Regeling van de Minister van Economische Zaken van 19 december 2012, nr. WJZ / 12378755, houdende wijziging van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006

De Minister van Economische Zaken;

Gelet op:

  • Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU 2009 L 30);

  • Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel lll van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU 2009 L 316);

  • Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU 2007 L 316);

  • de artikelen 15 en 19 van de Landbouwwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling GLB-inkomenssteun 2006 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 29, zesde lid, wordt ‘€ 13.125.000’ vervangen door: € 14.125.000.

B

Artikel 38v, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het steunplafond bedraagt € 11.390.000.

C

In artikel 40, vierde lid, wordt ‘60%’ vervangen door: 61,7%.

D

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel 2.1 komt te luiden:

2.1

Grondwaterbescherming (Richtlijn 80/68/EEG)

Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer

artikel 2.2, eerste lid, voor zover het het lozen van afvalwater in op of de bodem betreft

Het verbod op het lozen van niet-huishoudelijk afvalwater of koelwater in of op de bodem zonder vrijstelling genoemd in het besluit of geldige ontheffing.

milieu

2. Onderdeel 7.4 komt te luiden:

7.4

I & R Runderen (Verordening (EG) 911/2004, Verordening (EG) 1760/2000)

Regeling identificatie en registratie van dieren en Verordening (EG) 1760/2000

artikel 7, lid 1,

Verordening (EG) 1760/2000 in samenhang met artikel 19 Regeling identificatie en registratie van dieren

De verplichting tot het hebben van een bedrijfsregister en voorschriften wat er in het bedrijfsregister vermeld moet worden en termijnen die moeten worden aangehouden.

gezondheid

3. Onderdelen 10, 11, en 11a komen te luiden:

10. Hormonen & bèta-agonisten (richtlijn 96/22 van 29 april 1996, artikel 3, onder a en b, 4 en 5)

10.1

Hormonen & bèta-agonisten Richtlijn 96/22)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

artikel 2.2, tiende lid, onder r, 2.8, eerste lid, onder c en 2.25

in samenhang met artikel 8A.9 van het Besluit diergeneesmiddelen

Het verbod op gebruik door een houder van dieren van een diergeneesmiddel waarvoor geen vergunning voor het in de handel brengen van het diergeneesmiddel is verstrekt.

gezondheid

10.2

Hormonen & bèta-agonisten Richtlijn 96/22)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

artikel 2.8, eerste lid, onder c en het vierde lid onder b in samenhang met hoofdstuk 8A.2, negende lid, van het Besluit diergeneesmiddelen

Het verbod op gebruik door een dierenarts in strijd met de voorschriften voor het in de handel brengen van het diergeneesmiddel.

gezondheid

10.3

Hormonen & bèta-agonisten Richtlijn 96/22)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

Regeling diergeneesmiddelen

Artikel 2.19, eerste lid, in samenhang met artikel 8A.9, tweede lid, van het Besluit en artikel 2.18, tweede lid, van en bijlage I bij de Regeling Diergeneesmiddelen

Het verbod om hormonen en bèta-agonisten toe te dienen aan landbouwhuisdieren en aquacultuurdieren.

gezondheid

10.4

Hormonen & bèta-agonisten Richtlijn 96/22)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

Regeling diergeneesmiddelen

artikel 2.2, tiende lid, onder r, 2.8, eerste lid, onder c en 2.25

in samenhang met artikel 8.4 van het Besluit diergeneesmiddelen en artikel 8.8, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling diergeneesmiddelen

De verplichting om alleen landbouwhuisdieren op het bedrijf te houden die zijn behandeld volgens de regels van de diergeneesmiddelenwetgeving.

gezondheid

10.5

Hormonen & bèta-agonisten Richtlijn 96/22)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

Regeling diergeneesmiddelen

artikel 2.2, tiende lid, onder r, 2.8, eerste lid, onder c en 2.25

in samenhang met artikel 8.5 van het Besluit diergeneesmiddelen en artikel 8.8, eerste lid, onderdelen a en c, van de Regeling diergeneesmiddelen

Het verbod om landbouwhuisdieren, verwerkte producten of vlees van dieren waaraan op enigerlei wijze stoffen met thyreostatische, oestrogene, androgene of gestagene werking alsmede beta-agonisten zijn toegediend, in de handel te brengen.

gezondheid

11. General Food Law (Verordening (EG) 178/2002 van 28 januari 2002, artikel 15, 17 lid 1, 19 en 20)

11.1

General Food Law (Verordening (EG) 178/2002)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 20 van de Regeling diervoeders 2012

