Medegebruik Maritiem Vliegkamp De Kooy ten behoeve van Aeroclub Maritime

20 december 2012

Nr. MLA/177/2012

De Minister van Defensie en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelezen het verzoek van de Aeroclub Maritime te Den Helder van 20 september 2012;

Gelet op artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet;

Besluiten:

Artikel 1

Aan de leden van de Aeroclub Maritime die optreden als gezagvoerder van luchtvaartuigen in beheer bij deze vereniging, wordt ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onderdeel a, van de Luchtvaartwet met betrekking tot het medegebruik van het Maritiem Vliegkamp De Kooy op dagen en tijden dat het luchtvaartterrein is opengesteld, zoals gepubliceerd in de Military Aeronautical Information Publication Netherlands (MILAIP) of notice to airmen (NOTAM).

Artikel 2

De ontheffing geldt voor jaarlijks maximaal 5000 vliegtuigbewegingen met burgerluchtvaartuigen, waarbij de vlucht een recreatief karakter heeft.

Artikel 3

  • 1. De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, vastgesteld bij ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11K, en laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder ‘de vergunning’ deze beschikking dient te worden verstaan.

  • 2. De commandant van het Defensie Helikopter Commando kan aanwijzingen geven voor het betreden en het gebruik van het Maritiem Vliegkamp De Kooy.

Artikel 4

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de geluidszone van het Maritiem Vliegkamp De Kooy niet wordt overschreden.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 1 januari 2013 en vervalt op 1 januari 2014 of zoveel eerder als er een luchthavenbesluit voor het militaire luchtvaartterrein is vastgesteld.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 20 december 2012

De Minister van Defensie, voor deze: De Direecteur Militaire Luchtvaart Autoriteit, w.g. C.J. Lorraine, Commodore

Hoofddorp, 20 december 2012

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, namens deze, De Senior Inspecteur ILT/Luchtvaart, w.g. A.E. Schurink-van der Klugt

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienstverlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

In de Luchtvaartwet wordt voor de toepassing van het bij of krachtens de Luchtvaartwet bepaalde verstaan onder ‘Onze Minister’ wat betreft de burgerluchtvaart en de algemene verkeersveiligheid in de lucht, de Minister van Infrastructuur en Milieu. Wat de militaire luchtvaart betreft wordt onder ‘Onze Minister’, de Minister van Defensie verstaan. Op een verzoek tot medegebruik van een militair luchtvaartterrein door burgerluchtvaartuigen zullen beide ministers toestemming moeten geven.

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In 1985 is het Structuurschema Militaire Terreinen (SMT) vastgesteld. In het SMT is bepaald dat het Maritiem Vliegkamp De Kooy, tezamen met de andere militaire vliegvelden in Nederland, op de bestaande locaties worden gehandhaafd. Voorts is bondgenootschappelijk medegebruik mogelijk en is sprake van permanent commercieel burgermedegebruik en recreatief medegebruik in de vorm van motorsportvliegen in clubverband en van vluchten met een algemeen maatschappelijk belang. In 2005 is het Tweede SMT vastgesteld. Daarin zijn de ligging, de belegging en het gebruik van het Maritiem Vliegkamp De Kooy herbevestigd. In het SMT is aangegeven dat burgermedegebruik mogelijk blijft, indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

De leden van de Aeroclub Maritime mogen gebruikmaken van het Maritiem Vliegkamp De Kooy met inachtneming van de voorwaarden, opgenomen in de Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden. De actuele openstellingstijden worden gepubliceerd in de MILAIP en NOTAMs.

Ten aanzien van de geluidbelasting is het volgende van belang. De luchtvaartuigen van de Aeroclub Maritime behoren tot de zogenaamde kleine luchtvaart. In de Luchtvaartwet is vastgelegd dat de geluidbelasting door startende en landende vliegtuigen van een luchtvaartterrein wordt berekend. De geluidbelasting door de grote civiele en militaire luchtvaart wordt berekend op jaarbasis en wordt uitgedrukt in Kosteneenheden. De geluidbelasting wordt berekend volgens een daartoe vastgesteld berekeningsvoorschrift en met inachtneming van het Besluit geluidbelasting grote luchtvaart (BGGL). Deze systematiek is van toepassing op alle vliegtuigen met uitzondering van vaste vleugelvliegtuigen met schroefaandrijving lichter dan 6000 kg. Voor de – in de Ke-systematiek uitgesloten categorie – kleine luchtvaart wordt de geluidbelasting uitgedrukt in de eenheid bkl. Ook hiervoor is een berekeningsvoorschrift vastgesteld. De beoordeling van de geluidbelasting in bkl is – op basis van het Besluit geluidbelasting kleine luchtvaart (BGKL) – ingevolge artikel 3 niet van toepassing op gebieden binnen een zone waarop het Besluit geluidbelasting grote luchtvaartterreinen (Stb. 1988, 151) van toepassing is.

Aangezien het luchtvaartterrein is aangewezen ten behoeve van de militaire luchtvaart kan alleen gebruik van dit luchtvaartterrein worden gemaakt, als daar een ontheffing ex artikel 34 Luchtvaartwet voor is verleend. Deze ontheffing strekt daartoe.

Hoewel artikel 34 Luchtvaartwet is ingetrokken, geldt het artikel volgens de overgangsbepaling nog wel voor luchtvaartterreinen waarvan de aanwijzing is gebaseerd op de Luchtvaartwet en nog niet op de Wet luchtvaart. Die situatie is van toepassing op het Maritiem Vliegkamp De Kooy.

De limitering van 5000 vliegtuigbewegingen is gebaseerd op de hoeveelheid vliegtuigbewegingen die door de Aeroclub Maritime in de afgelopen jaren is uitgevoerd. Met het jaarlijks aantal van 5000 vliegtuigbewegingen wordt de Aeroclub Maritime in staat gesteld hetzelfde vliegprogramma uit te voeren als in de afgelopen jaren.

Om flexibel op toekomstige ontwikkelingen te kunnen inspelen is aan deze ontheffing een beperkte werkingsduur toegekend. De ontheffing vervalt op 1 januari 2014. Op enig moment kan worden besloten een luchtvaartterrein niet meer open te stellen, bijvoorbeeld in het geval van een sluiting. Het spreekt voor zich dat op het moment dat een luchtvaartterrein niet meer bij defensie als zodanig in gebruik is, er geen medegebruik meer kan plaatsvinden.

Naar boven