Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 februari 2012, nummer WBN 2012/1, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Besluit verkrijging en verlies van het Nederlanderschap (BvvN);

Besluit:

ARTIKEL I

De Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 2.6/6-3 Toelichting ad artikel 6, derde lid RWN komt te luiden:

Paragraaf 2.6 Administratieve verwerking van de bevestiging

De burgemeester zendt de volgende stukken in kopie (conform origineel) aan de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Klantdirectie Naturalisatie, Unit Nationaliteit en Naturalisatie, Postbus 285, 7600 AG te Almelo:

  • de optieverklaring;

  • de bereidverklaring afleggen verklaring van verbondenheid;

  • de afgelegde verklaring omtrent verblijfsstatus en/of gedrag;

  • de gegevens betreffende de toelating (kopie verblijfsdocument, verblijfstitels uit de GBA, en, in voorkomende gevallen, een bericht omtrent toelating);

  • de bereidheidsverklaring met betrekking tot het doen van afstand (indien van toepassing);

  • de bevestiging met daarop aangetekend de datum van uitreiking op de ceremonie, of de verklaring van verbondenheid is afgelegd en hoe (mondeling of schriftelijk);

  • het volledig ingevulde uitwisselingsformulier als bedoeld in de Overeenkomst van Parijs van 10 september 1964 (indien van toepassing); en

  • het volledig ingevulde uitwisselingsformulier als bedoeld in het Memorandum of Understanding van 26 augustus 2008 (bij een persoon met de Surinaamse nationaliteit).

Voornoemde stukken zijn nodig in verband met de opname van deze documenten in het nationaliteitenregister (artikel 12, eerste lid, BVVN) en om de afstandsprocedure van de optant (indien van toepassing) te controleren.

Het algemene uitwisselingsformulier ingevolge de Overeenkomst van Parijs

Indien van toepassing moet een uitwisselingsformulier betreffende het uitwisselen van gegevens met betrekking tot verkrijging van nationaliteit (Model 1.35) worden opgemaakt en worden verzonden naar het land van herkomst. Dit is, ingevolge de Overeenkomst van Parijs van 10 september 1964, het Aanvullend Protocol bij het Verdrag van Straatsburg van 6 mei 1963 en bilaterale afspraken met Duitsland, van toepassing bij verlening van het Nederlanderschap aan een persoon met de nationaliteit van België, Duitsland, Griekenland, Italië, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk en Portugal.

Het uitwisselingsformulier met Suriname

Bij een persoon van Surinaamse nationaliteit voegt hij een ingevuld formulier gebaseerd op het Memorandum of Understanding inzake wederzijdse uitwisseling van informatie betreffende de verkrijging en verlies van de nationaliteit tussen Nederland en Suriname, ondertekend op 26 augustus 2008 (Model 1.35a) toe. De burgemeester maakt één uitwisselingsformulier op per meerderjarige, die door optie het Nederlanderschap verkregen heeft en die voorheen de Surinaamse nationaliteit bezat. Minderjarige kinderen die hebben gedeeld in de verkrijging van het Nederlanderschap van de ouder door optie en die voorheen de Surinaamse nationaliteit bezaten, staan vermeld op het uitwisselingsformulier van de ouder. Bij zelfstandige verkrijging van het Nederlanderschap door optie van een minderjarige van Surinaamse nationaliteit wordt eveneens een uitwisselingsformulier opgemaakt.

N.B. Als de persoon in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel wordt geen uitwisselingsformulier opgemaakt.

Mee te sturen bij afstandsplichtige optanten

Bij een optie op grond van artikel 6, eerste lid, aanhef en onder e, RWN moet een bereidheidsverklaring ingevuld worden. Deze verklaring moet naar de IND, worden gestuurd, zodat de optant kan worden geïnformeerd over zijn afstandsplicht en worden gecontroleerd dat de optant daadwerkelijk afstand doet van zijn oorspronkelijke nationaliteit.

De burgemeester bevordert dat de verkrijging van het Nederlanderschap, eventueel vastgestelde namen en het eventuele verlies van de oorspronkelijke nationaliteit in de GBA worden verwerkt.

