Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de vereniging van Samenwerkende Registeraccountant en Accountants-Administratieconsulenten inzake samenwerking op het gebied van toezicht op accountantsorganisaties

De Stichting Autoriteit Financiële Markten en de vereniging van Samenwerkende Registeraccountant en Accountants-Administratieconsulenten,

Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten (‘AFM’), gevestigd te Amsterdam, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordig door de heer prof. mr. R.H. Maatman en de heer drs. mr. G.J. Everts, en de vereniging voor Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten (‘SRA’), gevestigd te Nieuwegein, te dezer zake rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer P.C.J. Dinkgreve RA en de heer M.W. van Sluis RA, inzake samenwerking op het gebied van het toezicht op accountantsorganisaties als bedoeld in de Wet toezicht accountantsorganisaties (hierna: ‘Wta’).

Ondergetekenden,

Overwegende dat de AFM ingevolge de Wta is in hoeverre van de SRA voldoen aan de bij en krachtens de Wet toezicht accountantsorganisaties gestelde regels en de AFM en nagbelast met het onafhankelijke en publieke toezicht op accountantsorganisaties en dat ten behoeve van de uitvoering van dit toezicht onderhavig convenant is opgesteld;

Overwegende dat de samenwerking van de AFM en de SRA dient aan te sluiten bij de geldende wet- en regelgeving zodat de daarbij horende eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de AFM gewaarborgd blijven;

Overwegende dat de SRA eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden heeft ingevolge haar statuten, waaronder het bewaken van het kwaliteitsniveau van haar leden en het stimuleren en toetsen van de naleving door haar leden van de voor hen geldende wettelijke bepalingen en overige van overheidswege en de publiekrechtelijke organisaties gegeven regels;

Overwegende dat de in dit convenant vastgelegde afspraken en uitgangspunten tot doel hebben een bijdrage te leveren aan het deugdelijk toezicht door de AFM op de naleving van de toepasselijke voorschriften door houders van een vergunning als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Wta;

Overwegende dat de in dit convenant vastgelegde afspraken en uitgangspunten uitsluitend zien op de uitoefening van het toezicht door de AFM op de naleving van toepasselijke voorschriften door accountantsorganisaties die wettelijke controles verrichten bij organisaties die geen organisaties van openbaar belang zijn;

Overwegende dat accountantsorganisaties in beginsel op gelijke wijze op de naleving van de bij of krachtens de Wta gestelde normen dienen te worden getoetst, waartoe het noodzakelijk is dat de AFM streeft naar uniforme samenwerking met de partijen die betrokken zijn bij dit toezicht en met deze partijen zoveel mogelijk gelijkluidende afspraken maakt;

Overwegende dat de AFM de intentie heeft om zoveel mogelijk gebruik te maken van de toetsingsuitkomsten van de SRA zoals bedoeld in artikel 48 van de Wta;

Overwegende dat de SRA zich ten doel stelt om de kwaliteit te verbeteren van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants die lid zijn van de SRA;

Overwegende dat het NIVRA aan de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten (‘SRA’) accreditatie heeft verleend om het periodiek onderzoek en het vervolgonderzoek, bedoeld in de Verordening Kwaliteitsonderzoek, namens het bestuur van het NIVRA uit te voeren;

Overwegende dat op de AFM een wettelijke geheimhoudingsplicht rust en dat de uitwisseling van informatie tussen partijen op grond van dit convenant uitsluitend zal plaatsvinden indien en voor zover de geldende wettelijke geheimhoudingsbepalingen dit toelaten;

Overwegende dat de AFM en de SRA de opzet en inhoud van het convenant van 28 september 2006 door de AFM en de SRA overeenkomstig artikel 12 van dat convenant gezamenlijk hebben geëvalueerd, met inachtneming van de tot op dat moment opgedane ervaringen;

Overwegende dat de toetsingen door de SRA naar verwachting een positieve invloed hebben op de kwaliteit van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants. De toetsingen van de SRA met verbetertrajecten dragen bij aan de doelstelling van de Wta;

Overwegende dat de SRA vanuit haar eigen verantwoordelijkheid en met gebruikmaking van haar eigen standaard instrumentarium toetsingen zal verrichten bij haar leden en alle toetsingsuitkomsten zal verstrekken aan de AFM, voor zover zij (mede) betrekking hebben op de mate waarin accountantsorganisaties de gestelde regels bij en krachtens de Wta naleven;

Overwegende dat de AFM informatie over accountantsorganisaties kan verstrekken aan de SRA, voor zover deze informatie noodzakelijk is voor de taakuitoefening van de SRA;

