Beleidsregel van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 14 februari 2012, nr. WJZ / 12016652, met betrekking tot het sluiten van convenanten in het kader van de uitvoering van het Programma Partners for International Business (Beleidsregel Partners for International Business)

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1

In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

a. ondernemer:

een in Nederland gevestigde natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

b. penvoerder:

de door een samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of rechtspersoon;

c. samenwerkingsverband:

een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste drie ondernemers;

d. minister:

de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

Artikel 2

  • 1. Op verzoek van een samenwerkingsverband sluit de minister in het kader van het programma Partners for International Business van het Minsterie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, onder de naam PIB-actieplan, met de ondernemers van het samenwerkingsverband een convenant volgens het model dat is opgenomen in de bij deze beleidsregel behorende bijlage 1, indien het samenwerkingsverband:

    • a. economische activiteiten verricht die zijn gericht op het verkrijgen van toegang tot een kansrijke markt;

    • b. bereid is financiële of andere middelen in te zetten voor de uitvoering van de eigen activiteiten in het kader van een PIB-actieplan;

    • c. beschikt over een coördinator voor de uitvoering van een PIB-actieplan die niet meer dan drie PIB-actieplannen coördineert, en

    • d. voldoende punten scoort gelet op het tweede lid, bij toepassing van het puntensysteem overeenkomstig de bij deze beleidsregel behorende bijlage 2.

  • 2. Voor voldoende punten dient op basis van de door het samenwerkingsverband ingediende documenten en gegevens voor het criterium:

    • 1°. organisatie en slagkracht samenwerkingsverband ten minste 20 punten te worden gescoord;

    • 2°. kansbeschrijving van de markt ten minste 30 punten te worden gescoord;

    • 3°. internationaliseringsstrategie en overheidsrol ten minste 20 punten te worden gescoord;

    en in totaal een minimum aantal punten van 75 te worden gescoord.

  • 3. Het maximum aantal punten dat met het puntensysteem kan worden gescoord bedraagt 100.

Artikel 3

  • 1. Het verzoek wordt via de penvoerder gedaan met gebruikmaking van een formulier, zoals opgenomen in de bij deze beleidsregel behorende bijlage 3, en gaat vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.

  • 2. Het verzoek wordt vóór 1 november 2012 gedaan.

Artikel 4

  • 1. Voor 2012 worden ten hoogste 11 convenanten gesloten.

  • 2. Onverminderd het eerste lid wordt een convenant niet gesloten voor zover de voor het Programma Partners for International Business in 2012 beschikbare capaciteit daardoor zou worden overschreden.

  • 3. Convenanten worden door de minister op volgorde van binnenkomst van verzoeken die voldoen aan deze beleidsregel gesloten.

Artikel 5

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum waarop deze in de Staatscourant is geplaatst.

Artikel 6

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel Partners for International Business.

Deze beleidsregel zal met de toelichting en de bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 14 februari 2012

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

BIJLAGE 1 BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID, VAN DE BELEIDSREGEL PARTNERS FOR INTERNATIONAL BUSINESS

Convenant Partners for International Business: het PIB-actieplan

Ondergetekenden,

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen: EL&I;

[pm de deelnemers aan het samenwerkingsverband van minimaal drie ondernemers] hierna te noemen: [pm];

Verder te noemen: Partijen

Overwegende dat:

  • in juli 2011 aan de Tweede Kamer het nieuwe publiek-private programma Partners for International Business (hierna: PIB) is aangeboden;

  • het programma PIB beoogt samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven, met name uit de topsectoren, te positioneren op voor Nederland kansrijke markten en te ondersteunen ten behoeve van een beklijvende toegang tot die markten;

  • het programma PIB gericht is op een gecombineerde inzet van private en publieke middelen ter versterking van de Nederlandse concurrentiekracht;

  • het programma PIB tot doel heeft met de inzet van de inbreng van de Rijksoverheid, Nederlandse bedrijven via een gestructureerde aanpak, internationaal op de kaart te gaan zetten;