Daarnaast stelt hij, als de medeverkrijging betrekking heeft op een kind dat is ingeschreven in de GBA van een andere gemeente, de burgemeester van die gemeente van de verkrijging van het Nederlanderschap op de hoogte.

Bovendien wordt de politie van de woonplaats van betrokkene(n) door de burgemeester op de hoogte gesteld.

Als naamsvaststelling heeft plaatsgevonden, worden ook de Centrale Justitiële documentatiedienst en - als in Nederland de ambtenaar van de burgerlijke stand een geboorteakte heeft opgemaakt- de betreffende ambtenaar van de burgerlijke stand op de hoogte gesteld. Dit geldt ook voor naamsvaststellingen die gevolgen hebben voor de namen van de kinderen van de optant, van welke kinderen in Nederland bij de ambtenaar van de burgerlijke stand geboorteakten zijn opgemaakt.

B

Het model 1.7 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 1.

C

Het model 1.14-1b behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 2.

D

Het model 1.15 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 3.

E

Het model 1.26 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 4.

F

Het model 1.27 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 5.

G

Het model 1.28 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 6.

H

Het model 1.35 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 7.

I

Het model 1.38 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 8.

J

Het model 1.39 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 9.

K

Het model 1.42 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 10.

L

Het model 1.43 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 11.

M

Het model 1.46 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 12

N

Het model 1.48 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 13

O

Het model 1.49 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 14.

P

Het model 1.50 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 15.

Q

Het model 2.17 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 16.

R

Het model 2.21 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 17.

S

Het model 2.22 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 18.

T

Het model 2.23 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 19.

U

Het model 2.24 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 20.

V

Het model 2.25 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 21.

W

Het model 1.14a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 22.

X

Het model 1.15a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 23.

Y

Het model 1.26a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 24.

Z

Het model 1.27a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 25.

AA

Het model 1.28a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 26.

AB

Het model 1.33a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 27.

AC

Het model 1.39a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 28.

AD

Het model 1.48a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 29.

AE

Het model 1.49a behorende bij de optieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 30.

AF

Het model 2.21a behorende bij de naturalisatieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 31.

AG

Het model 2.23a behorende bij de naturalisatieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 32.

AH

Het model 2.24a behorende bij de naturalisatieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 33.

AI

Het model 2.25a behorende bij de naturalisatieprocedure in het buitenland HRWN komt te luiden als aangegeven in bijlage 34.

AJ

Het model 1.13 behorende bij de optieprocedure HRWN komt te vervallen.

AK

Het model 2.18 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te vervallen.

AL

Het model 2.19 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te vervallen.

AM

Het model 2.20 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te vervallen.

AN

Het model 2.26 behorende bij de naturalisatieprocedure HRWN komt te vervallen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 april 2012.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 23 februari 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

BIJLAGE 1

Model 1.7: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder e, RWN.

BIJLAGE 2

Model 1.14-1b: Verklaring in verband met verlies van de Egyptische / Oostenrijkse of Zuid-Afrikaanse nationaliteit

BIJLAGE 3

Model 1.15: Verzoek om naamsvaststelling bij optie*

BIJLAGE 4

Model 1.26: Buitenbehandelingstelling optieverklaring wegens niet-betaling van optiegelden

BIJLAGE 5

Model 1.27: Besluit tot ontheffing betaling optiegelden

BIJLAGE 6

Model 1.28: Afwijzing ontheffing optiegelden

BIJLAGE 7

Model 1.35: Uitwisselingsformulier

BIJLAGE 8

Model 1.38: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder i, RWN

BIJLAGE 9

Model 1.39: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder j, RWN

BIJLAGE 10

Model 1.42: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder l, RWN

BIJLAGE 11

Model 1.43: Optieverklaring minderjarige op grond van artikel 6, eerste lid, onder l, RWN (afgelegd door de wettelijk vertegenwoordiger)

BIJLAGE 12

Model 1.46: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder n, RWN

BIJLAGE 13

Model 1.48: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder o, RWN

BIJLAGE 14

Model 1.49: Optieverklaring minderjarige op grond van artikel 6, eerste lid, onder o, RWN (afgelegd door wettelijk vertegenwoordiger)

BIJLAGE 15

1.50: Modelverzoek tot advies op grond van artikel 6a, vierde lid, RWN

BIJLAGE 16

Model 2.17 behorend bij artikel 4 Besluit bericht omtrent Verzoek afgifte bericht omtrent toelating

BIJLAGE 17

Model 2.21: Verklaring ‘geïnformeerd over negatief advies’

BIJLAGE 18

Model 2.22: Adviesblad naturalisatie (geldig vanaf 1 april 2012)

BIJLAGE 19

Model 2.23: Buitenbehandelingstelling verzoek om naturalisatie wegens niet-betaling van naturalisatiegelden

BIJLAGE 20

Model 2.24: Besluit tot ontheffing betaling naturalisatiegelden

BIJLAGE 21

Model 2.25: Afwijzing ontheffing naturalisatiegelden

BIJLAGE 22

Model 1.14a: Verklaring verblijf en gedrag

BIJLAGE 23

Model 1.15a: Verzoek om naamsvaststelling bij optie*

BIJLAGE 24

Model 1.26a: Buitenbehandelingstelling optieverklaring wegens niet-betaling van optiegelden

BIJLAGE 25

Model 1.27a: Besluit tot ontheffing betaling optiegelden

BIJLAGE 26

Model 1.28a: Afwijzing ontheffing optiegelden

BIJLAGE 27

Model 1.33a: Bevestiging van de verkrijging van het Nederlanderschap door optie (artikel 6, derde lid, RWN)

BIJLAGE 28

Model 1.39a: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder j, RWN

BIJLAGE 29

Model 1.48a: Optieverklaring op grond van artikel 6, eerste lid, onder o, RWN

BIJLAGE 30

Model 1.49a: Optieverklaring minderjarige op grond van artikel 6, eerste lid, onder o, RWN (afgelegd door wettelijk vertegenwoordiger)

BIJLAGE 31

Model 2.21a: Verklaring ‘geïnformeerd over negatief advies’

BIJLAGE 32

Model 2.23a: Buitenbehandelingstelling verzoek om naturalisatie wegens niet-betaling van naturalisatiegelden

BIJLAGE 33

Model 2.24a: Besluit tot ontheffing betaling naturalisatiegelden

BIJLAGE 34

Model 2.25a: Afwijzing ontheffing naturalisatiegelden

TOELICHTING

Artikelsgewijs

A t/m AI

Op dit moment hebben de vier naturalisatie-units (unit 191, unit 192, unit 249 en unit 24Z) aparte postadressen. Vanaf 1 januari 2012 maakt de IND gebruik van één centraal postadres (vanwege digitaal dossier). Dit geldt dus ook voor naturalisatie. Voor naturalisatie betekent dit dat de drie units die de Nederlandse naturalisatiezaken afdoen (unit 191, unit 249 en unit 24Z) één gezamenlijke postadres krijgen. Unit 192 krijgt een apart postadres. Dit zijn postadressen in Almelo.

Het postadres voor naturalisatie Nederland is:

Unit Naturalisatie, postbus 280, 7600 AG te Almelo.

Het postadres voor nationaliteitsvraagstukken, naturalisatie buitenland en de overzeese gebiedsdelen is:

Unit Nationaliteit en Naturalisatie, postbus 285, 7600 AG te Almelo.

De stukken die tot 1 april 2012 nog naar de huidige postbussen worden verstuurd, worden door TNT doorgestuurd naar Almelo.

Het voorgaande betekent dat de Modelformulieren, waarin wordt verwezen naar de oude postadressen van de aparte naturalisatie-units moeten worden aangepast.

Voorts is, voor zover van toepassing, de ondertekening op de Modelformulieren aangepast en zoveel mogelijk tekstueel vereenvoudigd.

AJ t/m AN

Deze Modelformulieren vervallen omdat ze of zijn samengevoegd met een ander modelformulier, of zijn verouderd.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor deze: de Directeur-generaal Vreemdelingenzaken, L. Mulder.

Naar boven