Beschikking van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, houdende ontheffing aan Slagboom en Peeters luchtfotografie van het verbod VFR-vluchten uit te voeren buiten de daglichtperiode

28 februari 2012

Nr. IENM/ILT-2012/4209

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing d.d. 13 februari 2012, aangevuld met de e-mail van 23 februari 2012, van Slagboom en Peeters Luchtfotografie BV, adres: De Zanden 9, 7395 PA Teuge. Contactpersoon: de heer J. Fien, telefoon: 055-323 18 68/06-46 74 57 53, e-mailadres: info@slagboomenpeeters.com;

Overwegende dat het doel van de vlucht is het maken van thermografische luchtbeelden in opdracht van de gemeente Eemnes om het energieverlies van huizen en daken in kaart te brengen;

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Deze beschikking is van toepassing op de vliegtuigen van het type Cessna T310R met als registratie PH-LAW en Partenavia P68 met als registratie PH-RVS, in gebruik bij Slagboom en Peeters Luchtfotografie BV, waarmee VFR-vluchten worden uitgevoerd buiten de daglichtperiode ten behoeve van het maken van thermografische luchtbeelden in opdracht van de gemeente Eemnes.

Artikel 2

Aan de gezagvoerders van de in artikel 1 genoemde vliegtuigen wordt van 1 maart 2012 tot en met 30 maart 2012 ’s avonds van 21.00 uur tot 22.00 uur (lokale tijd) of ’s ochtends van 04.30 uur tot 05.30 uur (lokale tijd) ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

  • a. de vlucht wordt zodanig uitgevoerd dat wordt gestart en geland van een luchthaven die buiten de daglichtperiode mag worden gebruikt;

  • b. voor het uitvoeren van de vluchten zijn de luchtvaartuigen uitgerust met de instrumenten die zijn vereist voor het uitvoeren van een IFR-vlucht of in het donker (OPS 1.865);

  • c. de gezagvoerders zijn in het bezit van een geldige ‘night qualification’ in een CPL;

  • d. voor de vluchten wordt tijdig een vliegplan ingediend;

  • e. tijdens het uitvoeren van de vluchten is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersleidingsdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

  • f. het vliegzicht bedraagt ten minste 5 km en de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is groter dan 1.500 meter horizontaal en 450 meter verticaal;

  • g. tijdens het vliegen wordt het programma dat vooraf aan LVNL wordt doorgegeven (zie artikel 3, onder a) nageleefd, tenzij een afwijkende klaring is verkregen.

Artikel 3

Aan de gezagvoerders van de vliegtuigen die de in artikel 1 genoemde vluchten uitvoeren, wordt door de betrokken luchtverkeersleidingsdienst een afwijkende klaring als bedoeld in artikel 35, tweede lid, van het Luchtverkeersreglement verstrekt. Deze klaring wordt verstrekt voor het afwijken van luchtverkeersroutes als bedoeld in artikel 3 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening, indien de luchtverkeerssituatie dit toelaat, mits de volgende voorschriften in acht worden genomen:

  • a. vóór deze vluchten wordt de procedure gevolgd voor ‘Survey projects’, zoals die is gepubliceerd op de site van de Operationele Helpdesk LVNL: http://www.lvnl-ohd.nl/;

  • b. voor aanvang van een vlucht worden de volgende gegevens ter informatie naar aviation-approvals@ilent.nl gestuurd:

    • gegevens opdrachtgever en contactpersoon,

    • het maatschappelijk belang van de opdracht,

    • specificatie van het te vliegen gebied (geen algemene omschrijving),

    • gewenste vlieghoogten,

    • tijdsduur van opdracht,

    • periode waarbinnen opdracht moet zijn gevlogen,

    • het door de Operationele Helpdesk LVNL verstrekte projectformulier;

  • c. de aanvraag wordt pas door de Operationele Helpdesk LVNL in behandeling genomen wanneer deze vergezeld gaat van een ondertekende opdracht(verklaring); deze ondertekende opdracht bevat minimaal de informatie, genoemd in onderdeel b; voor het invullen van deze gegevens is een formulier beschikbaar; dit formulier is op te vragen bij de Operationele Helpdesk LVNL;

  • d. voor het maken van de opnamen dient de cameraman in het bezit te zijn van een op zijn/haar naam gestelde luchtopnamevergunning, verkregen bij het Ministerie van Defensie, MIVD/ACIV/BIV, Sectie Luchtfotografie, Postbus 20701, 2500 ES Den Haag; e-mailadres: indussec@mindef.nl, fax: 070-441 92 04;

  • e. indien luchtverkeerstechnische redenen daartoe noodzaken, kan de betrokken luchtverkeersleidingsdienst de vlucht doen uitstellen, dan wel annuleren.

Artikel 4

Wanneer de vlucht zodanig van aard is dat hinder op de grond te verwachten valt, wordt voorafgaand aan de vlucht op initiatief van de aanvrager/opdrachtgever in de plaatselijke media aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht.

Artikel 5

Vluchten worden uitgevoerd in overeenstemming met de verleende opdracht van de desbetreffende opdrachtgever.

Artikel 6

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder en de cameraman bekend zijn met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 7

Indien er VFR-vluchten worden uitgevoerd in luchtverkeersdienstverlenings-gebieden met klasse A, moeten deze voldoen aan de voorschriften en beperkingen, genoemd in de ontheffing van 5 januari 2012 met kenmerk IENM/ILT-2012/42.

Artikel 8

De aanvrager voert bij de voorbereiding van elk project een veiligheidsanalyse uit. Daarbij wordt in kaart gebracht welke risico’s er zijn als gevolg van het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode. Vervolgens worden risicobeperkende maatregelen in kaart gebracht en toegepast zodanig dat de vlucht op een verantwoorde wijze kan worden uitgevoerd.

Artikel 9

Het niet of niet volledig nakomen van de voorschriften of beperkingen kan aanleiding zijn deze ontheffing in te trekken.

Artikel 10

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 maart 2012 en vervalt op 1 april 2012, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de Inspecteur ILT/Luchtvaart, M. van Velzen.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Team Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR DEN HAAG

Naar boven