  • in het kader van het programma PIB tussen EL&I en bedrijven, die hun krachten bundelen in samenwerkingsverband, convenanten onder de naam PIB-actieplannen worden gesloten waarin publieke en private deelnemers, ieder vanuit hun eigen rol en toegevoegde waarde, geselecteerde kansrijke markten kunnen gaan betreden en mogelijke marktbelemmeringen trachten weg te nemen;

  • in het kader van het programma PIB de inbreng van de Rijksoverheid zich met name concentreert op economische diplomatie en modules die het Agentschap NL/EVD Internationaal kan aanbieden voor overheid-tot-overheid samenwerking, informatie, advies, financiering, promotie en matchmaking en kennisintensieve samenwerking;

  • dat bij het programma PIB het (financieel) commitment van het bedrijfsleven een essentieel onderdeel is;

  • in het PIB-actieplan concrete afspraken worden gemaakt over de inbreng van het samenwerkingsverband en de inbreng van EL&I zoals één van de modules die in het kader van het programma PIB zijn ontwikkeld.

Komen het volgende PIB-actieplan overeen.

1. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Definities

In dit actieplan wordt verstaan onder:

[pm]

Artikel 2 Doelstelling PIB-actieplan

De doelstelling van dit actieplan is [pm meer specifieke op maat gesneden doelstelling voor het actieplan].

2. AFSPRAKEN

Artikel 3 Inzet EL&I

Module Promotie

Inkomende en uitgaande missies, Holland Paviljoen voor een collectieve promotie voor het samenwerkingsverband en de BV Nederland

Bezoeken en bijeenkomsten om groepen van bedrijven op een complexe markt te positioneren en te promoten

Uitnodiging vakjournalisten naar Nederland

Holland Branding publicaties / communicatieplan: voor de positionering van het samenwerkingsverband van bedrijven op een buitenlandse markt kunnen verschillende promotionele producten ingezet worden

Holland House: opzet van een lokale vertegenwoordiging

Module Kennisuitwisseling en netwerken

Government-to-Government (G2G): overheidssamenwerking

Knowledge-to-Knowledge (K2): kennisintensieve samenwerking

Netherlands Managament Training Programme

Dutch alumni network

Module Economische diplomatie

Activiteiten gericht op marktordening, markttoegang en het oplossen van problemen ten behoeve van het samenwerkingsverband door het postennetwerk in het betreffende land

Activiteiten gericht op marktordening, markttoegang en het oplossen van problemen ten behoeve van het samenwerkingsverband door betrokken ministeries

Artikel 4 Inzet [pm naam samenwerkingsverband]

[pm waaronder activiteiten voor de coördinatie; activiteiten die onder meer verband houden met de modules; inzet van middelen]

3. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 5 Toetreding
  • 1. Teneinde nieuwe deelnemers aan het samenwerkingsverband te kunnen laten participeren in een PIB-actieplan bestaat de mogelijkheid om gedurende de looptijd van dit actieplan een nieuwe deelnemer als nieuwe partij toe te laten treden. Een nieuwe deelnemer aan het samenwerkingsverband dient de afspraken die voor hem uit dit PIB-actieplan voortvloeien, zonder voorbehoud te aanvaarden.

  • 2. Zodra partijen overeenstemming hebben bereikt om de nieuwe deelnemer aan het samenwerkingsverband toe te laten treden tot het PIB-actieplan gelden voor die deelnemer aan het samenwerkingsverband de voor hem dit actieplan voortvloeiende rechten en verplichtingen.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden
  • 1. Indien onvoorziene omstandigheden opkomen die van dien aard zijn dat dit actieplan billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd, treden partijen hierover in overleg.

  • 2. Partijen treden in overleg binnen vier weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen heeft medegedeeld.

  • 3. Indien niet uiterlijk binnen acht weken na het overleg tot overeenstemming wordt gekomen, mag elke partij het actieplan met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden schriftelijk opzeggen.

Artikel 7 Afdwingbaarheid
  • 1. Partijen komen overeen dat dit convenant niet in rechte afdwingbaar is.

  • 2. Partijen spannen zich in om geschillen in verband met dit actieplan of afspraken die daarmee samenhangen, in onderling overleg op te lossen.

