De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 7.4.6, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;
Besluit:
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. Bussemaker
TOELICHTING
ALGEMEEN
De Regeling modeldiploma mbo is gepubliceerd in de Staatscourant van 4 juni 2012 (nr.
10761). In de regeling is aangegeven dat deze in werking treedt per 1 augustus 2012.
Naar aanleiding van de publicatie van deze regeling zijn van verschillende instellingen
en de MBO Raad signalen gekomen dat deze regeling op dit moment nog niet uitvoerbaar
is, waardoor het nu nog niet mogelijk is om diploma’s en resultatenlijsten op een
efficiënte en goede manier te vervaardigen. De redenen hiervan zijn de volgende.
De regeling bevat voorschriften voor de vereiste tekst op het diploma en de resultatenlijst.
Om de vereiste gegevens op een juiste manier te kunnen registreren in de administratiesystemen
van instellingen is aanpassing van deze systemen vereist. Het doorvoeren van deze
aanpassingen in de systemen door leveranciers en instellingen is tot nu toe nog niet
afgerond, waardoor het voor een gedeelte van de instellingen nog niet mogelijk is
om alle vereiste gegevens in de systemen te registreren.
Onder andere de naam en het Crebonummer van zowel de kwalificatie als van het bijbehorende
kwalificatiedossier dienen op het diploma en de resultatenlijst te worden vermeld.
Voorheen was de vermelding van de gegevens over het bijbehorende kwalificatiedossier
niet verplicht.
Voor de studenten van wie de gegevens over de kwalificatie wel door de instelling
zijn opgenomen in het administratiesysteem, maar niet de gegevens over het bijbehorende
kwalificatiedossier, is het dus nodig om deze alsnog te achterhalen en te administreren.
Hiervoor is een – nog op te stellen – lijst nodig met de namen en Crebonummers van
respectievelijk alle kwalificatiedossiers en alle kwalificaties van de afgelopen jaren,
inclusief de aanduiding wat het bij een kwalificatie behorende kwalificatiedossier
is.
De in administratiesystemen opgenomen vereiste gegevens dient de instelling vervolgens
op uit te reiken diploma’s en resultatenlijsten voor studenten op te nemen. Uiteraard
willen instellingen dat zoveel mogelijk geautomatiseerd laten verlopen, want in verhouding
met het geheel handmatig vervaardigen van diploma’s en resultatenlijsten gaat dat
sneller en eenvoudiger, kost het minder werk en geld, voorkomt het eventuele fouten
en is het gemakkelijker te bewaken. Om voornoemde functie te kunnen vervullen moeten
de administratiesystemen daarop worden aangepast, door de daarvoor benodigde koppelingen
binnen het systeem te maken.
Om bovengenoemde redenen is ervoor gekozen de inwerkingtreding van de Regeling modeldiploma
mbo te wijzigen en de regeling pas per 1 augustus 2013 in werking te laten treden.
Deze wijzigingsregeling werkt terug tot 31 juli 2012. In het lopende studiejaar behoeven
instellingen dus niet aan de eisen van de Regeling modeldiploma mbo te voldoen.
Ter verduidelijking: met ingang van 1 augustus 2013 geldt het volgende:
-
– Diploma’s en resultatenlijsten die worden behaald voor eindtermgerichte opleidingen,
hoeven niet te voldoen aan de Regeling modeldiploma mbo. Dat hoeft dus ook niet vanaf
1 augustus 2013. Hieraan verandert deze wijzigingsregeling niets.
-
– Voor experimentele opleidingen gericht op een kwalificatiedossier vastgesteld vóór
1 januari 2012 geldt de regeling uitsluitend voor diploma’s afgegeven vanaf 1 augustus
2013, en dus niet voor bijbehorende resultatenlijsten.
-
– Voor opleidingen gericht op een kwalificatiedossier vastgesteld op of na 1 januari
2012 geldt de regeling zowel voor diploma’s afgegeven vanaf 1 augustus 2013 als voor
de bijbehorende resultatenlijsten.
Uitvoering en handhaafbaarheid
Deze wijzigingsregeling betreft uitsluitend het wijzigen van de datum van inwerkingtreding.
Er zijn hieruit geen extra administratieve lasten te verwachten.
Vaste verandermomenten
Er wordt in deze wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de
minimale invoeringstermijn van twee maanden. Reden hiervoor is dat het onderwijsveld
gebaat is bij een snelle inwerkingtreding.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J. Bussemaker