en suggereert dat het voorstel bedoeld is om de eigen administratie op orde te
krijgen. Tevens wordt de vraag opgeworpen welke consequenties het college of de handhaver
eraan kan/mag verbinden als blijkt dat een gekozen naam niet acceptabel is. Daaraan
toevoegend: “Zonder dwangmiddel zijn er vermoedelijk weinig toelatinghouders bereid
een wijzigings- of afgeleide toelatingtraject te starten waarvan enkel het Ctgb profiteert”.
Het Platform benadrukt dat eventuele naamswijziging in elk geval kostenloos uitgevoerd
moet worden.
nVWA
De handhavers willen graag nog meer aanpassingen aan de toelating om verwarring te
voorkomen. Zij pleit voor vervanging van N-nummers door NL-nummers (N-nummers wordt
namelijk ook door Duitsland gebruikt!), voor biociden onderscheid tussen particulier,
bedrijfsmatig en gediplomeerd gebruik en vermelding hiervan op de verpakking direct
onder de middelnaam.
De opmerkingen van de partners zijn zoveel mogelijk meegenomen in het voorstel zoals
het nu aan het College wordt aangeboden.
De wijziging van de naamgeving van een product kan invloed hebben op marktpositie
van dat product. Daarom wordt voor bestaande toelatingen van producten waarbij de
naamgeving volgens bovenstaand beleid aangepast moet worden een lange overgangstermijn
voorgesteld. Om de kosten zoveel mogelijk te beperken kan de naamswijziging zonder
extra kosten bij een verlenging van de toelating of herregistratie geregeld worden.
In geval de naamgeving op een ander moment aangevraagd wordt gelden de normale tarieven
voor naamswijziging.
In geval het niet mogelijk is om in overleg met de toelatinghouder tot een nieuwe
naam te komen dan zal het Ctgb een nieuwe naam vaststellen dan wel de toelating intrekken.
De wensen van handhavers gaan verder dan de naamgeving van toegelaten producten. Die
wensen zullen in het kader van de vernieuwing van WG/GA’s voor biociden opgepakt worden.