Artikel 8 Opzegging
  • 1. Elke partij kan dit actieplan met inachtneming van een opzegtermijn van 6 maanden onder opgaaf van redenen opzeggen indien een zodanige verandering van omstandigheden is opgetreden dat dit actieplan voor die partij billijkheidshalve behoort te eindigen. De opzegging dient met de opgaaf van redenen te worden medegedeeld aan alle partijen.

  • 2. Wanneer een van deelnemers aan het samenwerkingsverband het actieplan opzegt, blijft het convenant voor de overige deelnemers in stand voorzover de inhoud en de strekking ervan zich daartegen niet verzetten.

Artikel 9 Looptijd, monitoring en evaluatie
  • 1. Dit actieplan is gesloten voor de duur van [pm maximaal vier jaar]. Het treedt in werking met ingang van de dag van ondertekening.

  • 2. Partijen monitoren gedurende de uitvoering en resultaten van het actieplan door middel van [pm frequentie] overleg tussen [pm vertegenwoordigers of contactpersonen].

  • 3. Partijen evalueren uiterlijk [pm] maanden voor afloop van de looptijd de uitvoering en resultaten van dit actieplan teneinde te bepalen of de looptijd ervan wordt verlengd.

  • 4. Partijen dragen zorg voor uitvoering van de monitoring en evaluatie. Daartoe wordt tijdig een plan van aanpak voor uitvoering van de monitoring en evaluatie opgesteld en ter instemming voorgelegd aan alle partijen.

Artikel 10 Openbaarheid

De zakelijke inhoud van dit actieplan zal openbaar worden gemaakt door middel van publicatie op de website: www.agentschapnl.nl/pib .

Aldus overeengekomen en in [pm]voud ondertekend op ... te ...

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

namens deze:

[pm deelnemers van het samenwerkingsverband]

BIJLAGE 2 BEHOREND BIJ ARTIKEL 2, EERSTE LID EN ONDERDEEL D, VAN DE BELEIDSREGEL PARTNERS FOR INTERNATIONAL BUSINESS

Puntensysteem toetsing verzoek Partners for International Business

Criterium 1: organisatie en slagkracht samenwerkingsverband (minimaal 20; maximaal 30)
 

Omschrijving

 

1

De kwaliteit en kwantiteit van een voldoende (inter-)nationaal trackrecord van het samenwerkingsverband alsmede de vertegenwoordiging van het samenwerkingsverband in de betreffende markt om de (sub)sector te representeren. Gekeken wordt naar de slagkracht van het samenwerkingsverband om internationale markten te veroveren. Hierbij is de omvang van het samenwerkingsverband van belang en eventuele samenwerking met een kennisinstelling.

0–10

2

De mate van bereidheid van de bedrijven uit het samenwerkingsverband om concrete activiteiten in het kader van het PIB-actieplan uit te voeren op eigen kosten. Hun bijdrage aan de uitvoering van het PIB-actieplan is relatief groot t.o.v. de gevraagde bijdrage van de Rijksoverheid in termen van zowel financiële en andere middelen (uren).

0–10

3

De kennis en ervaring van de coördinator van het PIB-actieplan blijkens ervaring, track record, expertise en reputatie.

0–10

Criterium 2: kansbeschrijving van de markt (minimaal 20; maximaal 40)
 

Omschrijving

 

1

Het samenwerkingsverband verricht economische activiteiten op het gebied van een topsector zoals bedoeld in het Topsectorenbeleid van de Minister van EL&I.

10

2

Het samenwerkingsverband richt zijn economische activiteiten op een van de focuslanden van de Minister van EL&I.

10

3

De mate waarin het samenwerkingsverband een reële toegevoegde waarde van het Nederlandse aanbod biedt ten opzicht van buitenlandse concurrentie (USP’s).

0–10

4

De mate waarin het samenwerkingsverband bijdraagt aan de economische groei in Nederland.

0–10

Topsector: een sector zoals genoemd in de brief over het Bedrijfslevenbeleid aan de Tweede Kamer van 13 september 2011, Kamerstukken II, 2010–11, 32 637, nr. 15: Agro&Food, Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, High Tech Systemen en Materialen, Energie, Logistiek, Creatieve Industrie, Life-Sciences & Health, Chemie of Water.

Focuslanden: Bahrein, België, Brazilië, Canada, China, Colombia, Duitsland, Ethiopië, Egypte, Frankrijk, Ghana, India, Indonesië, Japan, Kenia, Koeweit, Maleisië, Oekraïne, Oman, Polen, Qatar, Roemenië, Rusland, Saudi-Arabië, Singapore, Turkije, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten, VAE, Vietnam, Zuid-Afrika en Zuid-Korea.

Criterium 3: internationaliseringsstrategie en overheidsrol (minimaal 20; maximaal 30)
 

Omschrijving

 

1

De mate waarin de internationaliseringsstrategie gericht is op een langdurige positionering van het samenwerkingsverband op de betreffende markt.

0–5

2

De internationaliseringsstrategie geeft een duidelijke beschrijving van de belemmeringen die het samenwerkingsverband op de doelmarkt ervaart.

0–10

3

De internationaliseringsstrategie geeft een duidelijke onderbouwing waarom betrokkenheid van de overheid essentieel is voor het slagen van de strategie.

0–10

4

De betrokkenheid van MKB bedrijven binnen het samenwerkingsverband.

0–5

Een verzoek van een samenwerkingsverband waarbij:

  • de minimale score van 20 per criteria 1, 2 en 3 wordt gescoord en

  • in totaal minimaal 75 punten wordt gescoord,

komt in aanmerking voor een PIB-actieplan.

De maximale score op grond van het puntensysteem die een samenwerkingsverband kan krijgen is 100 punten.

BIJLAGE 3 BEHOREND BIJ ARTIKEL 3, EERSTE LID, VAN DE BELEIDSREGEL PARTNERS FOR INTERNATIONAL BUSINESS

Formulier voor verzoek PIB

1. Penvoerder

 

Naam onderneming / organisatie:

.....

 

Naam contactpersoon:

.....

Telefoon:

.....

E-mail adres:

.....

2. Samenwerkingsverband

   

Naam onderneming:

Onderneming / Kennisinstelling 1

.....

Onderneming / Kennisinstelling 2

.....

Onderneming / Kennisinstelling 3

.....

Onderneming / Kennisinstelling 4

.....

Onderneming / Kennisinstelling 5

.....

Onderneming / Kennisinstelling 6

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

.....

3. Actieplan

Naam actieplan:

.....

Sector en doelland(en):

.....

Deze pagina dient te worden vermenigvuldigd en te worden ingevuld door alle deelnemers aan het samenwerkingsverband.

Machtiging en verklaring verzoeker [nr...]

Hierbij verleent ondergetekende een machtiging aan [naam penvoerder] om dit verzoek in te dienen bij het Agentschap NL en de verdere correspondentie hierover te voeren.

Hierbij verklaart ondergetekende de intentie te hebben het actieplan gezamenlijk uit te voeren.

Hierbij verklaart ondergetekende bekend te zijn met de inhoud van het verzoek en bereid te zijn de uiteindelijke activiteiten van het actieplan uit te voeren en/of te ondersteunen.

Aldus naar waarheid ingevuld:

Deze persoon dient namens de onderneming tekenbevoegd te zijn

Naam onderneming:

.....

Naam tekenbevoegde:

.....

Datum:

..-..- .....

Plaats:

.....

Handtekening:

 

Formulier voor verzoek PIB

1. Inleiding

 
 
 

2. Kansbeschrijving van de markt

Beschrijf de markt van het doelland waar het samenwerkingsverband zich op richt. Neem in uw antwoord de volgende aspecten mee:

  • Onderbouwing van de marktsectorcombinatie (omvang van de markt voor de (niche)secor, marktontwikkeling en (verwachtte) groei, waar mogelijk onderbouwd met kengetallen)

  • Wat heeft u reeds zelf aan marktonderzoeken uitgevoerd?

  • Welke kansen liggen er en op grond van welke informatie ziet u deze kansen voor het samenwerkingsverband?

