Medegebruik militaire luchtvaartterreinen ten behoeve van SOS International

19 december 2012

Nr. MLA/206/2012

De Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelezen het verzoek van SOS International van 26 september 2012;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

  • 1. Op grond van een algemeen maatschappelijk belang (amb) wordt aan de gezagvoerders van luchtvaartuigen die in opdracht van SOS International zogenaamde ambulance- en transplantatievluchten uitvoeren ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet voor het medegebruik van de militaire luchtvaartterreinen Leeuwarden, Volkel, Gilze-Rijen, Eindhoven, Woensdrecht en het Maritiem Vliegkamp De Kooy op dagen en tijden dat deze luchtvaartterreinen zijn opengesteld, zoals gepubliceerd in de Military Aeronautical Information Publication Netherlands (MilAIP) of notice to airmen (NOTAM).

  • 2. Buiten de dagen en tijden, bedoeld in het eerste lid, kan ten behoeve van ambulance- en transplantatievluchten medegebruik worden gemaakt van de militaire luchtvaartterreinen Leeuwarden en Eindhoven, indien levensbedreigende omstandigheden zulks eisen.

Artikel 2

  • 1. De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, vastgesteld bij ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202/620/11K, en laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder ‘de vergunning’ deze beschikking dient te worden verstaan.

  • 2. De commandanten van de verschillende vliegbases kunnen aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van het desbetreffende militaire luchtvaartterrein.

Artikel 3

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de geluidszone van het desbetreffende militaire luchtvaartterreinen niet wordt overschreden.

Artikel 4

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en vervalt op 1 november 2014 of zoveel eerder als er voor alle desbetreffende militaire luchtvaartterreinen een luchthavenbesluit is vastgesteld.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 19 december 2012

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, w.g. C.J. Lorraine Commodore

Hoofddorp, 19 december 2012

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, namens deze, De Senior Inspecteur ILT/Luchtvaart, w.g. A.E. Schurink-van der Klugt

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In de Luchtvaartwet wordt voor de toepassing van het bij of krachtens de Luchtvaartwet bepaalde verstaan onder ‘Onze Minister’ wat betreft de burgerluchtvaart en de algemene verkeersveiligheid in de lucht, de Minister van Verkeer en Waterstaat (thans de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu). Wat de militaire luchtvaart betreft wordt onder ‘Onze Minister’, de Minister van Defensie verstaan. Op een verzoek tot medegebruik van een militair luchtvaartterrein door burgerluchtvaartuigen zullen dus beide ministers toestemming moeten geven.

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT-2) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In het SMT-2 is aangegeven dat burgermedegebruik mogelijk blijft, indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

Op grond van een algemeen maatschappelijk belang (amb) is aan de gezagvoerders die in opdracht van SOS International ambulance- en transplantatievluchten uitvoeren, ontheffing verleend. Vooraf is niet te bepalen om hoeveel vliegtuigbewegingen het gaat. Vandaar dat geen limitering in vliegtuigbewegingen in de ontheffing is opgenomen. De desbetreffende luchtvaartterreinen kunnen alleen worden aangedaan, indien het gaat om operationeel noodzakelijke vluchten.

Ten aanzien van de geluidsbelasting is het volgende van belang. In de Luchtvaartwet is vastgelegd dat de geluidsbelasting door startende en landende vliegtuigen van een luchtvaartterrein wordt berekend. De geluidsbelasting door de grote civiele en militaire luchtvaart wordt berekend op jaarbasis en wordt uitgedrukt in Kosteneenheden. De geluidsbelasting wordt berekend volgens een daartoe vastgesteld berekeningsvoorschrift en met inachtneming van het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart (BGGL). Deze systematiek is van toepassing op alle vliegtuigen met uitzondering van vaste vleugelvliegtuigen met schroefaandrijving lichter dan 6000 kg.

Voor zogenaamde ontheffingen met een algemeen maatschappelijk belang (amb) is het vaststaand beleid dat deze vliegtuigbewegingen (in het kader van milieunormen) als ‘militaire’ vliegtuigbewegingen worden aangemerkt. De gegevens omtrent het feitelijk gebruik van militaire luchtvaartterreinen worden jaarlijks herleid tot contouren die de actuele geluidsbelasting in dat jaar weergeven. Gelet op de beschikbare ruimtes in de afgelopen jaren is er geen indicatie dat door deze vliegtuigbewegingen buiten de vastgestelde of vastgelegde geluidszones wordt getreden.

In de onmiddellijke nabijheid van diverse militaire luchtvaartterreinen zijn zogenaamde Natura 2000-gebieden gelegen. Ten aanzien van het verzoek om voortzetting van het bestaande burgermedegebruik kan worden gesteld dat er geen redenen zijn aan te nemen dat, als gevolg van dit voortgezette gebruik, significante effecten voor die gebieden zullen optreden.

Met deze beschikking wordt toestemming gegeven gebruik te maken van militaire luchtvaartterreinen op dagen en tijden dat deze zijn opengesteld. Op enig moment kan besloten worden een luchtvaartterrein niet meer open te stellen. Bijvoorbeeld in het geval van een sluiting. Het spreekt voor zich dat op het moment dat een luchtvaartterrein niet meer bij defensie als zodanig in gebruik is, er geen medegebruik meer kan plaatsvinden. Van het besluit een luchtvaartterrein niet meer open te stellen zal melding worden gemaakt in de MILAIP of bij NOTAM.

Naar boven