Overwegende dat partijen met elkaar zullen samenwerken en kennis zullen delen met het oog op het bevorderen van enerzijds de kwaliteit van de werkzaamheden van accountantsorganisaties en externe accountants en anderzijds de kwaliteit van de uitvoering van de toetsingen door de SRA;

Overwegende dat de evaluatie heeft geleid tot het in gezamenlijk overleg aanpassen van het convenant van 28 september 2006 resulterend in de afspraken zoals opgenomen in onderhavig convenant;

Overwegende dat beide partijen een goede uitvoering van dit convenant nastreven;

zijn het navolgende Convenant tussen de Stichting Autoriteit Financiële Markten en de vereniging voor Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-Administratieconsulenten overeengekomen:

Artikel 1 Definities

In dit convenant wordt verstaan onder:

a) Accountantsorganisatie:

een Wta-vergunninghouder als bedoeld in artikel 6, eerste lid, Wta die onderworpen is aan toetsing door de vereniging Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten;

b) AFM:

de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

c) Externe accountant:

de natuurlijke persoon die werkzaam is bij of verbonden aan een accountantsorganisatie en die verantwoordelijk is voor de uitvoering van een wettelijke controle;

d) SRA:

de vereniging van Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten;

e) Toetsing:

toetsing door de SRA, aan de hand van ten minste een selectie van wettelijkecontroledossiers, van de mate waarin accountantsorganisaties de voor hen geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder de gestelde regels bij en krachtens de Wta, en overige van overheidswege en de bevoegde publiekrechtelijke beroepsorganisaties gegeven regels naleven;

f) Wettelijke controle:

een controle als bedoeld in artikel 1, eerste lid, sub p, Wta;

g) Wta:

Wet toezicht accountantsorganisaties.

Artikel 2 Geheimhouding

De SRA verplicht zich, onverminderd het bepaalde in dit convenant, tot geheimhouding van alle vertrouwelijke informatie die zij en alle personen die zij betrekt bij de uitvoering van een toetsing van een accountantsorganisatie direct of indirect van de AFM verkrijgen op grond van artikel 63e, eerste lid, onderdeel c, van de Wta. De SRA zal alle personen die zij bij de uitvoering van een toetsing betrekt de verplichting opleggen tot geheimhouding van vertrouwelijke informatie die zij direct of indirect van de AFM hebben verkregen.

Artikel 3 Samenwerking en kennisdeling

De AFM en de SRA werken samen door het delen van kennis en informatie met het oog op het bevorderen van de kwaliteit van accountantsorganisaties en externe accountants. Daarnaast ziet de samenwerking op het bevorderen van de kwaliteit van de uitvoering van de toetsingen, bijvoorbeeld door de personen die de toetsingen voor de SRA uitvoeren te laten participeren in de onderzoeken van de AFM en de toezichthouders van de AFM te laten participeren in te toetsingen van de SRA.

Artikel 4 Informatieverstrekking

  • 1. De AFM kan op grond van artikel 63e, eerste lid, onderdeel c, Wta vertrouwelijke informatie aan de SRA verstrekken, voor zover dat noodzakelijk is voor de vervulling van de taken van de SRA op grond van haar statuten.

  • 2. De SRA verstrekt aan de AFM een overzicht met de uitkomsten van de toetsingen die zij ingevolge haar statuten uitvoert bij accountantsorganisaties, voor zover deze betrekking hebben op de mate waarin accountantsorganisaties de gestelde regels bij en krachtens de Wta naleven.

  • 3. Indien de SRA beschikt over informatie die duidt op een ernstige overtreding door een accountantsorganisatie van de bij of krachtens de Wta gestelde voorschriften, informeert de SRA onverwijld de AFM.

Artikel 5 Steekproeven AFM op toetsingsuitkomsten SRA

  • 1. De AFM houdt bij het uitvoeren van haar toezicht op grond artikel 48a, eerste lid, Wta rekening met de toetsingsuitkomsten van de SRA, overeenkomstig het verkregen inzicht, bedoeld in het tweede lid.

  • 2. Door het uitvoeren van kantoorspecifieke steekproeven verkrijgt de AFM in het kader van het uitvoeren van het doorlopend toezicht op grond van de Wta inzicht in:

    • a. de kwaliteit van de toetsingen door de SRA;

    • b. de betrouwbaarheid van de toetsingsuitkomsten; en

    • c. de mate waarin de accountantsorganisaties de bij en krachtens de Wta gestelde regels hebben nageleefd.

  • 3. De AFM voert in beginsel uitsluitend een kantoorspecifieke steekproef uit bij accountantsorganisaties die in eerste instantie door de SRA een toetsingsuitkomst ‘matig’ hebben gekregen en in tweede instantie, na een hertoets door de SRA, een toetsingsuitkomst ‘goed’. Wanneer daartoe aanleiding bestaat, kan de AFM een kantoorspecifieke steekproef uitvoeren bij een accountantsorganisatie die in eerste instantie van de SRA een toetsingsuitkomst ´goed´ heeft verkregen.

  • 4. De inhoud van een kantoorspecifieke steekproef zal onder meer afhangen van de aanleiding voor het onderzoek en de omvang van de accountantsorganisatie en het aantal wettelijke controles dat zij verricht.

  • 5. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingen van het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 6 Kantoorspecifieke onderzoeken AFM

  • 1. De AFM kan bij een accountantsorganisatie in het kader van het uitvoeren van het doorlopend toezicht op grond van de Wta kantoorspecifieke onderzoeken verrichten om te beoordelen of een accountantsorganisatie voldoet aan het bij of krachtens de Wta bepaalde.

  • 2. Richtinggevend voor de prioritering en frequentie van de kantoorspecifieke onderzoeken en de volgorde ervan zijn de uitkomsten van de risicoanalyses die de AFM uitvoert op basis van de volgende criteria:

    • de uitkomsten ‘onvoldoende’ van toetsingen;

    • aard en omvang van de accountantsorganisatie;

    • de uitkomsten van de jaarlijkse AFM Monitor;

    • incidentmeldingen;

    • de uitkomsten van de door de AFM uitgevoerde onderzoeken; en

    • overige indicaties dat een accountantsorganisatie mogelijk niet voldoet aan de vereisten bij en krachtens de Wta.

  • 3. De inhoud van een kantoorspecifiek onderzoek zal onder meer afhangen van de aanleiding voor het onderzoek, de omvang van de accountantsorganisatie en het aantal wettelijke controles dat zij verricht.

  • 4. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingen van het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 7 Themaonderzoeken

  • 1. De AFM kan themaonderzoeken verrichten.

  • 2. In een themaonderzoek beoordeelt de AFM een selectie van wettelijke controledossiers aan de hand van vooraf vastgestelde thema’s.

  • 3. De AFM kan handhavend optreden indien zij ernstige normovertredingen van het bepaalde bij en krachtens de Wta constateert.

Artikel 8 Nadere operationele afspraken

  • 1. De AFM en de SRA maken een werkdocument met nadere operationele afspraken ter uitvoering van dit convenant, dat als bijlage bij het convenant wordt gevoegd.

  • 2. In onderling overleg tussen de AFM en de SRA zullen contactpersonen worden aangewezen.

Artikel 9 Privacy aspecten

Onderhavige samenwerking heeft tot gevolg dat verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt door de bij dit convenant betrokken partijen. Het is de verantwoordelijkheid van de afzonderlijke partijen bij dit convenant om daarbij te handelen in overeenstemming met de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikel 10 Bekostiging

Tussen de AFM enerzijds en de SRA anderzijds vinden geen onderlinge verrekeningen plaats voor de bekostiging van de samenwerking op basis van dit convenant.

Artikel 11 Overlegregeling

Ter zake van alle geschillen in verband met dit convenant of afspraken die daarmee samenhangen, treden de AFM en de SRA in overleg.

Artikel 12 Wijziging van het convenant

  • 1. Dit convenant kan alleen met instemming van de AFM en de SRA worden gewijzigd dan wel worden aangevuld.

  • 2. De zakelijke inhoud van de wijziging of aanvulling wordt gepubliceerd in de Staatscourant.

Artikel 13 Evaluatie van het convenant

De opzet en inhoud van het convenant worden jaarlijks door de AFM en de SRA gezamenlijk geëvalueerd, met inachtneming van de tot op dat moment opgedane ervaringen. Indien daartoe aanleiding is, zal het convenant in gezamenlijk overleg worden gewijzigd.

Artikel 14 Looptijd en inwerkingtreding

  • 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van 1 januari 2012 en eindigt op 31 december 2014. Behoudens tijdige opzegging zal dit convenant na het einde van de looptijd telkens met twee jaar stilzwijgend worden verlengd.

  • 2. Dit convenant kan, met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden, door partijen schriftelijk worden opgezegd. Een partij gaat niet tot opzegging over zonder ter zake hiervan eerst in overleg te treden met de andere partij en met de Minister van Financiën.

Dit convenant wordt aan de Minister van Financiën gezonden en zal worden gepubliceerd in de Staatscourant.

Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend teAmsterdam op 13 december 2011.

Autoriteit Financiële Markten, namens deze: R.H. Maatman, G.J. Everts.

Vereniging voor Samenwerkende Registeraccountants en Accountants-administratieconsulenten, namens deze: P.C.J. Dinkgreve RA, M.W. van Sluis RA.

Naar boven