  • Omschrijf het gebruikelijke inkoopproces voor deze markt/sectorcombinatie (tenders, distributeurs, directe verkoop etc.) en benoem de decisionmakers.

  • Wat is de potentiële markt voor Nederlandse bedrijven (in kwantitatieve termen van omzet/winst, marktaandeel etc.)?

  • Hoe denkt u deze omzet te genereren? Via handel, opzetten van lokale vestigingen of anderszins?

  • Wat is de impact van het samenwerkingsverband op de Nederlandse economie (bijv. werkgelegenheid)?

 
 
 
 
 
 

3. Organisatie en slagkracht samenwerkingsverband

3.1 Kwaliteiten
  • Wat maakt het samenwerkingsverband onderscheidend (USP’s) in de sector of nichemarkt?

  • Wat zijn de gevestigde partijen/concurrenten in de markt van het doelland en hoe denk u om te gaan met de concurrentie?

  • Waaruit blijkt dat deelnemende bedrijven reeds ervaring hebben met zakendoen en/of duurzame marktpositioneringen in het buitenland (geef (indien mogelijk) enkele voorbeelden)? Is er ook al ervaring met het doelland?

 
 
 
 
 
 
3.2 Deelnemers
  • Welke partijen zijn direct betrokken aan Nederlandse zijde (onderdeel van het samenwerkingsverband) en wat is hun toegevoegde waarde (publieke en private partijen, inclusief kennis- en onderwijsinstellingen)?

  • Zijn er ook buitenlandse partijen (direct of indirect) betrokken bij het samenwerkingsverband? Zo ja, wat is de toegevoegde waarde daarvan?

  • Werkt het samenwerkingsverband samen (in Nederland of wereldwijd) met kennis- onderwijs- of innovatiebevorderende instanties (bijv. WUR, TUDelft, UU, AgentschapNL, TNO etc.)?

  • Wat is het aandeel MKB in het samenwerkingsverband?

  • Wat is het aandeel starters op de doelmarkt in het samenwerkingsverband?

  • Beargumenteer dat het samenwerkingsverband een substantiële vertegenwoordiging van de (sub)sector in Nederland is, met voldoende slagkracht om op internationale markten actief te zijn en voldoende toegerust op een samenwerking met de Nederlandse overheid.

 
 
 
 
 
 
3.3 Organisatie en coördinatie
  • Is er sprake van een bestaand samenwerkingsverband en op welke manier is dit vormgegeven? (Hoe is de besluitvorming in het samenwerkingsverband georganiseerd, heeft de samenwerking een juridische vorm, betalen leden van het samenwerkingsverband contributie?)

  • Wie is er aangewezen als coördinator van het samenwerkingsverband. Welke rol speelt de coördinator in een eventueel bestaand samenwerkingsverband? Wat is de ervaring van de coördinator in het aansturen van samenwerkingsverbands van bedrijven en wat is de internationale ervaring van de coördinator in het buitenland en meer specifiek in het doelland? (Cv in de bijlage)

 
 
 
 
 
 

4. SWOT Analyse

  • Geef een SWOT-analyse van het samenwerkingsverband op de marktsectorcombinatie en geef van elk onderdeel aan hoe u hiermee zult omgaan of welke voorzorgsmaatregelen u zult treffen.

Sterktes

Zwaktes

   
   
   

Kansen

Bedreigingen

   
   
   

5. Rol van de overheid

Voor het programma Partners in International Business (PIB) is het van belang dat de Nederlandse overheid een ondersteunende rol heeft om handelsbarrières te verminderen of weg te nemen of om markttoegang te creëren. Maak een analyse van de problemen (uitdagingen) die door het PIB programma opgelost moeten worden. Neem in deze analyse de volgende aspecten mee:

  • Geef aan waarom het samenwerkingsverband niet zelfstandig in staat is om in te springen op de marktkans en zich op de markt te positioneren.

  • Kunt u concrete voorbeelden noemen van obstakels, die het zakendoen belemmeren c.q. bemoeilijken?

  • Schets de lokale context inclusief de stakeholders en relevante decisionmakers

 
 
 
 
 
 

6. Internationaliseringsstrategie

6.1 Missie en Doelstelling

Beschrijf de overall ‘missie’ van het samenwerkingsverband en de mogelijke spin-off van het programma.