Het verbod in strijd te handelen met de artikelen 11, 12, 15, eerste lid, 16, 17, eerste lid, 18 en 20 van Verordening (EG) nr. 178/2002.

gezondheid

11a. Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005 van 12 januari 2005)

11a.1

Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 1 van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage I, deel A, onder I onder 4e en 4g van Verordening (EG) 183/2005

De verplichting voor exploitanten van diervoederbedrijven afval en gevaarlijke stoffen apart en veilig op te slaan en rekening te houden met de resultaten van analyses van monsters van primaire producten of andere monsters die van belang zijn voor de voederveiligheid.

gezondheid

11a.2

Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 1 van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage I, deel A, onder II onder 2a, 2b en 2e van Verordening (EG) 183/2005

De verplichting voor exploitanten van diervoederbedrijven een registratie bij te houden van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, het gebruik van genetisch gemodificeerd zaai- en pootgoed en de bron en hoeveelheid van elk diervoeder dat het bedrijf binnenkomt en de bestemming en hoeveelheid van elk diervoeder dat het bedrijf verlaat.

gezondheid

11a.3

Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 5 van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage III, onder 1, 1e alinea, 1e zin en 3e alinea van Verordening (EG) 183/2005

De verplichting voor veehouders diervoeder gescheiden op te slaan van chemische stoffen en andere voor diervoeder verboden producten en gemedicineerde en niet-gemedicineerde diervoeders zo op te slaan dat het risico van vervoedering aan dieren waarvoor zij niet zijn bestemd, wordt beperkt.

gezondheid

11a.4

Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 5 van Verordening (EG) 183/2005 in samenhang met Bijlage III, onder 2, 3e zin van Verordening (EG) 183/2005

De verplichting voor veehouders om niet-gemedicineerde diervoeders gescheiden te hanteren van gemedicineerde diervoeders.

gezondheid

11a.5

Diervoederhygiëne (Verordening (EG) 183/2005)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 13 van de Regeling diervoeders 2012 in samenhang met artikel 5 lid 6 van Verordening (EG) 183/2005

De verplichting voor exploitanten van diervoederbedrijven en veehouders alleen diervoeders te gebruiken van veevoederbedrijven die zijn geregistreerd en/of erkend.

gezondheid

4. Onderdeel 11d.1 komt te luiden:

11d.1

Gebruik diergeneesmiddelen (verordening (EG) 37/2010)

Wet dieren

Besluit diergeneesmiddelen

artikel 2.2, tiende lid, onder r, 2.8, eerste lid, onder c en 2.25

in samenhang met artikel 8A.9 van het Besluit diergeneesmiddelen

Het verbod op gebruik door een houder van dieren van een diergeneesmiddel waarvoor geen vergunning voor het in de handel brengen van het diergeneesmiddel is verstrekt.

gezondheid

5. Onderdeel 11e.1 komen te luiden:

11e.1

Residuen gewasbeschermingsmiddelen (verordening (EG) 396/2005)

Wet dieren

Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid in samenhang met de artikelen 3, eerste lid, onder c, en 4 van de Regeling diervoeders 2012

Het verbod om diervoeders te vervoederen die te hoge residuen van gewasbeschermingsmiddelen bevatten.

gezondheid

6. Onderdeel 12.1 komt te luiden:

12.1

BSE (Verordening (EG) 999/2001)

Wet dieren

Besluit diervoeders Regeling diervoeders 2012

artikel 2.18, tweede lid en 6.4 in samenhang met artikel 2.1 van het Besluit diervoeders en artikel 7 Regeling diervoeders 2012

Het verbod om eiwitten of daarvan afgeleide producten afkomstig van zoogdieren, aan herkauwers te voeren evenals het verbod om gesmolten vet van herkauwers aan herkauwers te voeren.

gezondheid

ARTIKEL II

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

  • 2. Artikel I, onderdeel C, werkt terug tot en met 1 augustus 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 19 december 2012

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

§ 1. Wijzigingen

Deze regeling wijzigt de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. De wijzigingen betreffen de verhoging van de subsidieplafonds voor 2013 van de steun voor investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen van € 13.125.000 naar € 14.125.000 en van de steun voor landbouwapparatuur met GPS of verduurzaming bewaarplaatsen van € 10.000.000 naar € 11.390.000. Tevens wordt het steunpercentage van de steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren verhoogd van 60% naar 61,7%. Ten slotte worden de vindplaatsen van enkele beheerseisen in Bijlage 1 geactualiseerd.