Geef aan welke doelstellingen er door het PIB programma verwezenlijkt moeten worden.

Denk bij voorbeeld aan positionering van een samenwerkingsverband, commerciële activiteiten op een voor het samenwerkingsverband nieuwe markt starten, vergroten van het bestaande marktaandeel op een markt).

Beschrijf zo concreet en duidelijk mogelijk wanneer de doelstelling naar uw mening is behaald.

 
 
 
 
 
 
6.2 Resultaten

Beschrijf welke resultaten u aan het einde van het programma behaald wil hebben. Neem daarbij de volgende aspecten mee:

  • let op een goede relatie tussen resultaten en de doelstelling. Leidt het behalen van de resultaten logischerwijs tot het verwezenlijken van de doelstellingen?

  • beschrijf de resultaten zo concreet mogelijk. Wat wilt u over X jaar bereikt hebben. (denk aan (omzet)targets, omschrijving en kwantificering van de doelgroepen die zijn bereikt, gekwalificeerd personeel beschikbaar, samenwerkingsovereenkomst tussen de relevante overheden)

  • Geef aan wanneer de resultaten naar uw mening zijn behaald. Geef dit zo SMART (Specifiek, Meetbaar, Resultaat gericht, Tijdgebonden) mogelijk aan. Refereer daarbij aan wat de huidige situatie is en de beoogde situatie. Bijvoorbeeld in termen van: ordervolume, hoeveelheid leads, marktaandeel, opzetten van lokale vestigingen door afzonderlijke samenwerkingsverbandleden, etc..

 
 
 
 
 
 
6.3 Aanpak

Als de PIB aanvraag wordt goedgekeurd zal door alle betrokken publieke en private partijen samen het uiteindelijke ‘Plan van Aanpak’ worden ontwikkeld. Beschrijf hier welke strategie u voorstelt te volgen om de gestelde resultaten (en daarmee de doelstelling) te bereiken. Neem in deze beschrijving de volgende aspecten mee:

  • Beschrijf de logische opbouw van het programma en de relatie tussen de verschillende activiteiten en acties. Wat is het stappenplan? Zijn er bepaalde mijlpalen?

  • Geef een korte opsomming van de eigen (samenwerkingsverband) activiteiten die u wilt opstarten (zoals informatiestudies, (bedrijfs-) bezoeken en bijeenkomsten, beurzen en tentoonstellingen, handelsmissies, plaatsing van studenten, inhuren van adviseurs, investerings- of demonstratieprogramma’s).

  • Beschrijf het financiële commitment en de afspraken hierover binnen het samenwerkingsverband. We gaan er vanuit dat het samenwerkingsverband de intentie heeft zijn eigen activiteiten te financieren. Zijn er activiteiten waarvoor nog aanvullende financiering wordt gezocht, bij voorbeeld via andere regelingen en (EU) programma’s?

  • Welke ondersteuning is daarnaast nog nodig van de Nederlandse overheid (Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie en/of andere overheidsonderdelen (zoals vakministeries en ambassades)) om de resultaten te bereiken. Welke rol en welke activiteiten worden er verwacht van de overheid? Denk hierbij aan lobby van de Nederlandse overheid richting buitenlandse overheden (‘deuren openen’), het aanpakken van handels- en investeringsbelemmeringen die voortkomen uit (gebrek aan) wetgeving, implementatie of handhaving of bescherming van intellectueel eigendom, Holland branding, seminars en in beperkte mate handelsmissies en ondersteuning bij beursdeelnames.

  • Beschrijf steeds duidelijk de doelgroep van de verschillende activiteiten en acties.

 
 
 
 
 
 
6.4 Duurzaamheid projectresultaten en risico’s
  • Hoe groot acht u de kans dat u deze concrete resultaten kunt behalen (inclusief onderbouwing)?

  • Welke externe factoren zijn er van invloed op het succes van het project?

  • Hoe worden de mogelijke risico’s die voortvloeien uit externe factoren beperkt?

  • Waaruit blijkt, dat de samenwerkingsverbandleden de intentie hebben om blijvende handelsrelaties c.q. commerciële activiteiten op te zetten in het doelland(en)?

 
 
 
 
 
 

TOELICHTING

Inleiding

In navolging van de brief ‘Buitenlandse markten, Nederlandse kansen’ die in juli 2011 aan de Tweede Kamer is aangeboden is het nieuwe publiek-private programma Partners for International Business (kortweg PIB) ontwikkeld door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Dit beoogt samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven, met name uit de topsectoren zoals genoemd in de brief over het Bedrijfslevenbeleid aan de Tweede Kamer van 13 september 2011 , Kamerstukken II, 2010–11, 32 637, nr. 15, op voor Nederland kansrijke markten te positioneren en een beklijvende toegang tot die markten te ondersteunen. Met een gecombineerde inzet van private en publieke middelen, waaronder economische diplomatie, kunnen Nederlandse bedrijven zich via een gestructureerde aanpak, internationaal op de kaart gaan zetten. Op die manier wordt de Nederlandse concurrentiekracht versterkt.

Centraal bij de aanpak staat een convenant tussen de Staatssecretaris van EL&I en bedrijven en/of kennisinstelling dat een gezamenlijk opgesteld actieplan inhoudt waarin de publieke en private deelnemers, ieder vanuit hun eigen rol en toegevoegde waarde, geselecteerde kansrijke markten kunnen gaan betreden en mogelijke marktbelemmeringen trachten weg te nemen. De inbreng van de Rijksoverheid zal zich met name concentreren op feitelijk overheidshandelen zoals economische diplomatie en modules die in het kader van PIB zijn ontwikkeld voor overheid-tot-overheid samenwerking, informatie, advies, financiering, promotie en matchmaking en kennisintensieve samenwerking.

PIB is een vraaggestuurd en flexibel programma en sluit aan bij de internationale ambities van het topsectorenbeleid en de samenwerking tussen de Minister en de Staatssecretaris van EL&I en andere betrokken bewindslieden, met name op het gebied van ontwikkelingssamenwerking en infrastructuur en milieu. Initiatief en het (financieel) commitment van het bedrijfsleven zijn een essentieel onderdeel van het PIB.

Doelstelling

PIB heeft als doel groepen van bedrijven (eventueel aangevuld met kennisinstellingen) te positioneren op voor Nederland kansrijke markten en te ondersteunen bij het verkrijgen van beklijvende toegang tot die markten. De Rijksoverheid heeft binnen PIB een toegevoegde rol in de aansluiting op activiteiten van bedrijven en kennisinstellingen. PIB biedt hierbij:

  • een vraaggestuurde, snelle en flexibele aanpak, waarbij zoveel mogelijk maatwerk wordt geleverd;

  • beperkte administratieve lasten voor het bedrijfsleven;

  • gebruik van de unieke positie en de unieke netwerken van de Rijksoverheid;

  • inzet van economische diplomatie via het diplomatieke postennetwerk van de Rijksoverheid en missies naar het buitenland;

  • strategisch partnerschap met de Rijksoverheid;

  • Holland Branding: een gezamenlijke presentatie onder de Nederlandse vlag;

  • mogelijkheid tot inzet van een aantal modules ter ondersteuning van de internationaliseringsplannen waaronder promotionele activiteiten, missies, overheid-tot-overheidsamenwerking en kennisuitwisseling.

PIB-actieplan: vereisten, puntensysteem en criteria

Om in aanmerking te komen voor een gezamenlijk PIB-actieplan kunnen groepen bedrijven zich als een samenwerkingsverband aanmelden via een standaardformulier op de website van het Agentschap NL. Voor voldoende slagkracht vanuit de topsector wordt uitgegaan van een samenwerkingsverband van bedrijven van minimaal drie. Het samenwerkingsverband moet economische activiteiten uitoefenen die zich richten op het verkrijgen van toegang tot een kansrijke markt. Van belang is dat de private partijen zorgen voor voldoende eigen financiële middelen voor de uitvoering van het PIB-actieplan en voor een coördinator die die uitvoering in goede banen leidt. Mede onderbouwd met de bij het verzoek overgelegde documenten zet het samenwerkingsverband uiteen waarom het naar een bepaalde markt wil (de kansbeschrijving), welke belemmeringen de leden van het samenwerkingsverband ervaren bij het zakendoen in dit land, wat er aan gedaan moet worden om de problemen op te lossen en wat de rol van de overheid hierbij kan zijn in het kader van het PIB (de internationaliseringsstrategie). De Staatssecretaris van EL&I kan aan de hand van een puntensysteem bepalen of het verzoek van het samenwerkingsverband kan leiden tot een gezamenlijk PIB-actieplan. Door de openbaarheid van het puntensysteem weten aanvragende samenwerkingsverbanden vooraf wat de scoringskansen zijn. De criteria van het puntensysteem en het puntensysteem zijn opgenomen in de bijlage en worden hierna nader toegelicht.

Bij het eerste criterium betreffende de organisatie en slagkracht van het samenwerkingsverband, zal het samenwerkingsverband moeten aantonen dat uitvoering van het programma goed gecoördineerd zal kunnen worden, dat zij binnen hun (top)sector voldoende representatief zijn en dat zij internationaal verschil kunnen maken. Voorts moeten deelnemers bereid zijn om de activiteiten binnen het actieplan, waarvoor geen duidelijke overheidsrol is, zelf te financieren.

Bij het tweede criterium, de kansbeschrijving, gaat het om een beschrijving van de markt-sectorcombinatie en de haalbaarheid van het positioneren van het samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband moet kunnen aantonen dat studie heeft plaatsgevonden naar de haalbaarheid van de markt-sectorcombinatie, mede in het licht van mogelijke concurrentie. Een pre is daarbij als het samenwerkingsverband binnen een topsector actief is. Verder worden extra punten gescoord indien het samenwerkingsverband zich richt op een focusland binnen het PIB. Het derde criterium, de internationaliseringsstrategie, betreft een strategie ten behoeve van een samenwerkingsverband die gericht is op positionering in een buitenlandse markt, waarin de kansen, risico’s en knelpunten die zich voordoen op een buitenlandse markt worden beschreven en waarin wordt aangegeven welke activiteiten door de overheid en het samenwerkingsverband gezamenlijk kunnen worden uitgevoerd om de doelstellingen van de strategie te realiseren. Het samenwerkingsverband moet daarbij een significante en relevante bijdrage bieden aan de economische groei in Nederland en invulling kunnen geven aan de bilaterale economische relatie met het doelland. Bij deze strategie moet duidelijk worden gemaakt wat de meerwaarde voor betrokkenheid van de Rijksoverheid is bij het realiseren van positionering en markttoegang. Daarmee wordt bedoeld dat de overheid alleen een PIB-actieplan zal ondertekenen als er een beroep gedaan wordt op de unieke rol van de Rijksoverheid gelet die binnen het PIB kan worden ingezet, waaronder economische diplomatie via het diplomatieke postennetwerk en het onderstrepen van Nederland als ‘betrouwbare partner’. Tevens moet sprake zijn van het belang van een stapsgewijze strategie in plaats van een eenmalige activiteit waarbij de modules van Agentschap NL kunnen worden ingezet.

Uiteindelijk zullen de afspraken tussen een samenwerkingsverband en de Rijksoverheid worden vastgelegd in een convenant, een PIB-actieplan, waarvoor bij deze beleidsregel een model is vastgesteld. De inzet is om in 2012 maximaal 11 PIB-actieplannen overeen te komen. Dit aantal is een schatting op basis van een budget voor PIB van € 6,65 miljoen voor 2012. Eind 2012 zal worden geëvalueerd of deze schatting moet worden aangepast voor opvolgende jaren op basis van de eerste ervaringen met het programma. Voor de opvolgende jaren is er de volgende budgettaire ruimte: 2013 (€ 7,15 miljoen), 2014 (€ 7,48 miljoen), 2015 (€ 7,92 miljoen), 2016 (€ 9,89 miljoen) en 2017 (€ 11 miljoen).

De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, H. Bleker.

Naar boven