§ 2. Verhoging steunpercentage Welzijnsvriendelijke kalvervloeren

Het steunpercentage van de steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren wordt verhoogd van 60% naar 61,7%. De vergoeding voor investeringen ter verbetering van het welzijn van landbouwhuisdieren mag op grond van artikel 4, tweede lid, onderdeel e, van Verordening (EG) nr. 1857/2006 niet meer zijn dan 60% van de investeringskosten. De vergoeding wordt echter in het kader van directe inkomenssteun lager, als gevolg van de toepassing van de in artikel 7, eerste lid, onderdeel d, van Verordening (EG) nr. 73/2009 voorgeschreven modulatiekorting. Dit kortingsbedrag komt ten gunste van steunmaatregelen in het kader van het Plattelandsontwikkelingsprogramma. De toepassing van de modulatiekorting heeft als gevolg dat de begunstigden van de steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren effectief minder dan 60% van de investeringskosten vergoed krijgen. De exacte vergoeding kan tussen de 1,7% tot 6,7% lager uitvallen, afhankelijk van de drempels in de modulatiekorting en de andere ontvangen inkomenssteun. Om de kalverhouders, die bereid zijn te investeren in nieuwe vloeren tegemoet te komen, wordt daarom het steunpercentage met 1,7% verhoogd. Dit percentage is zodanig berekend dat in geen geval het maximale steunpercentage van 60% wordt overschreden.

§ 3. Beheerseisen

In bijlage 1 bij de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 staan de beheerseisen in het kader van de randvoorwaarden voor de inkomenssteun vermeld. In verband met de invoering van de Wet dieren alsmede de aanvulling van het Besluit algemene regels voor milieubeheer met regels voor agrarische activiteiten zijn de vindplaatsen van de beheerseisen in de onderdelen 10, 11, 11a, 11d, 11e en 12.1 alsmede in onderdeel 2.1 gewijzigd. Dit betreft een technische wijziging. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in onderdeel 7.4 te verduidelijkingen dat het kleed en het geslacht van runderen en in voorkomend geval de identificatiecode van het moederrund voor de cross compliance relevante gegevens zijn bij de identificatie en registratie van runderen.

§ 4. Regeldruk

 

aantal aanvragen*

AL per aanvraag

AL totaal

beschikbaar subsidiebedrag

AL als %

per aanvraag

totaal

(in €)

van het beschikbaar subsidiebedrag

investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen

 

106 (175)

€ 1.718

€ 182.130

€ 14.125.000

1,29%

landbouwapparatuur met GPS of verduurzaming bewaarplaatsen

 

310 (1800)

€ 847

€ 262.500

€ 11.390.000

2,30%

Welzijnsvriendelijke kalvervloeren verhoogd

 

10 (40)

€ 290

€ 2.905

€ 875.000

0,33%

* Investeringsregeling betreft verleningsaanvraag en vaststellingaanvraag. Op basis van de betalingsaanvraag wordt de steun toegekend. Niet alle veleningsaanvragen worden toegekend, als gevolg van het regelingsplafond. Tussen haakjes staat het aantal aanvragers voor de verleningsaanvraag.

** Voor de ophoging van het plafond geldt dat het aantal verleningsaanvragen niet toeneemt, alleen het aantal betalingsaanvragen. De administratieve lasten in de toelichting van de Regelingswijziging betreffen dus alleen de kosten van de vaststellingsaanvraag.

De grens van 5% relatieve administratieve lasten, die Actal als maximum heeft voorgesteld als redelijk administratieve last voor het verkrijgen van een subsidie, wordt niet overschreden.

§ 5. Vaste verandermoment

Deze regeling treedt in werking per 1 januari 2013. De publicatie is daarmee te laat om in overeenstemming te zijn met de uitgangspunten van de vaste verandermomenten voor regelgeving. Gelet op het belang van verhogingen van de subsidieplafonds voor 2013 voor het bedrijfsleven is er echter voor gekozen om de regeling thans te publiceren en in werking te laten treden op de hiervoor genoemde datum.

De wijziging van het steunpercentage van de steun voor Welzijnsvriendelijke kalvervloeren werkt terug tot en met 1 augustus 2012. De terugwerkende kracht is geoorloofd nu de wijzigingen een begunstigend karakter hebben.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven